In de praktijk blijkt dat kennis van het niveau van de emotionele ontwikkeling van een
cliënt nodig is om de begeleidingsstijl te laten aansluiten bij de noden van de cliënt. Bij
veel cliënten merken we een kloof tussen de verstandelijke en de emotionele
ontwikkeling. Vaak zijn beiden niet gelijklopend ontwikkeld en kunnen we hiertussen
en discrepantie ( = ongelijkheid) opmerken. Dit kan ertoe leiden dat de cliënten heel
vatbaar worden voor het ontwikkelen van psychische- &/ gedragsproblemen.
2 De sociaal-emotionele ontwikkeling volgens Dosen
De emotionele ontwikkeling verloopt fasisch
2.1 Emotionele ontwikkeling verloopt in 5 fasen
2.1.1 Fase 1: adaptiefase (0;0 – 0;6)
In deze fase is het kind voornamelijk bezig met zich aan te passen aan de wereld
buiten de baarmoeder. Door de regelmaat in verzorging en de vastheid van de
eerste zorgfiguren ontdekt de baby geleidelijk aan bestaande structuren van tijd,
ruimte en personen. Het kind zendt signalen uit om reacties van de omgeving uit te
lokken. Dit proces van zich optimaal op elkaar afstemmen vormt de basis voor de
verdere socio-emotionele ontwikkeling
Goed basis gelegd voor verder ontstaan van hechtingsdrang
Slecht kind wordt uiterst gevoelig voor alle zintuiglijke prikkels die op hem
afkomen en krijgt deze niet meer geordend totale chaos en voortdurende stress
2.1.2 Fase 2: eerste socialisatiefase (0;6 – 1;6)
In deze fase is er een toegenomen sociale gerichtheid en een actievere uitwisseling
van informatie en gevoelens. In deze fase staat het hechtingsproces tussen het
kind en zijn belangrijke verzorgers centraal. Het kind voelt zich nog één met de
verzorger. In deze fase begint het kind basale emotionele veiligheid op te bouwen
en begint het zich te hechten. Het spanningsveld in deze fase situeert zich tussen
enerzijds vertrouwen en anderzijds wantrouwen. Dit is een mijlpaal in de
ontwikkeling: het is letterlijk de basis
Goed veilige hechting: het kind vertrouwt er op zijn opvoeders hem niet in de
steek zullen laten
Slecht onveilige hechting: kinderen kunnen hier blijvende schade aan
overhouden en specifieke problemen vertonen.
, 2.1.3 Fase 3: eerste individualisatiefase (1;6 – 3;0)
In deze fase ontstaat een sterker onderscheid tussen ‘ik’ en de anderen. Het
spanningsveld in deze fase is er één van autonomie versus afhankelijkheid. Het
kind wil in deze fase enerzijds loskomen van de hechtingsfiguur en anderzijds is
het bang om deze te verliezen. De behoefte aan basisveiligheid blijft aanwezig
om van daaruit de omgeving te ontdekken.
Kenmerkend voor deze fase is dat het kind meer controle krijgt over zijn eigen
lichaam, het wordt zindelijk, het kan zich verbaal beter uiten, kan stappen,… het
kind wordt zich steeds meer en meer bewust van wie hij is, het denken is echter nog
zeer egocentrisch. De eigen wil wordt eerst op een negatieve en koppige manier
duidelijk gemaakt, het kind ontdekt het woordje ‘neen’ en ‘ik’. Het kind wil ook
alles zelf doen en zo invloed uitoefenen op de omgeving. Dikwijls wordt dit als
destructiviteit opgevat, maar eigenlijk is het een manier om de wereld met zijn
grenzen te verkennen. Wanneer de eigen wil wordt ingeperkt kan dit gemakkelijk
leiden tot frustratie en driftbuien. Het is belangrijk dat opvoeders deze kwaadheid
kunnen opvangen. Het kind kan ook nog niet echt onthouden wat wel en niet mag,
geleidelijk aan wordt dit geleerd. Het kind heeft nog geen schuldgevoel, hoogstens
het besef dat het iets verkeerd gedaan heeft. Het kind zoekt wel al contact met
andere kinderen, maar er is nog geen sprake van samenspel. Nog geen ‘theorie of
mind’.
Goed het kind maakt het onderscheid tussen ‘ik’ en de anderen, leert grenzen
kennen en aanvaarden.
Slecht wanneer er zich problemen in deze fase voordoen treedt er een stoornis op
in de autonomie-ontwikkeling
Actief dit kan zich uiten in het actief te laten gelden op een negatieve manier
en negatieve gevoelens proberen te ontvluchten. Bij deze vorm merken we
uitdagend, ontremd, agressief en asociaal gedrag, er wordt gereageerd
volgens het lust-onlust principe.
Passief dit kan leiden tot een volledige afhankelijkheid, overgave en
passiviteit. Bij een afhankelijke opstelling merken we passief, teruggetrokken,
bang en integrerend gedrag.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lonewolf. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.