CONSUMENTENRECHT
Inhoudsopgave
H1: INLEIDING .................................................................................................................................................. 3
H2: CONSUMENTENRECHT IN DE EU ................................................................................................................ 5
1. Hoog beschermingsniveau........................................................................................................................ 5
2. Harmonisatie ........................................................................................................................................... 6
H3: CONSUMENTENRECHT IN HET WETBOEK ECONOMISCH RECHT: TOEPASSINGSGEBIED BOEKVI (EN BOEK
XIV WER) ........................................................................................................................................................11
1. Inleiding ..................................................................................................................................................11
2. Belangrijke begrippen .............................................................................................................................11
3. Territoriaal toepassingsgebied ................................................................................................................24
H4: ONRECHTMATIGE BEDINGEN....................................................................................................................31
1. Voorvraag ...............................................................................................................................................31
2. Toepassingsgebied ..................................................................................................................................34
3. Onrechtmatige bedingen: algemeen ........................................................................................................38
4. Uitsluiting van kernbedingen ...................................................................................................................39
5. Zwarte lijst ..............................................................................................................................................44
6. Algemene toetsingsnorm.........................................................................................................................68
7. Verplichting oneerlijk karakter ambtshalve op te werpen .........................................................................72
8. Sanctionering (art. Vi. 84 wer) .................................................................................................................75
H5: CONSUMENTENKOOP...............................................................................................................................85
1. Inleiding ..................................................................................................................................................85
2. Wet consumentenkoop ...........................................................................................................................86
3. Wettelijke garantie .................................................................................................................................93
4. Voorwaarden inzake aansprakelijkheid:...................................................................................................95
5. Rechten van de consument.................................................................................................................... 106
H6: GARANTIE DIGITALE INHOUD EN DIGITALE DIENSTEN ............................................................................121
1. Toepassinsgebied .................................................................................................................................. 121
2. Conformiteit.......................................................................................................................................... 125
3. Remedies .............................................................................................................................................. 131
H7: PRODUCTVEILIGHEID EN PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID .......................................................................133
1. Overzicht............................................................................................................................................... 133
2. Wet productaansprakelijkheid ............................................................................................................... 136
2.1. Toepassingsgebied......................................................................................................................... 136
1
, 2.2. Bewijslast bij slachtoffer ................................................................................................................ 141
2.3. Aard en draagwijdte van de aansprakelijkheid ............................................................................... 152
2.3. Verweermiddelen van de producent .............................................................................................. 153
H8: OVEREENKOMSTEN OP AFSTAND EN BUITEN VERKOOPRUIMTE GESLOTEN OVEREENKOMSTEN ...........159
1. Schema ................................................................................................................................................. 159
2. Inleiding ................................................................................................................................................ 160
3. Toepassingsgebied ................................................................................................................................ 162
4. Informatieverplichtingen ....................................................................................................................... 170
5. Herroepingsrecht .................................................................................................................................. 178
H9: PAKKETREIZEN ........................................................................................................................................195
1. Inleiding ................................................................................................................................................ 195
2.Bescherming luchtreizigers ..................................................................................................................... 197
3. Samenvatting impact Covid-19 .............................................................................................................. 218
2
,H1: INLEIDING
Cursus:
- Slides (voorafgaand aan de les beschikbaar via Ufora) + nota’s
- Te kennen voor het examen: wat behandeld wordt in de les + wat daarnaast
uitdrukkelijk vermeld wordt
- Documentatie via Ufora
Wetgeving:
- Onderlijnen of markeren van de tekst mag; cijfers, letters, tekens of symbolen
aanbrengen mag niet
- Boek VI en I heb je zeker nodig van WER. Maar je mag op het examen meerdere
wetgeving meehebben.
Examen
= Enkel datgene dat hij vertelt in de les. Als je iets moet kennen buiten de les, dan zal hij dat
wel uitdrukkelijk uitleggen.
- Mondeling
- Afhankelijk van corona-cijfers
- met schriftelijke voorbereiding indien on campus
- zonder schriftelijke voorbereiding indien off campus
- zelfde regime voor alle studenten (beslissing in december)
- Januari: onderling wisselen toegestaan mits voorafgaand akkoord
- Gebruik wetgeving toegelaten
- Verschillende vragen (3) waaronder kleine casussen
3
,4
,H2: CONSUMENTENRECHT IN DE EU
Het Europees consumentenrecht vormt de basis voor het Belgische consumentenrecht. Dus
in België en in de andere lidstaten is er een Europese oorsprong. Daarom is het nuttig om te
kijken wat de oorsprong/motieven is van de Europese regelgeving.
1. Hoog beschermingsniveau
= De Europese wetgever wenst de consument te gaan beschermen. In de Europese Verdragen
is consumtenbescherming vaak een apart doel zie art. 38.
Handvest Grondrechten EU (art. 38)
- Beleid EU: hoog niveau van consumentenbescherming. Dit wordt vermeldt onder de
Grondrechten binnen Europa. Niet alleen in dat Handvest, maar ook in het Verdrag
vindt je vaak verwijzingen van dat hoog niveau van consumentenbescherming.
Daarnaast is er ook nog een andere behoefte, nl. het realiseren van een interne markt. Een
markt waarin diensten en goederen vrij kunnen rondgaan. Als we willen dat ondernemingen
grensoverschrijdend goederen kunnen aanbieden, dan gaan we die bescherming zoveel
mogelijk gaan harmoniseren. Die harmonisatie van regelen van consumentenbescherming die
moet bijdragen tot het realiseren van de interne markt.
In art. 114 en 169 vindt je die dubbele betrachting.
Verdrag betreffende de werking van de EU
- Europese instellingen (art. 12)
- Harmonisatie met het oog op realisatie interne markt (art. 114)
-> Art. 114 laat maatregelen van beschermen van consumenten pas toe als het ook
met het oog is op de realisatie van de interne markt.
- Bescherming van de economische belangen van consument (art. 169)
-> We zien hier dat men de economische belangen van de consument kan beschermen
zonder realisatie van de interne markt.
o Indien niet gebaseerd op artikel 114 => additionele bescherming
=> Op Europees niveau gaan beiden dus hand in hand.
In Europa zien we dat de laatste jaren steeds meer maximale harmonisatie was, omdat men
meer wil inzetten op de interne markt. Die kunnen enkel hun grondslag vinden op art. 114.
Wanneer de Eu wetgever wil inzetten op max harmonisatie, dan zal hij een grond moeten
vinden in art. 114. Dan moet men in de overwegingen duidelijk aangeven waarom die regeling
niet alleen strekt tot de bescherming van de zwakkere partij maar ook waarom het bijdraagt
tot de interne markt.
Waarom draagt harmonisatie bij tot de realisatie tot de interne markt? Waarom gaan
consumenten mss gemakkelijker overgaan tot het grensoverschrijdend aankopen van
goederen wanneer er een harmonisatie van het consumentenbescherming is gebeurd.
=> Omdat de consument dan een minimale bescherming zal hebben in alle landen van de EU.
Die harmonisatie moet zorgen voor meer vertrouwen in grensoverschrijdende aanbiedingen
5
,en meer vertrouwen moet er voor zorgen dat hij meer grensoverschrijdend gaat kopen zodat
dit de interne markt kan realiseren.
Hoe zit het als we het bekijken vanuit de positie van de onderneming? -> Overal zijn dezelfde
regelen van toepassing. Dit is een heel groot voordeel. Want als er geen harmonisatie zou zijn,
dan zijn er overal verschillende regelen. Dat betekent dat een Belgische onderneming zou
moeten gaan onderzoeken in alle lidstaten welke regelen er bestaan. Daar is een gigantische
kost aan verbonden.
Het zijn wel niet “dezelfde” regelen, we moeten dit nuanceren, waarom? -> Het is een
minimale harmonisatie. Men kan bijkomende rechten toekennen aan de consumenten. Als
men harmonisatie toestaat, dan heb je een voordeel van harmonisatie gaan wegnemen. Want
als iedereen additionele bescherming toepast, dan moet de onderneming nog steeds bekijken
waarmee er rekening moet worden gehouden.
Er is een mogelijkheid voor de EU wetgever om die harmonisatie aan te bieden via de
verordening. Die ga automatisch gelden in alle lidstaten. Dit is ultiem, de lidstaten kunnen dit
niet meer aanpassen. In het consumentenrecht hebben we de passagiersverordening. Die
heeft aanleiding gegeven tot veel rechtspraak.
Naast minimale harmonisatie en verordening, kan er nog een andere vorm van bescherming
zijn nl. maximale harmonisatie. Dan gaat er geen minimale bescherming zijn, maar men gaat
dan aangeven welke bescherming men maximum kan geven. Dit leunt heel hard aan bij een
verordening. Maar een maximale richtlijn moet nog omgezet worden door de lidstaten. Maar
de beweegruimte is ook heel erg beperkt bij maximale harmonisatie. Vaak is het kopie paste.
Minimale of maximale, wat draagt het meeste bij tot de harmonisatie van de interne markt?
-> De maximale. Want aantal identieke regelen gaat veel groter zijn.
2. Harmonisatie
Verordeningen en Richtlijnen
Minimale harmonisatie
- Minimale bescherming, doch additionele bescherming is mogelijk maar niet volledig
onbeperkt. Je kan niet om het even welke nationale regel gaan uitvaardigen. Wanneer
je een additionele bescherming hebt voorzien, dan spreekt men over de vraag van gold
plaiting gaan doen. Er zijn 3 voorwaarden opdat ze verenigbaar zijn met de regelen van
vrij verkeer.
- Verenigbaarheid met Europees recht beoordelen op grond van het primaire
verdragsrecht (desgevallend Dienstenrichtlijn)
o Doelstelling van algemeen belang
-> Gaat men met die additionele bescherming wel een doelstelling van
algemeen belang nastreven
o Pertinentiecriterium
-> Gaat men met die additionele bescherming wel het kunnen realiseren
6
, o Proportionaliteitstoets
-> Kan men hetzelfde resultaat niet bereiken met minder verregaande
maatregelen?
(HvJ 16 december 2008, Zaak C-205/07, Lodewijk Gysbrechts and Santurel Inter BVBA, Jur.
2008, I-09947)
-> Belgische zaak. Overeenkomsten op afstand worden geregeld door de richtlijn
consumentenrecht en is gebaseerd op maximale harmonisatie. Het is een zaak die van voor
die richtlijn dateert. Toen werd de overeenkomst op afstand gerealiseerd door een richtlijn nl.
richtlijn verkoop op afstand die een minimale harmonisatie heeft. Nu is het mogelijk dat de
onderneming vraagt om op voorhand te betalen. Vroeger was dit anders. Voorafgaand was in
België de regel dat het verboden was voor ondernemingen om binnen de herroepingstermijn,
volgend op de levering van het goed te eisen dat de consument overgaat tot betaling. Je had
dus een betalingsverbod dat bestond zolang de herroepingstermijn was verstreken. Is het
verbod om te betalen verenigbaar was met het Europees recht?Ja verkoop op afstand was
minimaal geharmoniseerd. Dan moest men die additionele bescherming gaan aftoetsen … Kan
die inperking van vrij verkeer gerechtvaardigd worden? Leidt dit tot de inperking van het vrij
verkeer van goederen? CreËert dit voor buitenlandse ondernemingen bijkomende kosten?
Stel Duiste onderneming biedt goederen aan voor Belgen, hij moet dan een ander systeem
uitwerken. Dit creëert bijkomende kosten en dit heeft als gevolg dat het een beperking is van
het vrij verkeer. De bescherming van consument is een algemeen belang. Dus de eerste
voorwaarde, nl. doelstelling van algemeen belang kan aangevinkt worden.
Is een betalingsverbod iets dat bijdraagt tot bescherming van de consument? -> Ja voor
consument is het leuker om achter te kunnen betalen. Er is dus ook voldaan aan de
pertinentietoets.
Is het wel proportioneel? Gaat het niet verder dan wat nodig is om de consument te
beschermen? In deze zaak heb je het verbod om betaling te eisen maar daarnaast had je ook
nog een heel strikte interpretatie van de FOD econmie. Het was zelfs verboden om het
nummer van credietkaart mee te delen ten titel van garantie. Dus een onderneming mocht
niet dat credietkaartnummer vragen als garantie in het geval dat de consument die zijn
herroepingsrecht niet uitoefent, niet betaalt. HvJ heeft gezegd dat als we naar de Belgische
regeling gaan kijken, dan vinden we die regel op zich proportioneel. Het is een risicio voor de
onderneming maar er is wel veel bescherming van de consument. Maar het feit dat de
onderneming geen kredietnummer mag vragen, dan is dit te ver geredeneerd en dan is het
niet meer proportioneel.
Hier zie je meteen wat het effect kan zijn van maximale harmonisatie. Het kan leiden tot een
reductie van het beschermingsniveau. Dit is omdat Europa dat niet gaat bekijken van het
beschermingsniveau van bv. de Belgische consument, maar wel de consument in Europa. Dat
beschermingsniveau kan verschillen in de lidstaten. De ene ligt lager de ander ligt hoger. Als
Europa dan een nieuwe richtlijn gaat uitvaardigen, dan komen ze op hetzelfde niveau te
liggen. Dus bescherming in het ene land gaat naar omhoog maar in andere landen naar
omlaag. Men zoekt hier een soort van compromis.
Voorbeeld: Richtlijn Oneerlijke Bedingen (1993)
7
,Maximale harmonisatie
- Geharmoniseerde gebied: geen additionele bescherming mogelijk
(HvJ 23 april 2009, zaak C-261/07, VTB-VAB v. Total Belgium)
- Wel mogelijk om toepassingsgebied uit te breiden of zaken te regelen die buiten
geharmoniseerde gebied vallen
o Verenigbaarheid met Europees recht beoordelen op grond van het primaire
verdragsrecht
- (HvJ 12 juli 2012, Zaak C-602/10, SC Volksbank România SA v. Autoritatea Naţională
pentru Protecţia Consumatorilor – Comisariatul Judeţean pentru Protecţia
Consumatorilor Călăraşi (CJPC))
- Voorbeeld: Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken, Richtlijn Consumentenkrediet
-> Maximale geharmoniseerde richtlijn nl. Richtlijne Oneerlijke handelspraktijken:
deze regel bestaat er dat er een lijst is met verboden handelspraktijken (…). Stel nu dat
de Belgische wetgever een specifiek verbod zou willen toevoegen aan de lijst van
persee verboden handelspraktijken. Dat kan niet, want maximale harmonisatie laat
geen additionele bescherming toe. Maar die Belgische wetgever had die lijsten niet
uitgebreid maar die had wel regels in de Belgische wetgeving laten staan bv. dat een
gezamenlijk aanbod verboden was. Een dergelijk gezamenlijk aanbod is een
handelspraktijk. En je gaat een bepaalde handelspraktijk gaan verbieden die niet op de
lijsten staat. Dit kan je niet doen, dus België moet overgaan tot het afschaffen van die
regel.
= Vandaag zien we dat de meeste richtlijnen steunen op de maximale harmonisatie.
WAT KAN JE WEL NOG BIJ MAXIMALE HARMONISATIE? (EX)
Je kan wel nog het toepassingebied gaan uitbreiden of regelen gaan uitvaardigen die niet
opnder het geharmoniseerde gebied zouden vallen.
- Toepassingsgebied uitbreiden: bv. het toepassingsgebied van de richtlijn
consumentenkrediet kan zich ook uitstrekken tot bv. hypothecaire kredieten. Dan
gaan ze de regelen niet alleen toepassen op consumentenkredieten maar ook op
hypothecaire kredieten. Gaat die zich dan verzetten tegen een nationale uitbreiding
van een toepassingsgebied. Je kan bij max harmonisatie kiezen om het toe te passen
op overeenkomsten of personen die er normaal niet onder vallen. Je moet dan de
verenigbaarheid gaan aftoetsen of het wel bijdraagt tot algemeen belang, pertinent
en proportioneel is.
- Regelen onder relaties die onder het toepassingebied vallen van die richtilijn maar die
niet door die richtlijn worden geregeld.
Bv. de richtlijn consumentenkrediet gaat een enkele richtlijnen gaan harmoniseren.
Bv. die zegt welke infor verstrekt moet worden. Dat zijn zaken die door de richtlijn
geharmoniseerd zijn en waar je als lidstaat geen additionele bescherming mag gaan
bieden. Maar dit zal niets zeggen voer een wanbetaling. De gevoglen van wanbetaling
zijn dus niet geregeld door die richtlijn en daar kan je dan wel een additionele
bescherming gaan bieden. Hier was het heel eenvoudig dat hetbuiten de richtlijn valt
want men zegt neits over de wanbetaling. Maar soms kan het een moeilijke oefening
zijn of iets binnen of buiten de richtlijn valt. Dit kan een moeilijke discussie worden.
8
,Poll:
=> Op Europees niveau zijn er regelen die toepassing vindt in de relatie onderneming en
consumenten. De vraag is nu of die nieuwe belgische regelen verenigbaar is met die
richtlijnen. De richtlijn van onrechtmatige bedingen is minimale harmonisatie, die van
oneerlijke handelspraktijk maximale harmonisatie.
Antwoord 2 is juist nl. de regelen zijn wel verenigbaar met het Europees recht. Oneerlijke
beidngen geen probleem, sowieso niet. Maar ook niet voor oneerlijke handelspraktijken want
het gaat hier gewoon over het uitbreidien van een toepassingsgebied voor zover het
verenigbaar is met de 3 principes van vrij verkeer.
Tendens van minimale naar maximale harmonisatie
- Bv. Overeenkomsten op afstand
- Verantwoording (door Europese wetgever)
o Reductie van kosten voor ondernemingen
o << Confident consumer >> argument
o Kritiek in de Europese literatuur
-> Zijn er kritiekpunten?
§ Afwezigheid van << volledige >> harmonisatie
= Je gaat zien dat er regelmatig kritiek is want je zegt maar dat een
materie maximaal geharmoniseerd is, maar complete harmonisatie is
niet mogelijk. Richtlijn consumentenkrediet die regelt bv. niet een
wanbetaling. Kredietgevers zullen dan toch nog naar dat nationale
regelgeving moeten kijken als ze het willen aanbieden in een ander
land.
= Richtlijnen die maximaal geharmoniseerd zijn, daarop worden dan
vaak uitzonderingen gemaakt. Dus dat de richtlijn toch nog een
uitzondering maakt op het feit dat er geen additionele bescherming is.
Hoe meer opties ze geven om toch additionele bescherming men gaat
voorzien, hoe minder het met elkaar gaat opgaan. Bv. de recente
9
, Richtlijn goederen, het is een rl die een harmonisatie is van de rl
consumentenkoop. Men heeft een nieuwe richtlijn gemaakt. In
Consumentenkoop is gebaseerd op min harmonisatie en goederen op
maximale. Maar in die maximale rl heb je een 10tal opties om een
bepaalde bescherming bijkomend te gaan aanbieden. Je hebt een
combinatie van maximale en minimale oragniatie.
Dan is de vraag, hoe komt dit? Waarom zouden er plots in rl goederen,
terwijl Europa voor max harmonisatie gaat, een 10tal uitzonderingen
maken? Bv. als Frankrijk een andere regeling heeft dan de maximale
harmonisatie en als men die richtlijn goederen moet naleven en dit een
reductie vormt, dan gaat men niet zeggen dat men dit moet volgen
want conusmenten worden minder beschermd. Bv. UK heeft
garantietermijn van 5 jaar maar rl is maar 2 jaar. De Britse consument
die gaat gaan shoppen bij de Belgische onderneming, die zou niet
kunnen vertrouwen op die 2 jaar. Want misschien is de Britse of het
Belgische recht van toepassing. Je zet dus een stap terug omdat het
noodzakelijk is om de regeling erdoor te krijgen.
§ Afwezigheid van sanctionering
= Europese rl, zelfs maximale, gaan niet altijd voorzien in sancties. Men
zegt vaak dat lidstaten gaan voorzien in effectieve propotionele
sancties. Maar wat die sancties zijn, dat moeten ze zelf voorzien de
lidstaten. Je zal altijd verschillen hebben op niveau van de
gesanctioneerde. De sancties gaan verschillen op nationaal niveau.
Maar voor een onderneming kan het interessant zijn op te weten welk
risico ze lopen.
§ Grensoverschrijdende handhaving
§ Nationale laboratoria
= Europees consumtenrecht gaan niet in Europa uitgevonden zijn mar
die zijn in een lidstaat otnsstaan. Europa vond dit interesaant en zijn dit
gaan uitbreiden voor de EU. Als alles maximaal geharmoniseerd is, dan
is er geen ruimte meer voor (…)
10