We spreken van een samengesteld gezin als een of beide volwassenen kinderen
hebben uit een eerdere relatie. Dit samengestelde gezin bestaat uit elementen
van de eerdere kerngezinnen.
In Nederland zijn er nu ongeveer 187.000 samengestelde gezinnen. Dit is nog
lang niet alles want dit zijn alleen de gezinnen waar de kinderen hoofdzakelijk
wonen (dus weekend-stiefgezinnen niet meegerekend). Meer dan 600.000
kinderen wonen niet in een gezin met 2 eigen ouders. Deze cijfers stijgen alleen
maar.
- 1 op de 3 huwelijken loopt stuk
- Jaarlijks worden 6.000 kinderen wees
- 2/3 van de samengestelde gezinnen strandt binnen 2 jaar
Kinderen in vadergezinnen (vader met stiefmoeder) hebben meer problemen dan
kinderen in moedergezinnen.
Kinderen met een stiefouder scoren lager op de Cito-toets en gaan eerder uit
huis.
Een samengesteld gezin is gebouwd op een fundament van rouw. Er is altijd iets
aan voorafgegaan wat kapot ging. Dit maakt het extra lastig om van dit gezin
een succes te maken. het vormen van een stiefgezin duurt gemiddeld 4 tot 7
jaar. Als je door deze periode heen bent is de kans van slagen groter. Het is wel
een proces dat levenslang duurt. Samen een nieuw gezin vormen is bijzonder
complex. Hierdoor dreigt er weer een breuk. Hierdoor krijgen kinderen niet altijd
voldoende vertrouwen in het bestaan van duurzame relaties. Kinderen van
gescheiden ouders hebben 34% kans om later ook te scheiden (tov 16% van
kinderen zonder gescheiden ouders).
Hoofdstuk 2
Op het moment dat je trouwt of een geregistreerd partnerschap hebt met een
ouders van een minderjarig kind dat bij hem ingeschreven staat, wordt je
juridisch stiefouder. Dat wil zeggen dat je de plicht hebt naar draagkracht mee te
betalen aan de opvoeding en verzorging. Als het kind ouder is dan 18 is de
stiefouder verplicht mee te betalen aan de studie en levensonderhoud tot het
kind 21 is. Dit geldt alleen als het kind deel uitmaakt van het gezin van de
stiefouder. De stiefouder heeft ook opvoedplicht. Volgens de wet zijn
echtgenoten verplicht elkaars kinderen op te voeden. In tegenstelling tot plichten
hebben stiefouders nauwelijks rechten. Dit kan alleen bij lange zorgrelaties door
een rechter.
In het voorbeeld van Pieter en Susanne (een samengesteld gezin) ontstond er
een nieuwe realiteit met de volgende waarheden:
De partners uit beide kerngezinnen hebben afscheid van elkaar moeten
nemen. Susanne door te scheiden en Pieter door het overlijden van zijn
vrouw
, Als biologische ouders kan je geen afscheid nemen van elkaar; je blijft
allebei ouders van je kinderen (ook als een ouder is overleden).
Als nieuwe partners ga je een samenlevingsrelatie aan
Omdat Susanne en Pieter beide kinderen hebben, horen die kinderen bij de
nieuwe samenlevingsrelatie.
De kinderen in de nieuwe samenlevingsvorm houden hun biologische
ouders.
Hierin onderscheid een samengesteld gezin zich van een kerngezin. Een
kerngezin is een meer gesloten systeem met daarbinnen duidelijke rollen: vader,
moeder en kinderen. Een stiefgezin is een open systeem met veel meer rollen.
De dynamiek in het huis waar een nieuwe samenlevingsvorm wordt gecreëerd,
wordt mede bepaald door meer mensen dan alleen de mensen die in het huis
wonen. Daarom spreken we liever van een stiefsysteem. Systeem wijst erop dat
we met een groep te maken hebben die elkaar wederzijds beïnvloeden en die
een geïntegreerd geheel vormen. Dit systeem bestaat uit:
o Twee partners waarvan minimaal 1 een kind heeft
o De biologische ouders van dat kind
o Schoon en stieffamilie
Stief betekent: vreemd, er niet bij horen, geen bloedband hebben.
In de moeder in stiefmoeder (of vader) kleven bepaalde onrealistische
verwachtingen. Dit zorgt ook voor verwarring bij kinderen: ik heb toch al een
vader? Daarom spreken we liever van stiefverzorger. Hierdoor komt er ruimte om
opnieuw invulling te geven aan de rollen.
Hoofdstuk 3
Het is de uitdaging voor alle personen in het stiefsysteem om te kijken wie ze zijn
ten opzichte van de ander in deze nieuwe samenlevingsvorm. Het proces waarin
ze met elkaar tot nieuwe afspraken komen, blijkt bij geslaagde stiefsystemen een
steeds weer terugkomend gespreksonderwerp.
Er blijkt sprake te zijn van drie universele wetmatigheden die leidend zijn in de
wijze waarop we in nieuwe systemen afspraken kunnen maken over onze positie
ten opzichte van elkaar. Dus ook voor stiefsystemen. Als niet voldaan wordt aan
deze wetmatigheden, wordt blijvende onrust en disbalans in het systeem
ervaren. Deze wetmatigheden zijn:
1. De behoefte om ergens bij te horen
2. De behoefte aan een evenwicht in het geven en nemen
3. De behoefte aan ordening
De behoefte om ergens bij de horen
Iedereen heeft de behoefte om ergens bij te horen, dat is een oergegeven. In het
kerngezin hoor je vanwege de bloedband automatisch bij het gezin. Lid zijn van
een groep (in dit geval een gezin) uit zich onder andere in bepaalde gebruiken en
gewoontes. Bijvoorbeeld: we eten om 6 uur aan tafel, kerst vieren we met
cadeautjes etc. we hebben het vaak over onbesproken regels, die duidelijk en
voorspelbaar zijn en daardoor veiligheid en houvast bieden. Op het moment dat
een groep uit elkaar dreigt te vallen, zijn deze gebruiken een houvast.
Op het moment dat we het creatieproces van de nieuwe samenlevingsvorm
aangaan, zijn deze regels en gebruiken met name voor kinderen erg belangrijk.
Ze zorgen voor een gevoel van veiligheid, geborgenheid en houvast. Kinderen
, reageren heftig op alles wat deze veiligheid en dus hun vertrouwde omgeving in
gevaar brengt.
In een stiefsysteem hoor je in de basis niet bij elkaar. Ondanks dat we het idee
hebben dat er opnieuw een gezin gevormd wordt, blijkt het wezenlijk anders te
voelen. Dit zien we eerst in het gedrag van kinderen. vaak is het een uiting van
een gevoel waar een kind geen woorden voor kan geven. Het is vervelend, plast
weer in bed of wordt heel stil. Dit kan komen door een diep verlangen om ergens
bij te horen. Als een kind vreemd of probleemgedrag vertoont, kan dat gezien
worden als een uiting van zijn gevoel van ‘er klopt hier iets niet’ of ‘ik hoor er niet
bij’. Onbewust is het een poging om de oude groep (kerngezin) weer bij elkaar te
houden. Soms vraagt het gedrag van het kind erom dat de biologische ouders
vaker contact hebben.
Behoefte aan evenwicht in geven en nemen
Een relatie kan alleen gezond zijn als er een evenwicht is in geven en nemen. Het
gaat hier om het gevoel dat er op lange termijn een evenwicht is tussen wat we
investeren en van de ander ontvangen. Dit kan tijdelijk wel eens uit balans zijn,
maar op lange termijn is evenwicht belangrijk voor het voortbestaan van een
relatie.
In het kerngezin spelen met name de volgende loyaliteiten:
o Horizontale loyaliteit
o (existentiële) verticale loyaliteit
o Diagonale loyaliteit
Horizontale loyaliteit loyaliteit die zich ontwikkelt tussen gelijken. Bijvoorbeeld
partners, vrienden en collega’s. beiden zijn gelijkwaardig in een relatie. De balans
tussen geven en nemen is gelijk.
Verticale loyaliteit de ouders geven bij de geboorte letterlijk leven aan het
kind. Dit is de basis voor existentiele verticale loyaliteit. Hierdoor ontstaat er
tussen het kind en de ouders een omkeerbare band van wederzijdse rechten en
verplichtingen, diensten en schulden. In deze relatie zijn het hoofdzakelijk de
ouders die geven en de kinderen die nemen. Hier is dus geen sprake van een
balans. Doordat het kind zijn leven te danken heeft aan zijn ouders, geeft het er
loyaliteit voor terug. Dit betekent een diepe vorm van trouw zijn aan de ouders.
Wat een ouder ook doet, het kind zal altijd geneigd zijn om loyaal te blijven.
Diagonale loyaliteit de relatie tussen broers en zussen met dezelfde ouders is
feitelijk horizontaal, maar gezien de 100% bloedband die zij met elkaar hebben,
noemen we deze diagonaal. Dus waar je bij de horizontale loyaliteit de band nog
kan verbreken, is het tussen broers en zussen een blijvende band, ook al zie je
elkaar niet meer.
In een stiefsysteem liggen de loyaliteiten en dynamieken anders. Ze zijn
ingewikkelder. Het stiefsysteem is bovendien groter en meer open dan het
kerngezin. Hieronder een overzicht van welke loyaliteiten er kunnen zijn, naast
die van een kerngezin:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DHQNMM. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.