DEEL 1: WERKEN IN EN MET DE CONTEXT
WELZIJNS- EN ZORGBELEID VOOR OUDEREN
AUTONOMIE (ZELFMANAGEMENT, EMPOWERMENT)
Taak hulpverleners: autonomie Behouden/herstellen/ondersteunen/verbeteren
3 ONDERDELEN
Autonomie
Zelfmanagement
empowerment
AUTONOMIE
= Onafhankelijk zijn van anderen en handelen naar eigen wensen en inzichten zonder te
schaden.
Personen kunnen op zichzelf beslissen en handelen. Als het gevaarlijk wordt, wordt er
ingegrepen.
Hoe kan je dit toepassen?
Bij personen met dementie die nog thuis wonen, maar die meer en meer beperkingen
beginnen te vertonen. Bv dag- nachtritme gaan verwisselen. Vergeten van gasvuur afzetten
hier schaadt de patiënt zichzelf en de medebewoners
ZELFMANAGEMENT
= dat mensen met een chronische aandoening zelf kunnen kiezen in hoeverre men de regie
over het leven in eigen handen wil houden en mede richting wil geven aan hoe beschikbare
zorg wordt ingezet, om optimale kwaliteit van leven te bereiken of te behouden.
Hierbij kan iemand dus zelf beslissen of hij hulp wilt, welke soort hulp en van wie hij hulpt
krijgt.
Het is het zodanig omgaan met de chronische aandoening dat de aandoening optimaal
wordt ingepast in het leven.
1/3 mensen ervaart een probleem.
De relatie zorgvrager en zorggever staat centraal.
Zelfmanagement is geen doe het zelf, maar doe het samen zorg!
Competentie van de zorgverlener
o Kennis overdracht (juiste vragen stellen, goed luisteren)
o Coachingsvaardigheden (niet direct oplossingen geven, maar vragen aan
welke oplossingen de cliënt denkt)
o Wegwijzen in medische voorzieningen
1
, Competentie van de zorgvrager
o Ziekte specifieke kennis en vaardigheden (wat weet en kan je?)
o Vertrouwen in eigen kunnen en vermogen tot zelfontplooiing
o Realiseren dat je er niet alleen voor staat.
EMPOWERMENT
= een proces van versterking waarbij inviduen greep krijgen op de eigen situatie en hun
omgeving. En dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en
het stimuleren van participatie.
er dus voor zorgen dat mensen opkomen voorzichzelf en zelf de touwtjes in handen
nemen.
Als ergo moet je de mensen betrekken om ze niet te vereenzamen, om ze zelf te laten
beslissen over dingen, om deel te kunnen nemen,…
Hoe plaatsen we dit in de context?
Empowerment werkt slechts als hij wordt uitgewerkt over verschillende systeem niveaus
Macroniveau
o Gemeenschap:
= maatschappelijke structuren, de overkoepelnde beheerraden,
koepel organisaties en beleidsmakers
o Bijvoorbeeld: Vlaamse ouderenraad
= advies- en inspraakrogaan
Sensibiliseringsacties voor ouderen
Doen onderzoeken rond ouderen
Mesoniveau
o Organisatie
= omgevingsstructuren, persooneels-omkadering en kwalitifacties en
competentied van de MDT, de visie en de werking
o Empowerment moet wel opgenomen zijn in de visie en het beleid
o Bijvoorbeeld: de gebruikersraad
Is een wettelijke verplichting die moet worden opgenomen in de
structuur in de WZC
Moet minstens 1x/trimester vergaderen (om de 3 maanden)
Bestaat uit; bewoners, familie, mantelzorgers,…
Lanceren ideeën, uiten kritiek,…
Micronivea
o Invidivdueel
Het individu, de oudere en zijn sociale relaties
o Gericht op het activeren vd betrokkenen
o Vergroten van de weerbaarheid en de veerkracht
o Je zorgt dat de oudere zelf gaat ondernemen, zelf bepaald van wat hij wil
doen
Hou als ergo rekening met de mogelijkheden, beperkingen en de
interesses van de cliënt!
2
,Ontbreekt er 1 van deze systemen, is er geen sprake van empowerment
Hoe doe je dit nu in de praktijk?
Bv. Wanneer een patiënt zijn medicatie niet wilt innemen, dien je hem niet te dwingen. Je
moet je proberen inleven in de patiënt zijn wereld en hem zodanig empoweren dat hij de
medicatie zelf wilt innemen.
Op micro niveau ga je de cliënt activeren met als doel het vergroten vd weerbaarheid en de
veerkracht. De cliËnt dient profijt te halen uit de activering en werkt hierdoor aan het
verhogen van welzijn.
Aspecten om de activering extra kans te geven:
Zelfvertrouwen
Controle
Kritisch bewust zijn
Betrokkenheid bij de omgeving
Randvoorwaarden die het mesoniveau kunnen stimuleren zijn ondermeer:
Voldoende geconcentreerde personeelsinzet
Voorzien van een voldoende lange tijdspanne
Voeldoende werkingsmiddelen om het proces te realiseren
Link naar de ouderenzorg
verschillende generatie in de ouderzorg:
De stille generatie (huidige)
o Mensen tussen 1920-1945
o Plichtsgetrouw, harde werkers
o Hebben oorlog meegemaakt, of geboren in
oorlogstijden
o Hebben in een “slechte” generatie geleefd
o Werkende op 14 jaar
o Stilzwijgende instemming met het merendeel vd handelingen die voor hen
worden bepaald
o Beperkte opleiding
o Arbeid en zorg voor kinderen stond centraal
o Hun opvoeding was: niet mopperen en klagen
o Zijn tevreden met wat ze kregen
o Wat is de uitdaging als ergo?
Empoweren: laat ze opkomen voor wat ze willen
Stimuleren in het nemen van beslissingen
Dragen van verantwoordelijkheid in functie van hun leven
Protestgeneratie
o 70-80 ers
o Mensen tussen 1941-1955
o Geboren tussen WOII
3
, o Niet bewust oorlog meegemaakt
o Hebben heropbouw van economie meegemaakt, zagen de stijgende welvaart
o In een mooie periode geleefd
o Hebben opleiding gehad
o Zijn mensen die niet zo maar alles “oke” gaan vinden, ze zijn mondiger en
kritischer
Willen dat je u verantwoord
Je gaat ze niet gewoon bezig kunnen houden met de activiteiten
Gaan duidelijk laten merken wat ze willen
o Ze eisen een hoger niveau van dienstverlening
o Wat is de uitdaging van de ergo?
Regie over eigen leven in handen te blijven nemen
Nodige ondersteuning geven
Context van de maatschappij veranderd, hier dient rekening meer te houden. Elke generatie
heeft zijn eigen kenmerken. Gedurende de tijdslijn heen wijzigt de maatschappij die je mee
draagt als generatie. Bv bij de stille generatie zaten in de oorlog; zij zijn zuiniger.
Je gaat bij je benadering hier rekening moeten bij houden om zo mensen een betere zorg te
kunnen bieden (wat willen ze, hoe gedragen ze zich, wat willen ze zeker niet)
WAARDIGHEID
Taak hulpverleners: waardigheid Behouden/herstellen/ondersteunen/verbeteren
= voor de cliënt het behouden van zelfrespect en het gewaardeerd worden door anderen om
wie hij is en wat hij kan
Het uit zich in het respecteren van iemands privacy(!), het sensitief zijn voor iemands
culturele waarden en normen en het respectvol samenwerken met cliënten
het is niet omdat jij er anders over denkt, dat jouw mening belangrijker is dan die van een
ander. Een mening is niet fout of juist.
INTEGRITEIT
Taak hulpverleners: Behouden/herstellen/ondersteunen/verbeteren
Integer handelen = handelen in overeenstemming met algemeen aanvaarde waarden en
normen. Bv loyaliteit, objectiviteit, openheid, zorgvuldigheid.
Het idee van integeriteit is van oudsher id medische wereld opgenomen id Hippocratische
eed en de prinicpe ethiek onder de noemen: weldoen, niet schaden.
je gaat niemand schade geven; dit kan perongeluk gebeuren, maar je mag niet gewild
iemand schade toebrengen.
LEVENKWALITEIT
Taak hulpverleners: Behouden/herstellen/ondersteunen/verbeteren
4