Fiscaal recht
Deel 1: Overzicht
1 Het begrip belasting
De OH legt ons dat op, we betalen het aan de staat = verplichte bijdrage. Dit staat nergens in het wetboek.
1.1 Definitie
Het wordt ons opgelegd, het is gedwongen. Geen eensluidende definitie (taks, heffing, recht, bijdrage, etc.)
verschillende benamingen. ! Laat u niet vangen ! Verplicht betalen aan OH = belasting. Gebruikt om land te
doen draaien.
Uit rechtspraak blijkt dat belasti ng volgende bestanddelen omvat:
1. De overheid: Verschillende OH die bevoegd zijn om belasting op te leggen. Federale staat, gewest,
gemeenschap, provincie, gemeenten (p.m. agglomeraties/federaties van gemeenten)
2. Opgelegd door regels: Regels nodig, het mag niet zomaar opgelegd worden. Toepassing
legaliteitsbeginsel (Art. 170 G.W.), “no taxation without representation”. Niet de uitvoerende macht maar
door de burgers democratische verkozen tegenwoordigers Kiezen wie & hoeveel € betalen.
o Steeds groter wordende invloed internationaal en Europees belastingrecht: Btw (RL
2006/112/EG), EU regels inzake vrij verkeer, staatssteunregels, dubbelbelastingverdragen
3. Eenzijdig opgelegede én verplichte bijdrage: BP heeft geen keuzemogelijkheid, in geld. OH kan sancties
opleggen (en evt. dwangmaatrelen bij niet-betaling)
4. Opgelegd op personen/feiten die band hebben met het territorium: De overheid kan haar
bevoegdheden slechts uitoefenen binnen haar territorium, er is dus een bepaalde band met België nodig.
o Vb: inwonerschap (inkomstenbelasting), bezit onroerend goed (belasting niet-inwoners),
erfbelasting (laatste woonplaats in gewest), stellen belastbare handelingen (btw), etc.
o Niet-inwoners? “To boost the British economy I'd tax all foreigners living abroad.”
o Stel je gaat naar FR met auto, over grens kom je controleur tegen. En dit zegt je moet nu
belasting betalen. Op alle inkomsten uit België
Dit mag niet want je mag enkel b vragen op Belgische woonachtigen. Zolang er een
band is met België mag er een belasting gehoffen worden.
België: Enkel mensen die woonachtig zijn kunnen belast worden.
5. Bestemd om diensten van algemeen nut te financieren: Verplichting ongeacht gebruik openbare
goederen/diensten, afwezigheid aanwijsbare of individuele tegenprestatie (in principe)
o Belastingen komen in 1 pot voor publieke goederen te financieren, ongeacht of je er gebruik van
maakt of niet. Het kan voor om het even welke overheidsuitgave worden besteed. Ze worden
gekenmerkt door de afwezigheid van een aanwijsbare en individuele tegenprestatie.
1.1.1 Andere soorten bijdragen
Sociale zekerheid (‘parafi scale heffi ngen’)
= Ook verplichte bijdrage, maar voor specifieke sociale risico’s zoals pensioenen of werkloosheidsuitkering.
Het wordt niet voor publieke diensten gebruikt, dus geen belastingen. ↔︎ Belastingen: Hierbij weet je niet
voor wat dat gebruikt wordt.
In economische termen worden deze wel als belastingen beschouwd → parafiscale heffingen.
1
,Retributi es (art 173 GW)
= Geen verplichte bijdrage en specifiek. Bv. haven- en kaaigelden, parkeergelden Technisch gezien geen
belasting. Niemand verplicht om op die brug te rijden. Geen gebruik van algemeen nut, want wordt gebruikt
voor die brug, straat etc iets voor anderen.
KM-heffing wordt in Vl & Brussel wel beschouwd als belasting. Je betaalt als je rijdt met wagen afhankelijk van
#km dat je rijdt. Pas bij echte belasting dus niet bij retributies, zijn er mechanismen in de grondwet die ons
beschermt.
↔︎ @ Wallonië = retributie. Ze beschouwen het als een vergoeding die een publiekrechtelijk persoon
ontvangt voor gebruik van de wegen door een voortuig. Het beschikking stellen van de weg is dan eigenlijk
een “dienst” van de OH.
Verhaalbelasti ngen
Verplicht en een specifiek karakter. Vb: belasting die u soms betaalt als er een nieuw wegdek wordt aangelegd
voor uw huis. Stel je geraakt zonder wegdek amper thuis dus je vraagt aan gemeente voor die wegdek aan te
leggen dan zullen zij vragen voor te betalen. = duur.
Verschil met retributies
De verhaalbelasting is sowieso verschuldigd, dus ook wanneer de belastingplichtige hier geen persoonlijk
voordeel uit haalt of er geen beroep op doet.
1.1.2 Hoofdonderscheid tussen soorten belastingen
Direct vs. Indirect
- Direct: Belast duurzame toestand (inkomsten uit activiteit of vermogen) – geïnd via aanslagbiljet
o Personenbelasting: u krijgt tijdens heel 2019 inkomsten en in 2020 zegt fiscus wij belasten. Vaak
betrekking op vermogen/inkomens. Je moet zelf aangifte doen hoeveel je verdiend hebt. Fiscus
stuurt aanslagbiljet (= uitnodiging tot betalen van fiscus)
o Je betaalt deze wel degelijk, je kan deze niet afwentelen terwijl bij indirect belasting de
belastingplichtige de kosten wel van zich afwentelt.
- Indirect: Belast afzonderlijke feiten of handelingen – geïnd per transactie
o Economisch effect: de betaler wentelt de kosten af. Bv.: Btw. Je merkt die niet vaak op.
Hebben betrekking op bepaalde transactie (je koopt schoenen, hierin zit btw. Dit betaal je
door de transactie). De verkoper moet deze 21% btw doorstorten naar de fiscus.
o Op resto bv ‘exluding 10% taks’ is ook een voorbeeld van indirecte belasting
1.2 Functies
2
,1.2.1 Functies
Financieel
Bron van inkomsten voor de staat. Nodig voor de begroting & nadien terug uit te geven.
Hiermee worden brandweren, ziekenhuizen betaald. Inschrijvingsgeld is goedkoper dan het zou moeten
zijn. @ VS veel duurder want belasting is er veel lager en druk wordt bij burger gelegd. Hierbij kan je gebruik
maken van verschillende publieke diensten.
Herverdelend
Sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Rijke betalen meer belasting dan armen.
- 1ste correctie: Tarief in personenbelasting ↗︎naarmate je meer inkomsten krijgt.
- 2e correctie: De belastingvrije som, deel inkomen waarop je geen belasting betaald = verdelend.
Gedragsturend
Men beloont & straft mensen met fiscaliteit. Met het doel mensen in een bepaalde richting te sturen
- Bv: frisdrank, telkens belasting vragen als je frisdrank koopt. Hierdoor zal vraag ↘︎. Ook met accijnzen op
alcholol en tabak.
- Bv: korting als mensen energiebesparende maatregelen nemen.
- Bv: ondernemingen die aan onderzoek & ontwikkeling doen betalen minder belastingen om dit te
stimuleren.
1.2.2 Streefdoelen
Een goede belasting bestaat niet, een belasting in de ideale wereld voldoet aan
1. Billijkheid: Sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Mensen met hogere financiële draagkracht
moeten meer betalen
2. Rechtszekerheid: Regels moeten voldoende lang in werking zijn om te weten wat van ons verwacht
wordt. Dit is niet altijd het geval. Regels worden dagelijks veranderd.
3. Efficiënt & praktisch uitvoerbaar: Het moet eenvoudig zijn. + praktisch uitvoerbaar stel je zit id
regering en je voert belasting op vermogen in, bv mensen die schilderij hebben. Is dit uitvoerbaar? Zullen
mensen spontaan een aangifte doen dat ze een duur schilderij hebben? Plus wie controleert dit, wat is
duur? …
1.2.2.1 2 voorbeelden dat het soms tegenspreekt
Voorbeeld 1: kindergeld
Rekening houden met alle situaties van gezinnen, hebben ze een oppas, hoe oud zijn ze, gehandicapt,
hoeveel? Een familie met meer kinderen heeft minder € over dan met minder kinderen. Is dit wel efficiënt?
Neen, want als je met alles rekening moet houden heb je 10-tallen codes (niet realistisch). Dus het is niet te
combineren (billijkheid en efficiëntie)
Voorbeeld 2: woonbonus
Complex. Moeilijk om met iedereens persoonlijke situatie rekening te houden.
3
, 1.2.3 Volgorde belastingen (principieel)
- Stap 1: productie van inkomsten: Inkomstenbelasting. WG’er gaat belasten. Je krijgt nettoloon, dus je
betaalt belasting voor het louter krijgen van geld.
- Stap 2: bezit van inkomsten: Vermogenbelasting. Je wordt belast als je hebt. Belasting op onroerende
goederen.
- Stap 3: consumptie van inkomsten: Consumptiebelasting (btw). Je wordt belast als je iets consumeert
(drinken, eten)
- Stap 4: vervreemding (andere dan consumptie) van inkomsten. Als je sterft, krijg je erfenis.
2 Grondregels van de belastingheffing
2.1 Klassieke structuur van een belasting
Hoe ziet een belasting eruit?
1. Toepassingsgebied
o Personeel (wie is onze persoon die betaalt?), materieel (wat gaan we belasten? Inkomsten of
transactie?) en temporeel (welke handeling wanneer?
2. Grondslag van de belasting
o Welk bedrag? Bv. Belastbare basis (IB), maatstaf van heffing (btw)
IB = bedrag waarop je tarief toepast (100)
MVH = bij schoenen bedrag = € 100, btw = 21% 121 totaalprijs
3. Tarief: Welk percentage?
4. Moment van betaling van de belasting
o Inkomstenjaar 2019 (alle inkomsten die we hebben ontvangen) – Aanslag jaar 2020 (Betaald jaar
daaropvolgend)
5. Procedure
o Hoe wordt de belasting geïnd? Aangifte, controlemaatregelen, etc.
6. Sancties
o Administratieve en strafrechtelijke sancties
2.2 Aftrekbare kost of belastingvermindering?
Er kunnen kortingen gegeven worden op zowel het tarief, de belastbare grondslag en de te betalen belasting.
- Aftrekbare kost: De belastbare grondslag zal verminderen.
- Belastingvermindering: Rechtstreekse vermindering van de te betalen belasting.
Wat is het voordeligste (EX vraag)
€ 100 * 50% = 50 belasting betalen. Sommige inkomsten gaan we niet belasten, niet 100 maar € 80 =
aftrekbare kost. Wat is het voordeligst voor u? Aftrekbare kost van 20 of belastingvermindering van 20?
Antwoord: belastingvermindering aangezien er direct ingegrepen wordt op de belasting. Bij het inbrengen van
de aftrekbare kost, moet het bedrag wel nog aan het tarief passeren.
2.3 Grondwettelijke regels
Van zodra een heffing een belasting is, treden er beschermingregels in werking. Veel regels in de grondwet die
de belastingplichtige beschermt.
4