Dit is een samenvatting van diverse onderwerpen en aantekeningen die in deze module zijn behandeld. Hieronder staan de diverse onderwerpen en boeken die hierin zijn gebruikt.
> PEOP, positieve psychologie, medische terminologie, neurologie en enablement skills. Hierbij zijn de boeken van gronds...
PEO P – model ( INHOUDSMODEL ) : Person – Environment – Occupation - Performance – model =
Occupational performance ( handelen )
➔ Het gaat ervan uit dat het uitvoeren van activiteiten, taken en rollen ondersteund wordt door de
persoon en de omgeving en dat deze drie kernelementen basis zijn van het dagelijks handelen.
➔ Ervaren van welzijn, keuzes ten aanzien van levensstijl.
➔ DOING staat centraal ( het doen )
➢ PEOP is een SYSTEEMMODEL: gaan ervan uit dat elke component de potentie heeft
om impact te hebben op de andere componenten en op het systeem als geheel.
Inhoudsmodellen ( bril ) : geven structuur en houvast voor begrijpen en verklaren van de inhoud.
Wat heb je gezien?
Procesmodellen ( routeplanner ) : geven structuur voor doorlopen van proces. Stap voor stap het
proces ( stappenplan ) doorlopen.
Person: de ( intrinsieke ) persoonlijke factoren – deze worden gebruikt om de capaciteiten te
beschrijven en helpen bij het identificeren van beperkingen.
o Psychische factoren
▪ Motivatie / zelfvertrouwen / identiteit / zelfeffectiviteit
o Betekenis, zingeving en spirituele factoren
▪ Betekenisvol handelen, gevoel van erbij horen en de wereld begrijpen.
o Fysiologische factoren
▪ Range of motion, kracht, flexibiliteit, pijn, uithoudingsvermogen.
o Cognitieve factoren
▪ Geheugen, denken.
o Sensorische en motorische factoren
▪ Neurogedragsmatige subsystemen, reflexen, bewegingsmogelijkheden.
Environment : de ( extrinsieke ) omgevingsfactoren – die faciliteren of barrières creëren in wat en
hoe mensen doen in het dagelijks handelen.
o Cultuur
o Sociale determinanten
▪ Sociale netwerken, toegankelijkheid van voorzieningen en
maatschappelijke factoren.
o Sociale steun en kapitaal
▪ Interactie met mensen en betrekking tot.
o Onderwijs en beleid
▪ Politieke vormgeving
o Fysieke en natuurlijke omgeving
▪ Gebouwen en klimaat of natuur.
o Ondersteunende technologie
Occupation: activiteiten, taken, rollen – die mensen willen doen en die voor hen nodig zijn om te
doen in het leven dat zij leven. Denk ook aan het TCOP!
o Gerelateerd aan de levensfase, er staan verschillende primaire
handelingsgebieden centraal.
,PEOP – model gericht op:
• Het ondersteunt cliënt gecentreerd werken.
• Het is gericht op het dagelijks handelen.
o ‘het doen van betekenisvolle activiteiten, taken en rollen in de complexe interactie
van persoon en zijn omgeving’
• Het benadrukt het systeemperspectief.
➔ Cliënt -> actieve
participatie en versterkt
samenwerkende relatie.
Het NARRATIEF van een
cliënt is zijn levensverhaal. Dit heb je nodig om het PEOP -model duidelijk in te kunnen vullen.
Belangrijk voor bepaalde doelen, keuzes en wensen die een cliënt heeft -> beter begrijpen van een
cliënt.
Visie op het dagelijks handelen:
1) Mensen zijn van nature handelende wezens om hun wereld te ontdekken en hier grip op te
krijgen.
2) Succes ervaringen in het dagelijks handelen geven mensen een goed gevoel en motiveren tot
nieuwe uitdagingen.
3) Dagelijks handelen wordt uitgelegd als het doen van betekenisvolle activiteiten, taken en
rollen door complexe interactie met persoon en omgeving.
4) Dagelijks handelen ondersteunt participatie en welzijn.
5) Dagelijks handelen is gerelateerd aan de levensfase van de persoon en de rollen die hierbij
horen. Per levensfase staan verschillende primaire handelingsgebieden centraal.
Theorie 2: Psychologie
Psychologie een inleiding: hoofdstuk 9 ‘motivatie en emotie’
Onderscheid basale emoties en ( meer complexe ) emotionele schema’s. In elke cultuur kunnen
mensen anders reageren qua emoties, maar vaak zijn de gezichtsuitdrukkingen zijn wel
hetzelfde. > Basisemoties: 4 B’s = Boos, Blij, Bang, Bedroefd.
Hoe motiveren onze emoties ons?
Emoties vergroten ook onze arousal, hechten de waarden die we ‘gevoelens ‘ noemen aan
mensen en gebeurtenissen die we belangrijk vinden en zorgen voor een toenadering – of
vermijdingsrespons.
, Arousal = opwinding van het lichaam.
Psycholoog Nico Frijda - theorie =
Emotie: viervoudig proces dat te maken heeft met:
1) fysiologische arousal ( inwendige organen veranderen; lust, hartslag, zweten, snel
ademhalen. Je lijf geeft een signaal )
2) subjectieve gevoelens ( persoonlijke ervaring van interne affectieve toestand; vrolijk,
gelukkig, moedeloos )
3) cognitieve interpretatie ( bewuste erkenning situatie, iemand de schuld geven op een
eerder gebeurd iets )
4) gedragsmatige expressie ( emotie uitdrukken door gebaren, gezichtsuitdrukkingen,
zingen of dansen, maar ook het passief worden of het terugtrekken van de persoon )
➔ Emoties helpen het organisme om te gaan met belangrijke gebeurtenissen. Soorten:
1) Primaire emoties:
Pure emoties zoals; vreugde, angst, verbazing, boosheid, verdriet en onbehagen.
2) Secundaire ( sociale ) emoties:
Relatie tot context of omgeving zoals; trots, schaamte, medelijden, hoop, onzekerheid en
dergelijke.
3) Elementaire emoties: verschillen door diverse psychologen.
Interesse, vreugde/geluk, droefheid, woede, afgrijzen, angst of kan ook met minachting,
verassing, acceptatie, afkeer.
Uitingsregels: de manieren waarop emoties in een bepaalde samenleving geuit mogen worden.
➔ Gezichtsuitdrukkingen kunnen per persoon en per geslacht verschillen, hoe mensen dit om jou
heen ook weer opvatten.
Waar komen deze emoties vandaan?
Emotie werkt op een bewust, onbewust en automatisch niveau. Er zijn twee emotionele
banen in de hersenen te vinden.
Onbewust en automatische -> zorgen ervoor dat je snel op een potentieel gevaarlijke gebeurtenis
reageert, zelfs voordat je bewust wordt van die gebeurtenis. Responsen zijn vrij snel.
Bewust -> maakt gebruik van bewuste verwerking en is verbonden met het expliciete geheugen,
responsen zijn relatief langzaam, brengt de hele situatie in kaart.
• Hersengebieden en hun functies bij emoties:
• Cerebrale cortex
- Buitenste laag van het hersenweefsel en het ‘denk’ gedeelte.
- Expliciet en trager
• Hersenschors
- Brengen verschillende gewaarwordingen teweeg, het zijn de positieve en negatieve
emoties geassocieerd aan twee hersenhelften.
• Limbische systeem
- Betrokken bij het snelle en onbewuste verwerkingssysteem en bevindt zich boven de
hersenstam. Elektrische stimulatie kan emotionele reactie veranderen.
• Amygdala ( in limbisch systeem )
- Invloed op de emotie; angst. Krijgt van beide systemen informatie.
• VMPFC ( ventromediale prefrontale cortex )
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper irishooijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.