Theorie van de Visuele Communicatie
1. Inleiding – Visuele geletterdheid in een beeldcultuur
1.1 Inleiding & situering
• René Magritte: (1928) La trahison des images « Ceci n’est pas une pipe »
o Het is geen pijp, het is een beeld van een pijp.
o Verschil tussen een foto en de realiteit
o Het verraad van de beelden
• Thomas Hoepker: 9/11 - New York Times
o Beelden die voorkomen uit een camera
o Contrast tussen gezelligheid en drama in de achtergrond
o MAAR kan ook zijn dat de mensen troost zoeken bij elkaar
o Foto geeft heel wat factuele/feitelijke informatie, maar wat
het echt betekent weten we eigenlijk niet
o Wat is de betekenis? Intenties van de maker/fotograaf/
mensen die worden afgebeeld/mensen die het achteraf
gebruiken
• Beiroet augustus 2006, Spencer Platt (World Press Photo 2016)
o Ramptoeristen
o Realiteit is geen ramptoerisme, maar mensen gaan kijken
naar de ingestorte gebouwen in hun eigen buurt
o Laat je helemaal anders kijken naar het beeld
• Vietnamoorlog
o Beeld heeft een grote rol gespeeld in het beëindigen van de
oorlog van Vietnam
o Door het framen tijdens de opname of te croppen na de
opname krijg je een mogelijke betekenisverschuiving
o Je kan de betekenis niet vastleggen
• World’s highest standard of living
o Contrast tussen blanken en zwarte Amerikanen
o Status in de samenleving (kritiek)
! Beeld heeft nooit een betekenis ⇒ misleidend (want zijn een natuurlijke afspiegeling)
1.1.1 7 functies van beelden:
1. Beelden documenteren en sacraliseren de bijzondere momenten in het sociale leven
2. Vervullen een belangrijke rol in de maatschappelijke beheers- en controleactiviteiten (Bv.
flitsen van snelheidsovertreders)
3. Ze zijn onmisbaar voor informatie en kennisoverdracht
4. Ontspanning
5. Economie
6. Steeds meer niet-visuele zaken worden op een visuele manier voorgesteld om het begrip en
de aantrekkingskracht te verhogen
7. Werken mee aan processen die gericht zijn op het in standhouden of veranderen van de
maatschappij
1
,Visuele media weerspiegelen en creëren de maatschappelijke realiteit, ze geven geen directe toegang
tot de werkelijkheid, maar slechts mogelijke versies van de werkelijkheid. Deze versies zijn afhankelijk
van het gebruikte medium en de bewust of onbewust genomen beslissingen van de zenders.
1.2 Visuele Geletterdheid, visuele cultuur en beeldcultuur
1.2.1 Visuele (on)geletterdheid
Visuele geletterdheid = visuele competentie om te kijken en beeld te gaan maken.
VAN visuele ongeletterdheid ⇒ VIA visuele alfabetisering ⇒ NAAR visuele geletterdheid
Van beelden wordt vaak gezegd dat ze universeel begrijpbaar zouden zijn = misvatting:
• Elk proces van afbeelden = reductie en transformatie van een aanzienlijk aantal
karakteristieken van de afgebeelde werkelijkheid
• Het onmiddellijk begrip dat beelden lijken op te wekken beperkt zich vaak tot een
oppervlakkig beschrijvend niveau: men herkent hooguit het afgebeelde maar men ziet de
samenhang, mimetische-, expressieve codes en de ruimere culturele of historische context
niet
• Herkenning van de afgebeelde elementen houdt niet in dat men de betekenis, doel of zin van
het beeld begrijpt. Dit moet vaak verbaal worden verduidelijkt.
Er is dus behoefte aan een taal om beelden meer bespreekbaar en inzichtelijk te maken. Jammer
genoeg heerst er op dit vlak een zeer grote taalarmoede ten aanzien van beeld en het visuele, wij
hebben namelijk nauwelijks woorden om over beelden te praten.
• We hebben niet de juiste woorden om over beelden te praten
• Beeld domineert niet qua informatie, je kan beter een paar goede beelden hebben dan te
veel beelden die niets zeggen
• Bieden slechts ‘versies’ van de werkelijkheid: beperktheid van medium en perspectiviteit van
actoren
Het ontwikkelen van visuele geletterdheid is een langzaam proces dat heel wat facetten heeft:
• Bewuster leren kijken naar visuele manifestaties
• Leren doorgronden van verschillende beeldvormen (ets, schilderij, foto, film)
• Leren doorgronden van functionele domeinen (reclame, kunst, verslaggeving)
• Het kunnen plaatsen van beelden in hun ruime context van productie en consumptie
• Bewust worden van de persoonlijke en cultureel bepaalde inkleuring bij het visueel
handelen en denken
• Verg een ruimere kennis van visuele media als sociale instituten
1.2.2 Taal ‘voor’ en ‘van’ beelden
• Essentie van beelden nooit volledig in woorden te vatten (eigen ‘beeldtaal’)
• Toch nood aan ‘taal’ om beelden meer ‘bespreekbaar’ te maken
• ‘Visuele geletterdheid‘ omvat beide aspecten
• Taalarmoede en simplismen (beelden ‘spreken’ voor zichzelf)
• Langzaam ontwikkelen van de visuele geletterdheid: leren kijken, directe observatie en
verschillende media, domeinen, contexten van productie en consumptie, visueel denken en
handelen. (Bremen group: perceptual competence, decoding and interpretation
competence, production competence, intra- and inter-cultural action competence).
2
,1.2.3 Visuele alfabetisering
• Zelf produceren van beelden nuttige ervaring
• Nauwelijks aandacht aan structuur en betekenmogelijkheden van beeld in formele opleiding
• Niet volkomen blind voor mogelijkheden maar conventies vaak te impliciet
• Expliciteren als weg naar meer creatief en vernieuwend omgaan met beeldtaal
1.2.4 Visuele alfabetisering als maatschappelijk project
• Paradoxaal hoge graad van 'visuele ongeletterdheid’
• ‘Visuele alfabetisering’ nog geen maatschappelijke prioriteit
• Misvatting: beelden universeel begrijpbaar (vaak ‘natuurlijke’ afspiegelingen)
• Technologische, historische en culturele codes van afbeeldingsproces en afgebeelde
doorgronden
• Beeldconsumptie en democratisering leidt niet automatisch tot verhoogde visuele
geletterdheid
• Geen beelden beter dan onkundig gebruik
• Beeldkennis méér dan technologie
⇒ 'Visuele ongeletterdheid' als probleem en 'visuele alfabetisering' als project (paradoxale
formulering).
1.2.5 Visuele geletterdheid in en beeldcultuur
• Visuele waarneming en kijken-naar- beelden centraal
• Beelden: sacraliseren, controleren, bewijzen, visualiseren
• Kennisoverdracht, ontspanning, economie
• Instandhouden en veranderen vanmaatschappij
• Bieden slechts ‘versies’ van de werkelijkheid: beperktheid van medium en perspectiviteit van
actoren
Beeldcultuur is geen visuele cultuur (= geen synoniemen)
• Beeldcultuur: visueel, wat door mensen is gemaakt
• Visuele cultuur: praktijken ⇒ hoe foto’s maken?, maar ook: hoe ziet iets eruit, waarom ziet
onze smartphone er zo uit?
Beeldcultuur (encyclopedie)
= een maatschappelijke ontwikkeling waarbij visuele beelden een indringende rol spelen in
communicatieve situaties. In sommige gevallen is de invloed van de beelden daarbij dermate sterk en
overheersend dat er negatieve effecten door ontstaan. Bijvoorbeeld de televisiebeelden die
gemanipuleerd en indringend weerloze kijkers bereiken, waardoor die niet meer in staat zijn hun eigen
waarden en
normen te vormen. Beeldcultuur verdringt in de negatieve zin de talige cultuur.
! Visuele cultuur kan absoluut niet gereduceerd worden tot beeldcultuur.
1.2.6 Woordcultuur versus beeldcultuur: hoger-lager?
Tegenstanders van de beeldcultuur Voorstanders van de beeldcultuur
Vnl. Geletterde individuen
• Het woord komt in de verdrukking: er wordt • Beeldcultuur biedt mogelijkheden voor een
nog nauwelijks gelezen meer democratische, beter geïnformeerde
• Beeldcultuur werkt debiliseren en door haar samenleving en het ontstaan van een
simplisme weerhoudt het de burger van de waarlijk mondiaal bewustzijn
ware kennis en de echte schoonheid • Lage cultuur (televisie)
3
, • Beeld wordt verantwoordelijk gesteld voor
de toenemende versmelting van fictie en
realiteit: alles wordt gereduceerd tot
spannende beelden en verkoopbare
verhaaltjes
• Beeldmedia = oppervlakkige
amusementscultuur
• Hoge cultuur (literatuur)
• Leven wij wel in een uitgesproken beeldcultuur?
• Vele doemscenario’s en simplismen: beeld verdringt woord, amusement verdringt informatie
enz.
• Beeld(cultuur) is zondebok
• Idealisten: beeld stimuleert mondiaal bewustzijn
• Beide visies eenzijdig: beelden werken niet intrinsiek bevrijdend of verslavend, afstompend of
verrijkend
• Debat onvruchtbaar want foute premissen:
o uitingen niet concurrerend maar in hoge mate complementair
o gevoerd in termen van hoge cultuur (lees:literatuur) versus lage cultuur (lees: TV)
o massacultuur niet onverzoenbaar met kwaliteit en degelijkheid
• Beelden zelden alleen, vele media van oudsher ‘multimediaal’
• Veel zogenaamde beeldproducten niet primair visueel (‘talking heads’)
Alomtegenwoordig maar nog steeds eenzijdig gebruik of schromelijke onderbenutting van specifieke
mogelijkheden
1.2.7 Beeldcultuur en Visuele Cultuur artefacten, praktijken en visualiteit
Beeldcultuur Alles wat te maken heeft met het visuele en wat door mensen is gemaakt, wat
is de analyse? In eerste instantie zou je denken dat je enkel kijkt naar het
product.
Visuele Heel ruim, anders kijken naar beelden, op andere dingen letten, hangt af van
cultuur/visualiteit je eigen visualiteit, hangt af van de cultuur waarin je bent opgegroeid.
(bv. Amerika vs. België, maar ook filmstudenten vs. communicatiestudenten)
Andere manier van kijken
• Visuele cultuur kan je niet reduceren
• Visuele studie wint aan belang
• Zicht vs. gezicht (iedereen heeft ogen vs. verschillend hoe je met deze
ogen kijkt)
1.2.7.1 Visualiteit
Naast materiële visuele cultuur ook immateriële visuele cultuur: visualiteit
• Visualiteit verschilt van ‘gezicht’ (vision’) zoals ‘cultuur’ van ‘natuur’ (even grote discussies!)
• Dominante vorm van visualiteit binnen bepaalde culturele setting is een ‘scopic regime’
• Visuele cultuur: zowel studieterrein (onderwerp) als nieuwe wetenschappelijke discipline of
interdisciplinaire onderneming
• De immateriële kant van de visuele cultuur = visualiteit = de cultureel bepaalde manier van
kijken die maakt wat ze zien en hoe we iets zien, de culturele codes die bij het interpreteren
van pas komen
o Scopic regime = de dominante vorm van visualiteit binnen een culturele setting
• Tegenover visualiteit staat ‘gezicht, vision’ = universele kijkervaring, de puur fysiologische kant
van het zien
4