WETTELIJKE REGELINGEN
Les 1-3: inleidend deel
1. Inleiding
Het recht is een geheel van geschreven en ongeschreven dwingende juridische regels die maatschappelijke relaties
tussen burgers en overheid en tussen burgers onderling regelen, alsook het openbaar bestuur organiseren. Het recht
kan men ook omschrijven als een geheel van regels die als doel hebben de maatschappij te ordenen. De regels vinden hun
oorsprong in maatschappij en bij overtreding of niet-naleving worden er sancties opgelegd die wettelijk zijn vastgelegd.
1.1. Onderverdelingen in het recht
Subjectief recht 1) Politieke rechten: rechten als burger tov de overheid
= een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om ▪ Politieke vrijheden
naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen. ▪ Participatierechten
▪ Sociaal-economische rechten
2) Burgerlijke rechten: rechten als burger tov andere burgers
▪ Persoonlijkheidsrechten
▪ Familierechten
▪ Zakelijke rechten
▪ Vorderingsrechten
▪ Intellectuele rechten
Objectief recht 1) Nationaal privaat recht:
= het toepassen van een abstracte wet of objectief recht ▪ Burgerlijk recht
in een concrete situatie brengt een transformatie naar ▪ Handels- en economisch recht
subjectief recht met zich mee. ▪ Arbeidsrecht
▪ Privaatrechtelijk procesrecht
Privaat en publiek recht: de verhouding tussen burgers
2) Nationaal publiek recht;
onderling en anderzijds de verhouding tussen burgers en
▪ Grondwettelijk recht
de overheid maar ook de verhouding tussen de
▪ Administratief recht
verschillende instanties, instituten en (staats)structuren
▪ Fiscaal recht
van die overheid.
▪ Socialezekerheidsrecht
▪ Strafrecht
▪ Strafprocesrecht
3) Grensoverschrijdend recht:
▪ Het internationaal privaatrecht
▪ Het internationaal publiekrecht (volkenrecht)
▪ Europees recht
2.
,3. Enkele principes
3.1. Rechtstaat
België is een rechtstaat, hetgeen inhoudt dat de overheid de burgers dient te beschermen en te respecteren. Dit wordt
concreet gemaakt door het neerschrijven van enkele grondrechten in de grondwet. Enkele van deze grondrechten zijn
gelijkheid voor de wet, persoonlijke vrijheid, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van eredienst, vrijheid van onderwijs,… Naast het
beschermen van de rechten vanuit het idee van een rechtstaat, is de overheid ook een wetstaat gezien de overheid zich niet
enkel beperkt tot het beschermen van rechten maar ook dat ze regels oplegt om het gedrag van de burgers te reguleren.
3.2. Democratie
Letterlijk vertaald betekent democratie de heerschappij van het volk, dus zij hebben het voor het zeggen. In een kleine
gemeenschap kan dit bestuur gebeuren via een overleg en consensusmodel met ieder individu. In een grote gemeenschap of
staat worden er personen afgevaardigd die een groep vertegenwoordigen bij het overleg. In België gebeurt dit via verkiezing
waarbij er sprake is van stemrecht en opkomstplicht. Puur het feit dat er verkiezingen zijn, maakt nog geen democratie. Om van
een democratie te spreken moeten eveneens alle burgers genieten van basisrechten.
Kenmerkend voor een democratie:
▪ Tijdelijke macht tot de volgende verkiezingen
▪ Verdeelde macht over de wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht
▪ Verleende macht door de bevolking zelf, aan vertegenwoordigers die verkozen worden in vrije en eerlijke verkiezingen
▪ Fundamentele rechten van de burgers formeel erkend en beschermd
3.3. Scheiding der machten
Binnen een rechtsstaat zijn er drie machten op federaal niveau die onafhankelijk van elkaar kunnen werken:
DE WETGEVENDE MACHT DE RECHTERLIJKE MACHT DE UITVOERENDE MACHT
Deze macht formuleert het recht in Deze macht interpreteert de wettekst Deze macht bestuurt het
objectieve en abstracte wetteksten en past deze toe op situaties. administratief geheel van overheid.
inclusief bijhorende sancties.
In België is dit het Parlement en Senaat: In België zijn dit de rechtbanken: In België is dit de Koning (en regering):
Kamer van Volksvertegenwoordigers Deze heeft als taak het recht te De koning kondigt wetten, vorderingen
wordt verkozen tijdens de verkiezingen interpreteren en toepassen op concrete en besluiten af maar hij kan ook de
en de Senatoren worden aangeduid situaties waarbij inbreuken op de wet kamer (en senaat) ontbinden. De koning
vanuit de gemeenschap gewest werden begaan of waarbij conflicten benoemt en ontslaat ministers, kent
parlementen. De kamer brengt samen tussen mensen opgelost worden. graden toe in het leger en benoemt
met de koning (regering) wetten tot ambtenaren. De regering heeft de
stand waarbij ze een controlerende bevoegdheden die toegekend zijn door
functie hebben op de regering. De de grondwet en/of het parlement.
senaat heeft geen bevoegdheden meer
en is eerder een ontmoetingsplek
tussen de regio’s waarbij zij vooral een
adviserende functie hebben.
,4. Basisprincipes en begrippen van rechtsbronnen
Rechtssubject Een persoon of een groep personen die (subjectieve) rechten en juridische plichten heeft wordt
of rechtsobject omschreven als een rechtssubject. Het kan in dat geval gaan om een ‘natuurlijke persoon’ waar het recht
persoonlijk op geld, anderzijds kan het gaan om een rechtspersoon waarbij het rechtssubject een
groepering, instelling of stichting kan zijn. Het rechtsobject is een voorwerp waarover een rechtssubject
bepaalde (subjectieve) rechten kan uitoefenen.
Rechtsmisbruik Iedere rechtspersoon mag zijn subjectieve rechten gebruiken. Het is echter verboden om je subjectief
recht te misbruiken. Misbruik houdt in dat je door het zonder grondige reden je recht uitoefenen en andere
rechtspersoon in onevenredige mate benadeelt. Rechtsmisbruik is dus het gebruiken van je subjectieve
rechten met als enige doel een ander te schaden.
Pro- Om iedereen, en dus ook kwetsbare groepen, toegang te geven tot recht en hun recht en het afdwingen
deoadvocaat ervan, bestaat het pro-deosysteem. De advocaat wordt hierbij niet betaald door zijn cliënt maar door de
staat. Het pro-deosysteem is als het ware een waarborg voor toegang tot de rechter/het recht.
Recht van In het rechtssysteem zijn een aantal principes in gebouwd om de verdediger te beschermen en in staat te
verdediging stellen zich te verdedigen:
▪ Rechtbank van verdediger: eiser moet dagvaarden voor de natuurlijke rechtbank van de verdediger.
▪ Vaste termijnen bij proces: deze dienen om de verdediger de kans te geven om de nodige
maatregelen te treffen, om zich voor te bereiden en de nodige personen te contacteren
▪ Officiële kennisgeving: verdediger moet info krijgen over de dagvaardiging en de uitspraak.
▪ Inzage bewijslast: beide partijen dienen hun bewijs aan de rechter te tonen maar ook aan elkaar.
▪ Beroepsprocedures mogelijk: wanneer en partij niet akkoord is met de beslissing van de rechter is er
steeds verdediging tegen de rechter mogelijk. Een partij kan in hoger beroep gaan wanneer je niet
akkoord gaat met de inhoudelijke beslissing en in cassatieberoep gaan als de partij van mening is dat
er een administratieve fout gemaakt is.
Misbruik:
Wanneer de verdediger misbruik maakt van zijn recht om zich te verdedigen door bvb de procedures te
rekken, dan is er in dit geval sprake van misbruik van procesrecht. Er kan een schadevergoeding worden
toegekend wegens tergend en roekeloos verweer.
Hoedanigheid Om je recht te laten gelden of een ‘rechtsvordering in te stellen’, is het nodig dat er aan een aantal
en belang voorwaarden voldaan is. Degene die zijn recht ‘opeist’ moet in de hoedanigheid zijn om dat te doen. Het
recht moet aan hem of aan degene die hij wettelijk vertegenwoordigt, zijn toegekend. Daarbij moet hij
rechtsbekwaam en handelingsbekwaam zijn. Daarnaast moet de eiser ‘belang’ hebben bij de eis en dit
om niet ‘zomaar’ iets te eisen. Deze twee voorwaarden zijn reeds een eerste bescherming van mogelijke
beklaagden en dus de maatschappij tegen het te pas en te onpas voor de rechter brengen van om het
even wie voor om het even welke reden.
, Casus:
▪ Patiënt X neemt contact op met mondhygiënist Y voor een reiniging. De reiniging is op doorverwijzing
van de tandarts die aangeeft niet met behandeling Z te kunnen starten alvorens het tandsteen
verwijderd is. De patiënt heeft over 6 maanden een afspraak met de tandarts. Je plant 3 afspraken in
voor reiniging met deze patiënt (online agenda, + bevestigingsmail + schriftelijke afspraken kalender).
De patiënt mist de eerste afspraak, waarna de mondhygiënist hem telefonisch en schriftelijk op de
hoogte brengt van het missen van deze afspraak en waarbij een nieuwe afspraak wordt voorgesteld.
De 2de en 3de afspraak wordt ook gemist waardoor de mondhygiënist de patiënt telefonisch en
schriftelijk op de hoogte brengt dat de 4de (inhaal) afspraak geannuleerd is wegens het niet komen
opdagen op de drie voorgaande. Gezien het volume tandsteen weigert de tandarts de behandeling uit
te voeren op het moment van de tandartsafspraak en rekent deze afspraak aan, aan de patiënt.
De patiënt eist een schadevergoeding van mondhygiënist wegens schade die hij ondervond doordat de
tandartsbehandeling niet kon doorgaan. De rechter vindt dat er sprake is van misbruik van procesrecht
en legt een schadevergoeding op voor de mondhygiënist wegens tergend en roekeloos geding.
5. Rechtsbronnen
Eerder werd al aangegeven dat recht vaak is neergeschreven in ‘bronnen’. Afhankelijk van het niveau waarop een recht
wordt neergeschreven staat een bepaald recht in verhouding boven of onder een ander recht. Er is sprake van een bepaalde
hiërarchie. Naast het recht dat in geschreven bronnen is vastgelegd, is er ook recht dat ontstaat uit gewoonte of gebruiken
binnen een samenleving. Heden zijn de meeste van deze gewoonten al neergeschreven. Als ze niet zijn neergeschreven vallen
deze onder het gewoonterecht. Dit omvat de gevestigde gebruiken die in een samenleving algemeen als bindend beschouwd
worden zonder dat ze werden neergeschreven. Om continuïteit en consistentie in interpretatie van de wet te behouden, is de
rechtspraak dan ook een belangrijke bron van recht.
Twee hiërarchieën binnen Belgisch systeem:
Hiërarchie 1: rechtsregels die gelden voor Hiërarchie 2: regel met betrekking tot specifieke
het hele Belgische grondgebied deelgebieden van Belgisch grondgebied
1) De Grondwet 1) De Grondwet
2) De wet 2) De deelstatelijke wetgeving (decreten en besluiten)
3) Het koninklijk besluit 3) De provinciale wetgeving (provinciale reglementen)
4) Het ministerieel besluit 4) De gemeentelijke wetgeving (gemeente reglementen)
De Grondwet bepaalt welke wetgever (federaal of deelstaat) bevoegd is voor een bepaald domein. Er is dus geen
overlap in wetgeving, slechts één van de twee is geldig en dat maakt dat wet en decreet op gelijk niveau staan. De
provinciale wetgeving heeft een hogere macht dan gemeentelijke wetgeving behalve als een wet enkel de gemeente bevoegd.
,6. Soorten verbintenissen
Tussen twee ‘personen’, zij het natuurlijke of zij het rechtspersonen, kunnen rechten en verplichtingen worden vastgelegd. Dit uit
zich in een verbintenis, wat betekent dat er een rechtsband is waarbij één of meer personen jegens één of meer andere
personen gehouden zijn iets te geven, iets te doen of iets te laten. Door de verbintenis ontstaan er twee categorieën van
personen namelijk de categorie die recht heeft op een iets (schuldeiser) en de categorie die de plicht heeft iets te geven
(schuldenaar). Iedere persoon die buiten de juridische relatie staat, wordt derden genoemd en zij hebben dus geen schuld.
Voorwaardelijke Een verbintenis kan gesloten worden onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden is een
verbintenis gebeurtenis die nog moet plaatsvinden in de toekomst en die een zekere mate van onzekerheid
in zich draagt. Enkel en alleen als een bepaalde voorwaarde zich wel of net niet voordoet, zal de
verbintenis gelden.
Casus voorwaardelijke verbintenis:
Mondhygiënist X en tandarts Y ontmoeten elkaar op een congres. De tandarts Y belooft de
mondhygiënist 10% van het bekomen honorarium wanneer de mondhygiënist een patiënt
doorverwijst naar de tandarts.
De opschortende Dit houdt in dat beide partijen de uitvoering van de verbintenis
voorwaarden afhankelijk maken van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. Enkel
als de gebeurtenis plaatsvindt, zal de verbintenis gelden.
Casus doorverwijzing:
Enkel als tandarts Y een patiënt behandelt die doorverwezen is door
mondhygiënist Y zal de tandarts % afstaan aan de mondhygiënist.
De ontbindende Dit houdt in dat beide partijen de verbintenis laten ‘uitdoven’ of vervallen
voorwaarden wanneer een onzekere en toekomstige gebeurtenis plaatsvindt.
Casus slots:
De zorgverzekeraar koopt 5 slots voor reiniging bij mondhygiënist X
per maand. Wanneer een slot op het einde van de maand niet gebruikt
is, verbindt de mondhygiënist zich er toe de helft van het betaalde
bedrag door de zorgverzekeraar terug te storten.
De potestatieve Dit houdt in dat de realisatie van de verbintenis afhangt van de
voorwaarden toekomstige en onzekere wil van de schuldenaar.
Casus afspraak plannen:
Mondhygiënist X en patiënt plannen een afspraak in over 3 weken op
voorwaarde dat mondhygiënist er op dat moment zal zijn. ‘Als ik er
ben, zal ik je behandelen’.
, Verbintenis met In tegenstelling tot de voorwaardelijke verbintenis wordt bij een verbintenis met een tijdsbepaling
tijdsbepaling een zekere toekomstige gebeurtenis in rekening gebracht. Het ogenblik moet niet nader bekend
zijn maar de verwezenlijking moet wel vaststaan. Dit kan zowel een opschortende als ontbindende
tijdsbepaling zijn.
Persoons en prestatie Bij een persoonsgebonden verbintenis is de persoon of de hoedanigheid van deze persoon
gebonden verbintenis doorslaggevend voor de andere partij van de overeenkomst. Bij een prestatie gebonden
verbintenis maakt het niet uit wie de prestatie levert zolang de prestatie maar geleverd wordt.
Casus persoonsgebonden verbintenis:
Een patiënt kiest voor de behandeling door een bepaalde mondhygiënist. Het is voor de patiënt
belangrijk dat die mondhygiënist en geen andere mondhygiënist de behandeling uitvoert.
Let op: wanneer de mondhygiënist komt te overlijden, dooft de verbintenis uit.
De erfgenamen van de mondhygiënist zijn niet verplicht de behandeling verder te zetten.
Let op: wanneer de patiënt komt te overlijden, zijn de erfgenamen van de patiënt
wel verplicht om eventueel achterstallig honorarium te betalen.
Splitsbare verbintenis Indien meerdere personen de rol van één partij vervullen binnen één zelfde verbintenis is elk van
de schuldeisers of schuldenaren slechts schuldeiser of schuldenaar voor het eigen deel.
Hoofdelijke verbintenis Hierbij is er ook sprake van meerdere personen binnen de rol van één partij maar heeft één
persoon de macht om de totale uitvoering van de verbintenis te eisen.
Resultaat en inspanning Bij een resultaatsverbintenis verbindt de schuldenaar zich ertoe om een bepaald resultaat te
verbintenis bereiken. Bij een inspanningsverbintenis belooft de schuldenaar zijn uiterste best te doen om een
prestatie te leveren maar hierbij wordt geen belofte gedaan over het resultaat.
De meeste prestaties geleverd door een mondhygiënist/tandarts zijn inspanningsverbintenissen.
De mondhygiënist beloofd zijn/haar uiterste best te doen om het gebit te reinigen maar kan hier
geen resultaat beloven. Dit type verbintenis wordt in de zorg vaak gebruikt gezien het resultaat
van zorg niet ten volle toe te schrijven is aan de geleverde zorg. Ondanks perfect geleverde zorg
kan het toch zijn dat een patiënt overlijdt. Er zijn hierbij externe factoren mogelijk zoals de aard en
intensiteit van de ziekte, de medewerking en therapietrouw van de patiënt, etc.
Casus resultaat verbintenis:
Mondhygiënist X sluit contract af met bedrijf Y voor leveren en installeren van tandartsstoel Z.
7. Foutaansprakelijkheid
Bepaalde handelingen van personen, natuurlijke of rechtspersonen, kunnen een gevolg hebben voor iemand anders.
Deze effecten kunnen nihil, ongunstig of zelfs schadelijk zijn. In sommige gevallen zal de veroorzaker gebonden zijn om
de schade te herstellen. Het aansprakelijkheidsrecht tracht te bepalen of de schade al dan niet hersteld dient te worden door de
veroorzaker oftewel wanneer schadelijke neveneffecten aanleiding kunnen geven tot een verbintenis om de schade te herstellen
of te vergoeden. BW: art 1382: Elke daad van de mens waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt verplicht degene
door wiens schuld de schade is ontstaan deze te vergoeden.
,7.1. Samengestelde aansprakelijkheid
Er is dus slechts aansprakelijkheid voor schade wanneer de veroorzaker van de schade schuld heeft aan die schade. Anders
gezegd, is pas sprake van schuld als er ook een fout werd begaan. Op deze aansprakelijkheid zijn nog enkele uitzonderingen
zoals bijvoorbeeld samengestelde aansprakelijkheid. In bepaalde gevallen kan een derde dus ook een schadevergoeding
worden opgelegd ook als is deze persoon niet de veroorzaker. Enkele voorbeelden hiervan zijn ouders voor schade
veroorzaakt door hun kinderen, eigenaar van dier voor schade veroorzaakt door het dier of werkgever voor fouten van werknemer.
Maar indien het gaat om nalatigheid of met opzet dan kan de schuld toch nog op de werknemer geschoven worden.
7.2. Aansprakelijkheid voor eigen fout
Voor een aansprakelijkheid voor een eigen fout dient er gekeken te worden naar de fout, de schade en het oorzakelijke verband
tussen beiden. Deze drie elementen bepalen samen de schadevergoeding.
7.2.1. De fout
Een fout kan verwoord worden als een onrechtmatige daad. Dit kan zowel bewust als onbewust gebeuren door
nalatigheid of onvoorzichtigheid. Dit houdt in dat schade die veroorzaakt wordt door toeval, overmacht of een andere
oorzaak geen fout is. Om vast te stellen of er foutief gehandeld is zijn rechtsregels maar ook normen en waarden die onder
het ‘goede huisvadersprincipe’ vallen, of in de medische wereld het ‘gouden standaard principe’. In België heeft de hulpverlener
een grote mate van diagnostische en therapeutische vrijheid. Hierdoor kan een hulpverlener het wel of niet toedienen van
bepaalde zorgen altijd verantwoorden vanuit de diagnostische en therapeutische vrijheid. Echter, wil de zorgverlener afwijken
van de gouden standaard, dan zal deze de afwijking moeten kunnen beargumenteren. Het goede huisvadersprincipe houdt ook
een zekere mate van maatschappelijke zorgvuldigheid in, waarbij je niet enkel aandacht hebt voor je eigen belang maar ook
voor (goederen van) anderen. Daarbij geldt dat de berokkende schade voorzienbaar (verwacht) moet zijn.
Voorzienbaarheid van schade en toerekenbaarheid van veroorzaker:
Als de schade onvoorzienbaar was, dan is er ook geen fout. Hierbij is het ook niet noodzakelijk dat de volledige omvang van de
schade voorzienbaar was, enkel het feit dat er ‘schade’ voorzien was is voldoende. Verder gaand op het vermogen om schade
al dan niet te voorzien, stelt zich de vraag bij de capaciteit van de veroorzaker om de schade te voorzien. In welke mate was
de veroorzaker bewust van zijn daden en de gevolgen ervan. Dit wordt ook toerekenbaarheid genoemd.
7.2.2. De schade
Elke schending van een feitelijk belang geldt als schade voor zover dat belang rechtsmatig is. De schade kan materieel
of moreel zijn, maar verder ook actueel of toekomstig zijn waarbij het verlies van een kans ook als schade beschouwd wordt.
7.2.3. Het oorzakelijke verband tussen beiden
Meestal is het oorzakelijke verband tussen oorzaak en schade duidelijk maar er zijn situaties die dit verband complexer maken
want het kan zijn dat meerdere oorzaken bijdragen aan de schade. Er kan sprake zijn van gedeelde verantwoordelijkheid
wanneer de verschillende oorzaken gelijktijdig plaatsvonden. Maar elke dader kan in bepaalde gevallen ook volledig
aansprakelijk gesteld worden en de totale schade moeten vergoeden. Een belangrijke nuance is dat als de schade niet zelf
rechtstreeks gemaakt is maar wel een noodzakelijke voorwaarde waarzonder de fout niet had opgetreden dan is de
veroorzaker van de fout nog steeds aansprakelijk.
, 7.2.4. De schadevergoeding
Alvorens een mogelijke schadevergoeding te kunnen ontvangen moet de schade vaststaan en persoonlijk zijn. Als de
schade nog niet vaststaat en dus enkel nog maar voorlopig bepaald kan worden, kan er enkel een voorlopige schadevergoeding
of een voorschot op de schadevergoeding gegeven worden. Als de schade aan iemand anders plaatsvond, kan je zelf geen
schadevergoeding vragen. In se is het de taak van de schadevergoeding om de oorspronkelijke staat terug te herstellen. In veel
gevallen zal dit echter onmogelijk zijn, maar er wordt dan een bedrag vast gesteld ter compensatie van de geleden schade.
7.3. Aansprakelijkheid voor andermans fout
In enkele situaties kan je aansprakelijk gesteld worden voor de fouten van iemand anders. Enkele voorbeelden hiervan zijn ouders
die aansprakelijk zijn voor hun minderjarige kinderen, onderwijzers en ambachtslieden die aansprakelijk zijn voor de leerlingen
tijdens hun toezicht, maar ook meesters en aanstellers die aansprakelijk zijn voor hun aangestelden of werknemers voor de
schade die zij berokkenen tijdens het uitoefenen van hun functie. Bij al deze groepen is er een veronderstelling van toezicht
hetgeen fouten uitsluit. Het optreden van een fout is dan rechtstreeks het gevolg van een afwezigheid van toezicht.
Casussen:
Mondhygiënist A opent een kabinet in dezelfde straat als mondhygiënist B. Mondhygiënist B ziet zijn klantenbestand
verminderen daar verscheidene klanten overstappen naar de andere praktijk. Ook het aantal nieuwe aanmeldingen daalt.
Hier is eigenlijk geen fout gebeurd, want indien geen reglement dan mag de mondhygiënist zijn praktijk daar openen.
De tandarts bereidt een extractie voor. Tijdens de voorbereiding wordt hij echter gebeld en na het telefoontje herneemt
hij de extractie. Bij het afronden van de extractie blijkt dat hij de verkeerde tand getrokken heeft.
Hier is sprake van een fout want er is schade toegediend en er is verband tussen dus er is recht op schadevergoeding.
“Mijn tandartspraktijk heeft, naar aanleiding van een klacht, in 2004 een wortelkanaalbehandeling bij mij uitgevoerd. In de
loop van dit jaar heb ik last gekregen van diezelfde kies, zou niet moeten kunnen want de zenuwen zijn afgekapt, maar
toch. Met die klacht naar mijn tandartspraktijk toe. Controle, foto's en opnieuw aan diezelfde kies een
wortelkanaalbehandeling waar ik 3 keer voor terug ben geweest. Diagnose was (letterlijke tekst van de tandarts) de
behandeling in 2004 is niet goed uitgevoerd, één kanaal is nog intact en er is zelfs een watje achtergebleven. Dat watje
is gaan ontsteken en daardoor heb je nu een bult op je tandvlees en weer pijn aan die kies. Oke, foutje maken kan
gebeuren...als het maar opgelost wordt. Dat is niet zo gek toch? Wat schetst mijn verbazing na 3 weken krijg ik een nota
van 486€ voor de behandeling en er komt nog 400€ aan! Natuurlijk mee terug naar de tandartspraktijk, baas gesproken.
Hij erkent dat de behandeling in 2004 niet goed is uitgevoerd, maar de tandarts die dat heeft gedaan is inmiddels weg...
tuurlijk! Hij erkent ook dat het in zijn praktijk heeft plaatsgevonden en hij dus verantwoordelijk is. Wat wil hij doen om mij
tegemoet te komen? De nota uit 2004 (de verkeerd uitgevoerde behandeling) terugbetalen, namelijk 185€. Dus dan moet
ik alsnog ruim 700€ zelf betalen door een fout van de tandartspraktijk! Uiteraard heb ik dit voorstel niet geaccepteerd, ik
vind het echt schandalig! De praktijk maakt een fout, erkent de fout maar wil de kosten niet voor zijn rekening nemen?”
8. Justitie
Zoals eerder aangehaald, bestaan in België de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Hierbij zijn de wetgevende
en de uitvoerende macht een verlengde van ‘de wil van het volk’ en dus veranderlijk. Ze zijn dus verantwoordelijk voor het maken
van wetten gezien deze de maatschappelijke orde verwoorden. De rechterlijk macht is hierbij onafhankelijk van ‘de wil van het
volk’ en dus onafhankelijk en onpartijdig. Waarbij wel gemeld moet worden dat rechters als onderdeel van de rechterlijke macht
benoemd worden vanuit de twee overige machten. De impact van een afspraak is slechts zo groot als de mate waarin de
afspraak wordt nageleefd en gehandhaafd. Hierbij kan justitie gezien worden als de bewaker van de rechtstaat.