Hoofdstuk 26
Hoe kanker ontstaat
Kankers kunnen in bijna alle organen ontstaan
Afhankelijk van het celtype, worden ze gegroepeerd in verschillende categorieen
=> carcinoma’s: ontstaat uit epitheelcellen die het externe en interne lichaam
bedekken
=> bijna 90% van alle kankers
=> long, borst, colon/ dikke darm zijn de meest voorkomende vormen
=> sarcoma’s: ontstaan uit ondersteunende weefsels zoals bot, kraakbeen, vet en
spieren
=> lymfoma’s en leukemie: ontstaan uit cellen van bloed en lymfatische oorsprong
=> lymfoma’s: tumoren groeien als vaste weefselmassa’s
=> leukemie: gevallen waarin de kankercellen zich voornamelijk verspreiden in
de bloedstroom
Ongeacht waar kanker ontstaat en om welk celtype het gaat, het gevaar van de
ziekte komt voort uit 2 eigenschappen:
=> het vermogen van alle cellen om zich ongecontroleerd te vermenigvuldigen
=> vermogen om zich door het lichaam te verspreiden
Tumoren ontstaan wanneer de balans tussen celdeling en celdifferentiatie of door
verstoord is
Een kanker is een abnormale vorm van weefselgroei waarbij sommige cellen zich
delen op een ongecontroleerde, relatief autonome manier (heeft geen signalen
nodig)
=> de resulterende massa van groeiend weefsel wordt een tumor (of neoplasma)
genoemd
Hoewel tumoren zijn ontsnapt uit normal controles op celproliferatie, delen
tumorcellen niet sneller dan andere cellen
=> het cruciale is niet de snelheid maar eerder de balans tussen celdeing en
celdifferentiatie of celdood
=> celdifferentiatie is het proces waarbij cellen gespecialiseerde
eigenschappen verkrijgen die verschillende celtypes van elkaar
ondeerscheiden
=> naarmate cellen deze eigenschappen verkrijgen, verliezen ze het
vermogen om te delen
, celdifferentiatie in de huid
=> nieuwe cellen vervangen verouderde cellen die van de lichaamsoppervlakte die
daar worden verwijderd
=> de nieuw vervangende cellen worden gemaakt door celdelingen die
plaatsvinden in de ‘basal layer’ van de huid
=> gemiddeld maakt, elke keer een basale cel
deelt, 2 cellen met verschillende bestemmingen:
een cel blijft in de basal layer en behoudt het
vermogen om te delen en de andere cel verliest dit
vermogen en differentieerd wanneer het de basal
layer verlaat en beweegt naar de huidoppervlakte waar die uiteindelijk
zal sterven
=> tijdens het differentiatieproces, wordt de migrerende cell
geleidelijk vlakker en begint die keratine aan te maken, het
structurele eiwit die sterkte geeft aan de buitenste lagen van de
huid
=> dit principe zorgt ervoor dat het aantal delingen niet
toeneemt omdat er enkel deling gebeurt om de cellen die af
het lichaamsoppervlakte gaan, te vervangen
Basale cellen zijn een goed voorbeeld van stamcellen
=> een celtype die zich kan delen om meer cellen zoals zichzelf te vormen of cellen
die zijn bestemd om meer gespecialiserd te worden
Embryonale en geinduceerde pluropotente stamcellen zijn ook voorbeelden van
stamcellen
In sommige gevallen, zoals haarzakjes, of mannelijke teelballen, kunnen stamcellen
dochtercellen produceren die meer gespecialiseerd zijn maar zich toch blijven delen
=> deze cellen worden ‘transit-amplifying’ cellen genoemd
In het beenmerg gaan celdelingen nieuwe bloedcellen maken ter vervanging van
verouderde bloedcellen die worden vernietigd
In het maagdarmkanaal gaan celdelingen nieuwe cellen maken om de cellen te
vervangen die van de binnenwand van de maag en ingewanden (organen in de buik
zoals darmen) werden afgestoten
Normaal wordt celdeling in balans gehouden door celdifferentiatie en dood zodat er
geen netto opstapeling is van delende cellen
=> in tumoren is dit verstoord en is celdeling losgekoppeld van celdifferentiatie en
dood
=> sommige celdelingen geven dan aanleidig tot 2 cellen die kunenn delen
=> zorgt voor een toename van het aantal delende cellen
Als cellen snel delen, groeit detumor snel en als ze traag delen groeit de tumor traag
=> maar ongeacht hoe snel de cellen delen, de tumor zal blijven groeien omdat
nieuwe cellen in grotere aantallen worden geproduceerd dan nodig
Naarmate de delende cellen zich ophopen worden de normale organisatie en functie
van het weefsel geleidelijk aan verstoord
, Gebaseerd op verschillen in groeipatronen, worden tumoren geklassificeerd als
goedaardig of kwaadaardig
=> goedaardige tumoren groeien in een beperkt lokaal gebied en zijn zelfden
gevaarlijk
=> kwaadaardige tumoren zijn in staat om omliggende weefsels binnen te dringen, de
bloedbaan binnen te dringen en zich verder over het lichaam te verspreiden
=> de term kanker verwijst vooral naar de kwaadaardige cellen
de proliferatie van kankercellen is een ankerpunt dat onafhankelijk en ongevoelig is voor
de bevolkingsdichtheid
Proliferatie van kankercellen vertoont verschillene eigenschappen die het onderscheiden van
proliferatie van normale cellen
=> het vermogen om tumoren te vormen
=> experimenteel aangetoond door cellen in naakte muizen te injecteren, die
een functioneel imuunsysteem missen dat normaal vreemde cellen zou
aanvallen en kapot maken
=> normale menselijke cellen zullen hierin niet groeien, terwijl
kankercellen zullen prolifereren en tumoren vormen
=> normale cellen groeien niet goed in kweek wanneer ze in een vloeibaar medium of
in een halfvast materiaal, zoals zachte agar worden gelegd maar wanneer er een vast
oppervlakte aanwezig is waaraan ze zichzelf kunnen verankeren waardoor ze zich
kunnen verspreiden en prolifereren
=> kankercellen vertonen verankeringsonafhankelijke groei
=> bij het groeien in het lichaam voldoen de meeste normle cellen aan de
verankeringsvereiste door zich te binden aan extracellulaire matrix via
celoppervlakte-eiwitten die integrines worden genoemd
=> als hechting aan de matrix wordt voorkomen door chemicalien die
de binding van integrines aan de matrix blokkeren, verliezen ze het
vermogen om te delen en doen ze vaak aan apoptose
=> is een van de beveiligingen die voorkomt dat de normale
cellen wegdrijven en de groei in andere weefsels begint
=> kankercellen omzeilen deze bescherming
=> wanneer normale cellen in labo worden gekweekt, delen ze zich tot het
oppervlakte van het kweekvat wordt bedekt door een enkele laag cellen
=> wordt contact-inhibitie genoemd
=> kankercellen zijn niet meer gevoelig voor contact-inhibitie, ze blijven zich
delen en opstapelen
, Kankercellen worden onsterfelijk gemaakt door mechanismen die de telomeerlengte
behouden
Wanneer de meeste cellen in labo worden gekweekt, delen ze een beperkt aantal
keren waarna ze aftakelende veranderingen vertonen (senescentie) en kunnen zelfs
sterven
=> onder vergelijkbare omstandigheden blijvenkankercellen delen voor onbepaalde
tijd en gedragen zich alsof ze onsterfelijk zijn
Als een normale cel te vaak deelt, worden de telomeren te kort om de uiteinden van
de chormosomen te beschermen waardoor ze aan apoptose doen
=> in kankercellen wordt telomerase geproduceerd, een enzym dat telomere DNA
sequenties toevoegd aan de uiteinden van DNA-moleculen
=> een alternatief mechanisme om de telomeerlengte te behouden, maakt
gebruik van enzymen die DNA-sequentie informatie tussen chromosomen
uitwisselen
Defecten in signaalpaden, celcycuscontroles en apoptose dragen bij aan kanker
Mechanismen die telomeerlengte in stand houden zorgen voor het blijven delen
maar veroorzaken niet dat cellen zich delen
=> signaalpaden, celcyluscontroles en apoptose zorgen hiervoor die normaal de juiste
balans tussen celdeling en dood behouden
Celproliferatie wordt gereguleerd door eiwitgroeifactoren die binden aan
celoppervlaktereceptoren die signaalpaden activeren in de cel
=> cellen delen meestal niet tenzij ze zo’n stimulatie krijgen door de juiste groeifactor
=> kankercellen omzeilen dit mechanisme door veranderingen in s
ignaalpaden te maken waardoor die een constant te delen signaal geven
Vestoringen in de controle van de celcyclus
=> de toezegging om door de celcyclus te gaan, wordt gedaan op het restrictiepunt
=> wanneer normale cellen worden gekweekt in labo onder suboptimale
condities (bv. onvoldoende groeifactoren, hoge celdichtheid, gebrek aan
verankering of onvoldoede voedingsstoffen) worden ze gestopt op et
restrictiepunt en stoppen ze met delen
=> kankercellen blijven toch delen onder die omstadigheden omdat de
celcyclusknoppen niet goed werken
Kankercellen reageren ook niet op interne omstandigheden, zoals DNA-schade die
nomaal zorgt voor het stoppen van celdeling
Voorbepaalde kanker komt ongecontroleerde groei voort uit het niet ondergaan van
apoptose en niet van verhoogde celdeling
=> apoptose wordt geactiveerd om onnodige of defecte cellen te verwijderen
=> kankercellen hebben verschillende manieren om de routes te blokkeren die
apoptose verooraken waardoor ze kunnen overleven en zich kunnen
vermenigvuldigen onder omstandigheden di enormaal celdood zou veroorzaken