Uitwerkingen van de werkgroepvragen die aan bod gekomen zijn in de werkgroepen van het vak Forensische Linguïstiek. Het bestand bevat de werkgroepen 1 tot en met 4. Tevens bevat het bestand uitwerkingen van 'uitdeelvragen' die tijdens de werkgroepen aan bod gekomen zijn.
Uitwerkingen Werkgroepen 1 t/m 4 Forensische Linguïstiek, Minor
Forensische Criminologie
Bachelor Criminologie, Vrije Universiteit Amsterdam
Werkgroep 1
1. Wat zijn Trademarks zoals beschreven door Ron Butters?
Woorden, zinnen, namen of een symbool die worden gebruikt door een bedrijf om hun service
hiermee te onderscheiden van andere. Het bedrijf claimt dat woord etc. voor hun producten.
Mcdonalds is hier een voorbeeld van.
Trademarks (or just MARKS), like copyrights, are proprietary language—bits of linguistic or semiotic
material that people, corporations, and institutions in a very real but limited sense own. Paraphrasing
Landau (2001: 405–6),
2. wat zijn de vier soorten trademark zaken waarbij forensische taalkundigen advies geven en voor
welke twee worden forensisch taalkundigen het vaakst ingeschakeld?
Property of the marks – is een merknaam fatsoenlijk genoeg om te gebruiken? (occasionally, niet
vaak)
Diluton – de uniekheid wordt verzwakt wanneer andere gelijksoortige namen gebruiken. Dit zou het
merk dan aantasten. Het zwakt de betekenis af. (Mcdonalds – McJobs) (nog zeldzamer dan property
of the marks)
Likelihood of confusion – wanneer de namen op elkaar lijken, zoals Car-x en Car max, dan gaan
mensen zich erin vergissen wat wat is. Moeilijk om de producten te onderscheiden. (vaak)
Strenght of the mark – wanneer een woord uniek is (Apple – apple). Mensen gebruiken niet het
woord Apple voor een computer, daarom is het uniek. (vaak)
3. vergelijkbaarheid kan zich uiten in zicht, geluid, betekenis en overeenkomstig gebruik. Bespreek
de eerste 3 vormen; waar let een taalkundige op?
Likelihood of confusion – wanneer de namen op elkaar lijken, zoals Car-x en Car max, dan gaan
mensen zich erin vergissen wat wat is. Moeilijk om de producten te onderscheiden.
Zicht – kijkt naar het uiterlijk van een handelsmerk (bv. kleur en spelling)
Geluid – luisteren naar de klanken, lettergrepen, nadruk, uitspraak etc. (bv. car-x en car max)
, Betekenis – 1) denotaties en connotaties en (2) elke specifieke referentiële associatie (bv. car-x:
waar staat de X voor? Wat is het verschil in betekenis tussen X en Max?)
4. Welke methoden gebruiken taalkundigen om de sterkte/zwakte van een merknaam te
analyseren?
Generic: Generic marks are so weak that they cannot be trademarks at all for the entities that they
denote.
Descriptive: DESCRIPTIVE marks merely denote some major aspect of the product or service being
offered to the public
suggestive: SUGGESTIVE marks do not literally denote the products or services offered to the public,
but they nonetheless strongly connote the enterprises they refer to
fanciful: FANCIFUL MARKS are coined words made up from morpheme-like material— Kodak, for
example
arbitrarym: ARBITRARY MARKS are genuine words that have no meaning relationship to the
enterprises they name (Apple, for example, denotes a kind of fruit but as a trademark for a brand of
computers and a music-recording company has nothing to do with fruit). Thus, neither FANCIFUL nor
ARBITRARY marks have either a denotative or strongly connotative relationship to the products or
services they refer to
– van zwak naar sterk
Corpusonderzoek – verzameling maken van de woorden met bv. X van Car-X. En dan kijken wat de X
betekent en hoe mensen het in het dagelijks leven gebruiken.
Uitdeelopdracht:
App store generiek?
2 woorden, app is ook een woord dat los gebruikt kan worden, zonder ‘store’. Het zijn algemene
woorden, appstore draait om het product en/of service en niet om het merk Apple, het is generiek
en valt dus in categorie 1.
Als Apple de enige was die de algemene term appstore mag claimen, is het voor andere bedrijven
(concurrenten) onmogelijk om hun app-winkels een naam te geven, op deze manier krijgt Apple een
monopolypositie op het gebied van apps die in stores gekocht en gedownload kunnen worden.
Werkgroep 2
1. In welke 2 categorieen verdeelt de FBI crisissituaties?
Hostage situation: doel van de gijzelaar is om de gegijzelde te gebruiken als middel
om bepaalde belangen te bewerkstelligen zonder de gegijzelde te schaden.
Nonhostage situation: personen die in een crisis zitten en geen duidelijk doel hebben
en hun frustratie en woede uiten door zichzelf bijvoorbeeld te barricaderen en
anderen vast te houden. Betekent niet dat er geen gegijzelde zijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cmcrimivu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,74. Je zit daarna nergens aan vast.