begrip cursus armoede kloven Lafaille
6 criteria afbakenen afwijkend gedrag statistisch, pathologisch, functionalistisch, sociaal-normatief, ethisch of 20
moreel, nominaal
aangeleerd gedrag 28
Aberrant behavior Het gaat om een aanpassing binnen de bestaande culturele en sociale 37
structuur. Hieronder valt conformisme, innovatie en ritualisme
Aberrant gedrag 1)Tracht de normovertreding te verbergen 65
2)Erkent de legitimiteit van overtreden normen
3)Probeert aan sanctionering te ontsnappen
4)Wordt gezien als iemand die afwijkt van normen op grond van
persoonlijk belang
5)Heeft niet iets nieuws aan te bieden of iets waardevols aan de wereld
6)(criminaliteit, alcoholisme, …)
Absolute abnormaliteit Heeft een constitutionele basis en komt in elke maatschappij voor 23 78
absolute en relatieve norm 51
absoluut begrip 51
afwijkend gedrag 21, 22, 63, 66,
23, 24, 213,
25, 35 216,
235,
240
Anomie Plotselinge, normatieve ontregeling van de samenleving waardoor de 31, 34 179
sociale activiteiten ontwricht raken
,Anomie Het niet op elkaar afgestemd zijn van cultuur en structuur 31, 34 180
Anomie of normloosheid Heersende sociale normen hebben hun betekenis verloren. Het individu 31 165,
weet niet meer hoe het zich moet gedragen 166
Anomische arbeidsdeling Er is geen sprake van een toename van sociale integratie, maar er vindt 33
zich juist een ontregeling van de samenleving plaats die gespaard gaat met
anomische zelfmoord onderlinge onenigheid en strijd. 34
Antropocentrisme Proces dat bestaat uit individualiseringsproces en het proces van 18, 19
vermaatschappelijking
Armoede Je hebt niet voldoende inkomen om in deze welvaartsmaatschappij op een 4, 5, 19, 1, 5, 6 43
redelijke manier deel te nemen aan het economische, sociale, politieke en 51, 60
culturele leven
Armoede Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over 64, 65 4
meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt
de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving.
Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen
armoede is relatief gradueel, meer-dimensioneel en tijdsdimensie 12
armoedebestrijding 2
Autonomie van de socioloog Op logische of wetenschappelijke gronden moet men uitmaken wat een 10
sociaal probleem is.
behandelingsmodel voor armoede 6 modellen, tabel Maria De Bie 2
Beliefs Opvattingen over hoe de werkelijkheid er uitziet 155
bestaansminimum 69 7
Bestaansonzekeren Huishoudens levend in moeilijke financiële omstandigheden, maar die nog 13
niet uitgesloten zijn van minimale leefpatronen
bestaansonzekerheid 65, 68 8
bestaansonzekerheidsdrempels 68
blaming the victim 78
Budgetmethode Begint met een opstelling van een lijst of korf van goederen en diensten 13
waarvan het gebruik strikt noodzakelijk geacht wordt
, civil society maatschappelijk middenveld 1
collectieve bestaan 65
collectieve definiëring 6
Conflicts of standards of een situatie van Binnen elke samenleving bestaan veel varianten van een 30, 31 166
cultuurconflict gemeenschappelijk cultuur, er is met andere woorden geen homogene
cultuur. Er is dus pluralisme in gedrag, maar ook pluralisme in afwijkend
gedrag
Conformisme Individuen passen zijn aan de cultureel geformuleerde doeleinden en aan 36
de institutionele middelen
Conscience collective of collectief bewustzijn Geheel van gevoelens en overtuigingen dat leden van een zelfde 33
samenleving gemeenschappelijk hebben
constructionisme 48bis
Cultural lag Twee of meer delen van de cultuur ontwikkelen zich op een verschillend 136
tempo en daardoor zijn zij niet meer aan elkaar aangepast
Cultureel absolutisme Sommige vormen van afwijkend gedrag worden in bijna alle 23 77, 80
samenlevingen teruggevonden. De weinige uitzonderingen betreffen
samenlevingen die zelf abnormaal zijn (incest en …)
Cultureel relativisme Wat wij in het westen beschouwen als afwijkend gedrag, wordt in andere 23 77, 78
samenlevingen als volkomen normaal beschouwd
Culturele dimensie Uitsluiting van deelname aan dominante systemen van betekenisgeving 50
(de ideale normen, wetgeving of beeld van uiterlijk, boekjes, …)
culturele ontstaansvoorwaarden 18
Cultuurtransmissie-theorie In stadswijken is er een bepaalde cultuur aanwezig die aan de nieuwe 29 161
bewoners wordt overgedragen
Defectives Personen die niet kunnen worden gesocialiseerd (mensen die niet kunnen 91
Delinquents Personen die de socialisatie verwerpen (mensen die niet willen werken) 91
Dependents Personen waarbij beperkte socialisatie mogelijk is (mensen die willen 91
werken, maar begeleiding nodig hebben)
deprivatie-index 51 6
Deviance Deviantie 45 224
Deviant gedrag Gedrag dat men aldus bestempelt (homo, moordenaar, dief, dokter) 207
Deviantie Ontstaat door het etiketteren van een individu tot deviant 21, 25, 67
27, 39