THEORIE VAN GROEPSDYNAMIEK
& SAMENWERKING
1
,INLEIDING
Groepsdynamica Wat?
o Traditioneel: ‘de werking van groepen’
o Onze focus: taakgericht groepswerk
Groepsdynamica is eigenlijk gewoon alles wat te maken heeft met het werken in groepen.
Het is heel breed daarom focussen wij ons in dit vak enkel op taakgericht groepswerk: namenlijk de
situatie waarin mensen samenwerken om een bepaalde taak/doel te realiseren (bv. medewerkers die
samenwerken in een team of studenten die samenwerken in een groepswerk… vaak zijn deze
groepen ook niet vrijwillig samengesteld)
Het micro aspect is ook heel belangrijk: we kijken naar de mens niet enkel wat een mens zegt maar
hoe die zich gedraagt … alle details zijn belangrijk!
I. Een typische bril
"het onderzoeksgebied gewijd aan het bevorderen van de
kennis over de aard van groepen" (Cartwright & Zander,
1968, p. 7).
Zoals eerder gezegd ligt onze focus op taakgericht groepswerk (mensen die samenwerken om een
bepaalde taak/doel te bereiken) Typisch zitten daar 2 belangrijke componenten in:
1. Taakaspect (rolverdeling, gemeenschappelijk doel, …)
2. relatieaspecten hoe mensen met elkaar omgaan in een groepswerk ( erkenning,
communicatie, ondersteuning, motivatie,…)
Belangrijk is niet om op 1 van de 2 in te spelen maar op beide aspecten in te spelen en zo een goede
balans te creëren.
Je hebt zowel leiders als volgers, en beide moeten zowel taakgericht als relatiegericht zijn
Oefening observatie – hoeveel knikkers zitten er in de pot
De bedoeling van deze oefening is om 4 studenten vanvoor in de klas te laten raden hoeveel
knikkers er in de pot zitten. De andere studenten moeten hun gedrag gaan observeren.
Wat werd er opgemerkt? Er was 1 iemand die de leiding nam, dan volgde de rest. Er werd veel
gelachen, er was een ontspannen sfeer. Kwamen uiteindelijk tot gezamenlijke conclusies.
Oefening observatie – Wie is er verantwoordelijk
De studenten vormen groepjes van minstens 8 mensen waarbij 6 mensen het spel gaan spelen den
de overige studenten gaan observeren. De studenten die het spel spelen krijgen een verhaal. In dit
verhaal gaat de vrouw vreemd en wordt uiteindelijk vermoord. De bedoeling is dat die 6
studenten de 7 personages die in het verhaal meededen gaan rangschikken van meest
verantwoordelijke naar minste verantwoordelijke. De observators moeten noteren wat ze zien
gebeuren.
Ten eerste: Hoe ging de samenstelling van de groepen? Redelijk chaotisch (is normaal) eigen aan
de context.
2
, Bespreking binnen groepen:
Groep 1: Er ontstonden subgroepen, zinnen begonnen met ‘ik vind…’, Tot conclusie gekomen door
te stemmen
Groep 2: Meer tot compromis gekomen , er zat ook 1 student op tafel en dat was degene die
stuurde. (die zat op een visibele plaats en had meer mogelijkheden om mensen aan te spreken en
dus gemakkelijker om te leiden) => Hoofd van de tafel effect
Groep 3: 3 mensen domineerde, 1 zei zelfs niets. Ze spraken heel luid en domineerde daarmee.
Wat leren we hieruit? Dat Structuureffecten zeer belangrijk zijn want als je bv gewoon allemaal
tegenover mekaar ga zitten ga je meer met die persoon voor u praten terwijl als je in cirkel zit is
het veel makkelijker om met iedereen te communiceren.
Wat is dat, een groep?
o Twee of meer individuen die met elkaar verbonden zijn in sociale relaties
Van duo’s tot collectieven
Collectieve groepen: massa’s , duo’s: 2 mensen, …. --> soorten groepen*
Verbonden in een netwerk, zijn ‘gelinkt’
Gaan met elkaar om, méér dan enkel een categorie
o Met oog op taakgericht groepswerk: interactie tussen taak (doel) en relatie
o Onderling afhankelijk*
*De verschillende afhankelijkheidsvormen:
Bolletjes personen
Pijltjes: in welke richting de
communicatie verloopt
1) Unilaterale afhankelijkheid: eenzijdig afhankelijk -> persoon D gaat drie andere persoon
individueel aanstuurt. Dus geen onderlinge relaties maar individuen die losstaan van mekaar.
2) Sequentiële afhankelijkheid: Persoon A geeft door aan B en B geeft door aan C (typisch voor
bandwerk in de industrie) en dan uiteindelijk alles samen laten komen bij de laatste persoon.
3) Mutuele/reciproque afhankelijkheid: Pijltjes gaat in beide richtingen en iedereen hangt
eigenlijk af van iedereen. (De meest complexe vorm/ de moeilijkste)
4) Multi-level afhankelijkheid: Meerde niveaus van afhankelijkheid. Enkel de onderste hebben
geen onderlinge afhankelijkheid. Dit zijn ook structuren die zich het meest kunnen lenen bij
rolconflicten: degene die niemand echt aansturen maar aangestuurd worden, weten die vaak
3
, niet wat ze moeten doen want E zegt iets maar F zegt iets anders dus belangrijk dat level 2
dan op dezelfde golflengte zit.
Als je groepswerk doet, onder welke vorm zou je dan moeten passen => mutuele/reciproque maar
wat zien docenten vaak? De sequentiële waar de taken gewoon verdeeld worden en niet echt wordt
samengewerkt. Maar welke problemen krijg je? Je verliest aspecten die tot beter resultaten kan
leiden. Je verliest veel info bij de sequentiële.
Structuur: rollen en normen
Was dit al duidelijk bij de oefening? Zo ja, welke?
Typisch aan groepen => ze gaan altijd een structuur hebben, ookal is dat chaos ofzo.
De groepen gaan zich structureren op basis van rollen (wie doet wat in een groep) en normen (de
gedragsregels die gelden in de groep)
- Rol kan bijvoorbeeld zijn: leiderschap nemen, of eerder een volger zijn.
- Norm is dan bijvoorbeeld: discussiëren nml iedereen aanbod laten komen.
Groepen kunnen conflictvermijdend zijn of juist heel open voor zijn.
Groepen die gevoeliger zijn voor conflicten (dat is een norm) daar is dat moeilijker om om te gaan
met iemand die het er niet mee eens is want ze willen geen conflict creeëren maar willen er
misschien wel iets van zeggen …
Cohesie
Viel hier al wat op in de oefening? Zagen jullie cohesie?
Iedere groep heeft ook altijd een vorm van cohesie aanwezig.
Vele soorten groepen
Er zijn wel miljoenen soorten groepen maar onderzoekers wisten ze onder te verdelen in beperkt
aantal basiscategorieën of clusters
o Primaire groepen: de mensen die nauw aan ons hart liggen, familie, vrienden, .. Waar je
speciale band mee hebt. Ook de militaire squads: die zorgen voor mekaar, maken veel mee
met elkaar
o Sociale groepen: alle groepen die samenkomen omwille van een bepaald doel/interesse. Der
is een grotere reden waarom die groep bestaat. Samenwerken omwille van een taakis ook
een sociale groep net zoals hobby’s enzo. Daarnaast kan er ook een primaire groep bestaan
binnen een bepaalde sociale groep.
o Collectieve groepen: Massa’s, mensen hebben niets met elkaar te maken maar vormen
spontaan wel een groep die maar een tijdje bestaat. Bv mensen die naar pkp gaan, of als er
brandoefening is en alle studenten staan buiten te wachten, …
4