WETTEKSTEN SOCIAAL RECHT
5 DECEMBER 1968. - Wet betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
HOOFDSTUK I. _ INLEIDENDE BEPALINGEN.
Artikel 1. In deze wet wordt verstaan onder :
1. de overeenkomst : de collectieve arbeidsovereenkomst;
2. de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de arbeid behoort;
3. paritair orgaan : de Nationale Arbeidsraad, de paritaire comités en de paritaire
subcomités;
4. organisatie : de in artikel 3 bedoelde representatieve werknemers- en
werkgeversorganisaties.
Art. 2.§ 1. Deze wet is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers alsook op
de organisaties.
Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld met :
1. werknemers : de personen die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst arbeid
verrichten onder het gezag van een ander persoon [3 , behoudens de personen in de zin van
hoofdstuk 1 en 2 van titel 2 van de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische
relance en de versterking van de sociale cohesie, voor zover is voldaan aan de voorwaarden
van artikel 26 van voormelde wet of de personen die prestaties leveren tot het verkrijgen
van de vergoeding overeenkomstig artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992]3;
2. werkgevers : de personen die de onder 1 bedoelde personen te werk stellen;
3. een arbeidsovereenkomst : de arbeidsverhoudingen tussen de met werknemers en
werkgevers gelijkgestelde personen;
4. een bedrijfstak : de groepen van met werkgever gelijkgestelde personen, die buiten het
bedrijfsleven een gelijke of verwante activiteit uitoefenen;
5. een onderneming : de inrichtingen van de met werkgevers gelijkgestelde personen.
§ 2. De nietigheid van de arbeidsovereenkomst kan niet worden ingeroepen ten aanzien
van de toepassing van deze wet, wanneer arbeid wordt verricht :
1. ingevolge een arbeidsovereenkomst nietig wegens inbreuk op de bepalingen die de
regelen van de arbeidsverhoudingen tot voorwerp hebben;
2. in speelzalen.
§ 3. Deze wet is niet van toepassing op :
1. (degenen die in dienst zijn van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de
Gemeenschapscommissies, de provincies, de gemeenten, de daaronder ressorterende
openbare instellingen en de instellingen van openbaar nut met uitzondering van de [ 1 de
Federale Participatie- en Investeringsmaatschappi]1, van [1 de Autoriteit voor Financiële
Diensten en Markten]1, van het Participatiefonds, van de Nationale Delcrederedienst, van
de Nationale Bank van België, van de NV CREDIBE (,) van de NV Nationale Loterij (van de
Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (...), van de maatschappijen voor sociale
huisvesting erkend overeenkomstig de huisvestingscodes van de Gewesten (en van de
,naamloze vennootschappen van publiek recht "Brussels South Charleroi Airport-Security"
en "Liège-Airport-Security") <W 2005-07-20/41, art. 95, 016; Inwerkingtreding : 08-08-
2005> <W 2007-06-03/81, art. 83, 019; Inwerkingtreding : 23-01-2008> <W 2008-06-08/31,
art. 67, 020; Inwerkingtreding : 26-06-2008>
De Koning kan evenwel, bij gemotiveerd en in Ministerraad overlegd besluit, de toepassing
van deze wet geheel of gedeeltelijk uitbreiden tot die personen of bepaalde categorieën
ervan;
(De in het tweede lid bedoelde bevoegdheden van de Koning verstrijken de dag waarop de
regeling, ingevoerd bij de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen
tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel toepasselijk wordt verklaard op de
betrokken personen, die in dienst zijn van de Staat, de provincies, de gemeenten, de
openbare instellingen en de instellingen van openbaar nut.) <KB 1984-09-28/30, art. 94,
002>
[2 1/1. degenen die in dienst zijn van buitenlandse openbare overheden, met uitzondering
van de diplomatieke zendingen, de missies bij internationale organisaties die hun zetel
hebben in België, de consulaire posten en de buitenlandse diplomatieke of consulaire
ambtenaren, wat betreft hun personeel dat niet geniet van een geprivilegieerd statuut
krachtens de Verdragen van Wenen van 18 april 1961 inzake diplomatiek verkeer en van 24
april 1963 inzake consulair verkeer of ieder ander toepasselijk internationaal instrument.]2
2. (Degenen die tewerkgesteld zijn in centra voor beroepsopleiding met toepassing van de
wetgeving betreffende de arbeidsbemiddeling of beroepsopleiding van werkzoekenden;)
<W 1989-12-22/31, art. 235, 003; Inwerkingtreding : 01-08-1990> <Volgens het art. 238, "
De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk. " cfr. CN : 1990-03-
26/32>
3. (de door het Rijk gesubsidieerde personeelsleden die in dienst zijn van de
gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.) <W 11-7-1973, art. 18>
(4. werknemers aangeworven in het kader van een PWA-arbeidsovereenkomst.) <W 1999-
04-07/32, art. 24, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2000>
----------
(1)<W 2012-03-29/01, art. 54, 025; Inwerkingtreding : 09-04-2012>
(2)<W 2018-01-15/02, art. 2, 028; Inwerkingtreding : 15-02-2018>
(3)<W 2018-07-18/03, art. 32, 029; Inwerkingtreding : 20-02-2018>
Art. 3.Voor de toepassing van deze wet worden als representatieve werknemers- en
werkgeversorganisaties aangemerkt :
1. de interprofessionele organisaties van werknemers en van werkgevers, die voor het
gehele land zijn opgericht en die in de Centrale Raad voor het bedrijfsleven en in de
Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd zijn; [1 ...]1;
2. de vakorganisaties die aangesloten zijn bij of deel uitmaken van een onder 1 genoemde
interprofessionele organisatie;
3. de vakorganisaties van werkgevers die de Koning, op advies van de Nationale
Arbeidsraad, als representatief in een bepaalde bedrijfstak erkent.
[2 Worden bovendien als representatieve werkgeversorganisaties aangemerkt de
overeenkomstig de wet van 24 april 2014 betreffende de organisatie van de
vertegenwoordiging van de zelfstandigen en de kmo's erkende interprofessionele
organisaties en beroepsorganisaties die representatief zijn voor de zelfstandigen, de kleine
en middelgrote ondernemingen, het ambachtswezen en de vrije en intellectuele
,beroepen.]2
----------
(1)<W 2009-12-30/01, art. 93, 022; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<W 2018-01-15/02, art. 3, 028; Inwerkingtreding : 15-02-2018>
Art. 4. De organisaties mogen in rechte optreden in alle geschillen die uit de toepassing
van deze wet kunnen ontstaan en ter verdediging van de rechten welke haar leden putten
in de door haar gesloten overeenkomsten. Het optreden van de organisaties laat het recht
van de leden onverkort om zelf op te treden, zich bij een vordering aan te sluiten of in het
geding tussen te komen.
Van de organisaties kan evenwel maar schadevergoeding wegens niet-naleving van de uit
een overeenkomst voortvloeiende verplichtingen worden gevorderd in de mate waarin
zulks door de overeenkomst uitdrukkelijk is geregeld.
Tenzij de statuten het anders bepalen, worden de organisaties in rechte vertegenwoordigd
door de persoon die met het dagelijks beheer van de organisatie is belast.
HOOFDSTUK II. _ COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST.
AFDELING I. _ BEGRIPSOMSCHRIJVING EN INHOUD.
Art. 5. De collectieve arbeidsovereenkomst is een akkoord dat gesloten wordt tussen één
of meer werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties of één of meer
werkgevers en waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen werkgevers en
werknemers in ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgesteld en de rechten en
verplichtingen van de contracterende partijen worden geregeld.
Art. 6. De overeenkomst kan worden aangegaan in een paritair orgaan door één of meer
werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties en buiten een paritair
orgaan door één of meer werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties
of één of meer werkgevers.
Art. 7. De werkingssfeer van een overeenkomst die in de Nationale Arbeidsraad is
aangegaan, strekt zich uit tot verschillende bedrijfstakken en tot het gehele land.
Evenwel kan in de Nationale Arbeidsraad een overeenkomst worden gesloten voor een
bedrijfstak, die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer een
opgericht paritair comité niet werkt.
Art. 8. De Koning bepaalt, op eensluidend advies van het paritair comité, of de
overeenkomsten gesloten in een bij artikel 37 bedoeld paritair subcomité, goedkeuring van
het paritair comité behoeven.
Indien goedkeuring vereist is, beslist het paritair comité daarover binnen de maand die
volgt op de datum waarop de overeenkomst aan het comité is toegestuurd, zoniet wordt zij
geacht te zijn goedgekeurd.
Art. 9. Nietig zijn de bepalingen van een overeenkomst die :
1. strijdig zijn met de dwingende bepalingen van wetten, besluiten en in België bindende
internationale verdragen en verordeningen;
, 2. die regeling van de individuele geschillen aan scheidsrechters toevertrouwen.
Art. 10. Nietig zijn :
1. de bepalingen van een overeenkomst gesloten in een paritair comité, die strijdig zijn
met een overeenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad;
2. de bepalingen van een overeenkomst gesloten in een paritair subcomité, die strijdig zijn
met een overeenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad of in het paritair comité
waaronder het subcomité ressorteert;
3. de bepalingen van een overeenkomst gesloten buiten een paritair orgaan, die strijdig
zijn met een overeenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad of in een paritair comité
of subcomité, waaronder de betrokken ondernemingen ressorteren.
Art. 11. Nietig zijn bedingen in een individuele arbeidsovereenkomst en bepalingen van
een arbeidsreglement, die strijdig zijn met bepalingen van een collectieve
arbeidsovereenkomst die voor de betrokken werkgevers en werknemers bindend is.
AFDELING II. _ AANGAAN EN BEEINDIGEN.
Art. 12.De afgevaardigden van de organisaties worden geacht bevoegd te zijn om de
overeenkomst namens hun organisatie te sluiten. Dit vermoeden is onweerlegbaar.
Indien de overeenkomst in de Nationale Arbeidsraad wordt aangegaan, worden alle in
artikel 3, tweede lid, bedoelde organisaties beschouwd als één enkele organisatie die
vertegenwoordigd wordt door de leden benoemd op voordracht van de [ 1 Hoge Raad voor
de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen]1.
----------
(1)<W 2009-12-30/01, art. 94, 022; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
Art. 13. De overeenkomst wordt, op straffe van nietigheid, schriftelijk aangegaan.
De overeenkomst wordt in het Nederlands en in het Frans gesteld. Zij wordt echter in de
taal van het gebied gesteld, wanneer zij uitsluitend voor het Nederlandse, het Franse of het
Duitse taalgebied geldt.
Art. 14. De overeenkomst wordt ondertekend door de personen die ze namens hun
organisatie of in eigen naam aangaan. Deze handtekeningen kunnen worden vervangen
door :
1. de vermelding dat de voorzitter en de secretaris van het paritair orgaan de door de
leden goedgekeurde notulen van de vergadering hebben ondertekend;
2. de handtekening van een lid van elke organisatie die vertegenwoordigd is in het paritair
orgaan waarin de overeenkomst is gesloten;
3. de handtekening van degene die de partijen bij een arbeidsgeschil heeft verzoend en die
bevestigt dat de partijen hun instemming met het protocol van verzoening hebben betuigd.
Art. 15. De overeenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd, voor onbepaalde tijd of voor
bepaalde tijd met verlengingsbeding.
Behoudens andersluidend beding in de overeenkomst kan elke partij de overeenkomst
voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd met verlengingsbeding opzeggen. Gedeeltelijke
opzegging is alleen mogelijk indien de overeenkomst zulks uitdrukkelijk bepaalt.