ETHOLOGIE RUND
Evolutie en domesticatie
Er is geprobeerd om terug te fokken naar het oorspronkelijke oerrund, dit zijn de Heck
runderen. De oorspronkelijke oeros had een schoft van bijna 2 meter (stier) en 1750 kilo.
De belangrijkste representant zijn de Heck runderen. 2 broers in Berlijn wilde de dieren
terugfokken. Er zijn 2 onafhankelijke lijnen gemaakt. Er zijn niet de meest handige
uitgangsrassen gebruikt, maar op zich voldoen de dieren best goed. In de Oostvaarders
plassen worden ze ook gebruikt. Aan eind van de winter (tussen november en maart) zijn
de stieren territoriaal en verdedigen ze hun gebied. Bijvoeren heeft dan ook geen zin, omdat
je niet weet waar de grenzen liggen.
Er is een nieuwe poging gedaan, stichting Taurus. Het doel is om dieren te fokken naar
oorspronkelijke oerrund.
Net als bij paarden geldt ook dat nergens een echt originele populatie is die niet ooit
gedomesticeerd geweest zijn.
De groepen die meest in de buurt komen zijn de Chillingham en Camargue kuddes.
De sociale organisatie is als volgt:
o In de kuddes (10 - >100 koeien) zijn sociale groepen van vrouwtjes met kalveren en
pinken.
o De stieren hebben een vrij stabiele rangorde als ze bij elkaar zijn. Het hangt af van
hoe dominant en sterk het dier is en van het aantal nakomelingen. Dit is ook vrij
lineair. Ze laten pijn en angst niet goed zien.
o Binnen in de groepen zijn permanente subgroepen. Er zijn geen families, maar
subgroepen.
o De grote kudde heeft ook als bij paarden een secundair sociaal systeem en sociale
facilitaties. Er is ook een stabiele, sociale rangorde binnen sociale subgroep, die is
redelijk lineair. Hoe groter subgroep, hoe minder lineair.
o De positie binnen de rangorde heeft kenmerken die erop van invloed zijn, die ook in
de gedomesticeerde situatie meetellen (gewicht, leeftijd, (hoorn)). De rang van
moeder heeft ook invloed, door leren hoe er een hogere rangpositie gekregen kan
worden of het is een genetische factor. Dit is lastig uit elkaar te halen.
o Jong volwassen stieren vrijgezellen groepjes buiten of aan de rand van de kudde
(solitair).
Het zijn short day breeders. Als de dagen korter worden dan gaan ze voortplanten. De
jonge stieren vormen subgroep en doen niet mee. De vrijgezellegroepen gaan aan rand
van de grote kudde zitten. Als er een leeftijd is van dekken, dan worden ze solitair en
nemen ze een territorium in tijdens het winterseizoen in.
Sensorische systemen en basis communicatie
De sensorische mogelijkheden zijn vrij groot. Er is veel interactie en communicatie.
Geur
De geur staat op de eerste plaats. Ze hebben ook veel geur klieren (poten, ogen, lies,
staart).
Ze hebben 2 organen, de neus en het vomeronasal orgaan, de ingang is aan de neuskant.
Ze hebben een bijzondere manier om contact mee te maken, namelijk flehmen en
neuslikken.
, Zo houden ze de ingang naar het vomeronasal orgaan vrij en mogelijk om de lucht wat in
beweging te brengen. Als runderen dit niet meer doen, dan zijn ze niet gezond, er is wat
aan de hand.
Geur is belangrijker dan bij de mens. Een van de dingen die ze doen is dat ze het voer
erop uitkiezen. Ze nemen niet snel nieuw voedsel op (neofoob).
Geur heeft te maken met voedseldetectie en interactie tussen dieren (sociaal en seksueel
(met name stress)).
Jonge vaarzen die net gedekt zijn komen in nieuwe omgeving, in het ene geval zijn ze met
een andere vaars erbij die redelijk normaal is, en in het tweede geval met gestreste vaars.
Als het andere dier niet aanwezig is, dan heeft het een signaal functie.
De geur heeft duidelijk informatie over eventuele gevaarlijkheid of niet prettigheid van de
omgeving. Bij slachthuizen moet hier goed over nagedacht worden zodat ze niet elkaar
gaan alarmeren en zodat ze het minst gestrest zijn.
Ze kennen geen latrines maar mesten overal. Ze vermijden wel het grazen naast
mestvlaaien.
Smaak
Smaak is gekoppeld aan geur. Runderen hebben de 5 basissmaken.
Zuur, zout, zoet, bitter en umami. De smaakperceptie bij runderen is niet zoals bij andere
zoogdieren. Ze zijn tolerant voor bitter (veel meer dan andere diersoorten), waarschijnlijk
doordat ze herkauwen, ook dit wordt gebruikt om een manier van selectie om iets wel of niet
te eten. Als iets te bitter is, is dat een signaal dat het misschien giftig is. Het is lastig om dit
op een goede manier te doen. Bij voersamenstelling maken ze hier gebruik van.
Ratten wachten af wat effect van nieuwe smaak is. Bij runderen is dit ook zo, maar mindere
maten. Ze proeven of het voedsel niet tot een probleem leidt. Als je runderen op een jonge
leeftijd met smaken in aanraking brengt, dan willen de dieren op oudere leeftijd meer dingen
eten dan als ze maar 1 voedsel hebben gehad.
Vocalisatie en gehoor
Runderen zijn niet heel erg vocaal. Als gebied onoverzichtelijk is, dan is er meer
communicatie via geluid. Bij een open vlakte zijn geur en zicht belangrijker. Het geluid is
geïndividualiseerd. Ze kunnen elkaar herkennen aan het geluid.Het geeft informatie over
leeftijd, geslacht, dominantie rangorde, reproductiestatus en emotionele status.
Het individuele geluid heeft informatie over het individu zelf en wat de status op dat moment
is. Ze maken vooral geluid op moment dat stresssignalen, zijn naast geur. Het geluid wordt
gebruikt bij slachthuizen om te zien hoe gestrest de dieren zijn.
Klaveren gebruiken het vooral bij communicatie met de moeder. Bij degene die gespeend
worden, dan zijn er allerlei vocalisaties. Het geluid van stieren is bij oestrus nauwelijks van
belang. Het gaat vooral om zicht en geur. Het geluid wat stieren maken is voor interactie
met andere stieren en het heeft niet te maken met de koe.
Er zijn gradaties van opwinding. Geluid wordt meer bij negatieve redenen gebruikt dan bij
opwinding om positief redenen.
Runderen zijn goed in geluiden uit elkaar halen en kunnen verzorgers detecteren op het
geluid. De range waarop ze kunnen horen is wat breder dan bij de mens en bij de paarden.
Ze kunnen de oren minder goed richten, en draaien daarom hun hele hoofd.
Omdat ze de oren niet makkelijk kunnen bewegen, hebben ze wel moeite om te oriënteren
en moeten ze hoofd draaien om te zien waar het geluid vandaan komt.