ONDERZOEK EN
BEHANDELING IIB WPO
Phebe Goris
2019-2020
, SCHOUDER
INLEIDING
Anatomie/fysiologie
Het schoudergewricht is zeer mobiel gewricht maar intrinsiek is het een weinig stabiel gewricht. Het is
vooral vrij onstabiel in het glenohumeraal gewricht. Het bestaat uit 2 gewichten:
o Sternoclaviculair gewricht (SC-gewricht)
o Acromioclaviculair gewricht (AC-gewricht)
Convex-concaaf regel
o Caput humeri: convex (bolvormig)
o Cavitas glenoidalis: concaaf
→ labrium glenoidale vergroot de concaviteit
Functies van de gewrichten
o ACG: anteflexie-elevatie, abductie-elevatie, endorotatie en horizontale adductie
o SCG: anteflexie-elevatie en abductie-elevatie
De rotator cuff heeft als belangrijkste functie stabiliteit. De RC bestaat uit: M infraspinatus, M.
supraspinatus, M. teres minor en M. subscapularis.
Scapulothoracaal is stabiliteit ook de belangrijkste functie.
CTO, de cervico-thoracale overgang, draagt bij tot anteflexie-elevatie en abductie-elevatie. Dit is de
overgang van cervicale naar thoracale wervels (C7 → T1).
Functies schouder
o Mobiliteit: anteflexie-elevatie, abductie-elevatie
o Mobiliteit: horizontale adductie, extensie, endorotatie
o Stabiliteit: voornamelijk anterior-inferieure stabiliteit ifv werpbewegingen
o Compressie BBH: artritis en OA
o Kracht-UH: rotator cuff & scapulothoracale musculatuur
o Rekbaarheid van mm. Pectorales
Boven het caput humeri zit een slijmbeurs. Deze kan ontsteken door bewegingen of door een val
(acuut). Er ontstaat dan een bursitis.
Scapulaire bewegingen
1
,Fysiologische functiestoornissen
Gewricht
Het gewricht is een orgaan en is een geheel van:
o Kraakbeen
o Subchondraal bot
o Gewrichtskapsel
o Synovium
o Meniscus of labrum of discus
Stoornissen in de mobiliteit: verlaagd of verhoogd
o OA, immobilisatie of postoperatief : verlaagd
o Frozen shoulder: verlaagd
o Subacromiaal pijnsyndroom: dikwijls verlaagd
o Schouderluxatie: verhoogd
Stoornis in de compressie-belastbaarheid: kraakbeen, subchondraal bot, synovium
o Artritis
o Fractuur
o Immobilisatie
Stoornis in de stabiliteit
Passieve component: mechanische treksterkte ligamenten,
o GH: voornamelijk lig. GHAI (Glenohumerale Anterior Inferior)
o ACG: voornamelijk lig. coracoclaviculair en ligg. acromioclaviculare
Actieve component: neuromusculaire controle
= controle van krachten die inwerken op het gewricht, controle door spierwerking en sturing van het
zwaartepunt obv afferente info
Belangrijk: interactie tussen RC en scapulothoracale musculatuur
o Subluxatie-luxatie humerus of clavicula ook postoperatief of postimmobilisatie
Stoornis in de sensorische functie: pijn, stijfheid
o Artritis GH of ACG
Stoornis in de sensorische functie: houdings-en bewegingsgevoel
o Post-luxatie
o Centraal of perifere zenuwletsel
Spier-pees
Stoornissen in de rekbaarheid: verlaagd
o Verkorting door gewoontehouding (bv pectorales)
o Spierscheur
o Postimmobilisatie
Stoornis in de spierkracht: verminderd
o Tendinopathie
o Centraal of perifeer zenuwproblematiek
o OA
o Aging
o Immobilisatie
o Peesruptuur
2
,Stoornis in de spiertonus
o Spiercontractuur
o Ziekte van Parkinson
Stoornis in uithouding
o Post immobilisatie
o OA
o Aging
Stoornis in de sensorische functie: pijn, stijfheid
o Acute tendinitis/chronische tendinopathie
Zenuw
Stoornissen in de mobiliteit: verlaagde rekbaarheid
o Centraalneurologisch probleem (hernia cervicaal)
o Perifeer zenuwletsel
o Post immobilisatie
Stoornis in de sensorische functie: rekpijn, verandering in sensibiliteit zoals anaesthesie,
hyperaesthesie, paraesthesie
o Centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal)
o Perifeer zenuwletsel
o Post immobilisatie
Stoornis in de spierfunctie: verminderde of afwezige reflex, spierkrachtverlies, verlies coordinatie
o Centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal)
o Perifeer zenuwletsel
Stoornis in de bewegingsfunctie: verminderde of afwezige reflex, verlies coordinatie,
o Centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal)
Vestibulair
Stoornissen in de balans/evenwicht: verlaagd
o Centraalneurologisch problematiek
o Vestibulair probleem
Stoornissen in houdings-en bewegingsgevoel
o Centraalneurologisch problematiek
o Vestibulair probleem
Bewegingsfunctie
Gewaarwordingen gerelateerd aan bewegingsfuncties: spierstijfheid
o Posttraining
o Spierletsel
o Post immobilisatie
Pathologieën
Frequente
Artritis GH
Vormen:
o Post-traumatische
3
, o Degeneratieve
o Post-operatieve
o Septische
o Post immobilisatie
o Post-artroscopie
Het GH-gewricht heeft een multi-segmentale innervatie (vnl vanuit zenuwwortels C5-C6) en kan
daardoor gerefereerde pijn vertonen in dermatomen C5-C6
Vb: FS, subacromiaal pijnsyndroom (SAPS), OA, luxatie, fractuur humeruskop
Artritis ACG
o Meestal posttraumatisch of degeneratief
Vb: luxatie en/of fractuur clavicula
Minder frequente
Spierpeesprobleem rotator cuff: tendinopathie/ruptuur vnl supraspinatus en/of supscapularis en teres
major of infraspinatus
Labrumletsel: meestal traumatisch door val, luxatie of werpbeweging
Vb: SLAP; Bankart laesie
Bursitis subacromiodeltoidea: acuut door een val of trauma
Is chronisch als onderdeel van een SAPS
Pijn in de schouderregio kan ook gerefereerde pijn zijn obv:
o Cervicale pathologie (C4- C5-C6)
o Dysfunctie CTO (C7-T4)
Anterieure schouderpijn
o Artritis GH-ACG
o Tendinopathie RC
o SAPS (verkorte pectoralis minor)
o SIS
o Referred pain vanuit centrale zenuwwortels (C5-C6)
Posterieure schouderpijn
o Artritis GH-ACG
o Tendinopathie RC
o SLAP
o Referred pain cervicaal/ CTO
o Barst/fractuur scapula
PRAKTIJK
Functieonderzoek bestaat uit:
1. Inspectie/palpatie
2. Actief bewegingsonderzoek
3. Passief bewegingsonderzoek
4. Spiertesting
5. Psychosociaal (bv. vragenlijsten)
4
, INSPECTIE/PALPATIE
Anthalgie? Arm ondersteund
Arm ondersteund wijst vaak op een ernstig letsel
Bv: ruptuur, claviculafractuur, schouder uit de kom, …
Zwelling? Deltoideusstreek of clavicula
Haematoom?
Atrofie? Biceps, supraspinatus, infraspinatus
Humerkop? Putje in? Deze is wss uit de kom, staat deze bol? Acute bursitis na een val
Afwijkende stand? Endorotatie van de bovenarm? Hoogstand clavicula? Kyfotische CTO?
Huid: litteken postoperatief, fractuur, atroscopie
Frozen shoulder
= schouder is volledig verstijfd
De arm staat vaak in endorotatie met de duim naar beneden
ACTIEF BEWEGINGSONDERZOEK
Wat kan mijn patiënt niet goed uitvoeren dat belangrijk is voor zijn/haar normaal functioneren en in
welke mate?
Beoordeling (Denk goed na wat het doel is van de test die je uitvoert)
Provocatie?
o Pijn, stram, tintelingen, gevoelloosheid
Oorsprong pijn?
o gewrcichtsprobleem, spierpeesletsel, zenuwletsel
Kwaliteit van bewegen?
Bewegingsuitslag, snelheid van bewegen, herhaalbaarheid, compensaties, coördinatie, vermoeidheid
(sense of effort)
Oorzaken?
o Vermoeidheid: onvoldoende kracht, uithouding of gewaarwording
o Bewegingsbeperking: mobiliteit gewricht beperkt,spier-pees minder of niet rekbaar,
zenuwweefsel minder of niet rekbaar
o Coördinatieprobleem: tgv letsel perifeer of centraal ZS
Onderzoek
Basisbewegingen:
Bv. anteflexie-elevatie, abductie-elevatie, endo- en exorotatie in 0° of 90°
ADL:
Bv. haar kammen; trui aan- of uittrekken
Werk gerelateerd of sport specifiek:
Bv. werpbeweging
Provocatief
Altijd onderzoeken van weinig belastend naar meer belastend
Bv: anteflexie-elevatie zonder of met gewicht, traag of snel, weinig of veel herhalingen
Analytische bewegingen
We gaan vooral de mobiliteit na (+ pijn)
5