Inhoudstafel
1 Hoofdstuk 1: Agogisch handelen, agogie en agogiek
1.1inleiding
1.2de begrippen agogie & agogiek
1.3drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
1.3.1 veranderen (of beïnvloeden)
1.3.2 van handelen ( = het aanzetten tot verantwoordelijk handelen op psychosociaal vlak)
1.3.3 met emancipatie of empowerment als doel
1.4richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
1.4.1 psychosociale verandering
1.4.2 doelgericht
1.4.3 systematisch
1.4.4 bewust
1.4.5 gewenst door de betrokkenen
1.4.6 niet even wederzijds
1.4.7 beroepsmatig
1.4.8 waardegebonden
1.5de professionalisering van het agogisch handelen
1.5.1 ontwikkeling van wetenschap en techniek:
1.5.2 stijgende individualisering
1.6vertrekpunt van agogisch handelen
1.6.1 exagogiek of curatief agogisch werk
1.6.2 anagogiek of positief agogisch werk
1.6.3 katagogiek of preventief agogisch werk
1.7niveaus van veranderingsprocessen
1.7.1 microniveau
1.7.2 mesoniveau
1.7.3 macroniveau
1.8de valkuil van de (ped) agogisering
1.8.1 wederkerige relatie
1.8.2 uitgaan van de mogelijkheden
1.8.3 mensen zijn ‘historische wezens’
1
, ITO
1 Hoofdstuk 1: Agogisch handelen, agogie en agogiek
1.1inleiding
- alle orthopedagogisch handelen is agogisch handelen
- citaat van Nietzsche van de slang: veranderen is één van de sleutelbegrippen in de agogie(k) en dus ook in de
orthopedagogiek(k)
1.2de begrippen agogie & agogiek
- pedagogiek = wetenschap van het begeleiden van kinderen
- ped komt van het Griekse woord pais = kind of jongeling
- agogie komt van Griekse woord agogos/ agein = begeleider, gids/ regeren, besturen, opleiden
- het was eigenlijk beter ortho – agogie geweest omdat het nu om veel meer doelgroepen gaan buiten kindjes
- agogie -> het handelen, het doen of de praktijk
o “de intentionele, niet-wederkerige* beïnvloeding door één of meerdere personen gericht op een
wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als welzijnsbevordering
- agogieK -> theorie of de wetenschappelijke benadering
o verzamelnaam voor de leer van het leiden, begeleiden van mensen ongeacht hun leeftijd, op een
beroepsmatige manier. De in de sociale hulpverlening gebruikte methoden behoren tot de leer van
de agogiek (Koffeman)
o Agogiek is de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop individuele personen,
groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in
veranderingsprocessen. Het gaat er daarbij om, dat die begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie
waarin de betrokkenen zich bevinden en dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk
zelf te handelen teneinde tot de gewenste verandering te komen.
o (P. Winkelaar)
o De agogiek staat ten diensten van de agogie
o Je moet je baseren op wetenschappelijke theorie om vervolgens te helpen in je handelen
1.3drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
- Piet Winkelaar hanteert volgende sleutelbegrippen van agogisch handelen:
1.3.1 veranderen (of beïnvloeden)
- meestal gaat veranderen spontaan, onbewust, niet doelgericht
- mensen veranderen elkaar, gewoon door samen te leven
- sommige veranderingsprocessen zijn wel bewust en doelgericht opgesteld, ze hebben wel de bedoeling om
iemand te veranderen
o mensen schrijven zich in
o onder begeleiding van een begeleider die de doelen bepaald
we spreken dan over agogisch handelen of agogie
een agoog helpt, begeleidt of beïnvloedt anderen in hun veranderingsprocessen
Doel agogie= het handelen van mensen veranderen
Een ‘ideaalbeeld’, ‘totale vorming’ bestaat niet, Iedereen moet blijven ‘veranderen’. We spreken over
‘permanente educatie’, ‘altijd durend leren’, ‘eeuwig durende opvoeding’
2
,1.3.2 van handelen ( = het aanzetten tot verantwoordelijk handelen op psychosociaal vlak)
- Gedrag
o Zichtbaar & observeerbaar
o Wat mensen instinctief of impulsief doen
o Objectief observeren
- Handelen
o Bewust, wat mensen beogen
o onzichtbaar: wat gaat achter gedrag schuil? Wat beweegt mensen? (willen, voelen, weten)
o Observeren én communiceren
Als je gedrag wil veranderen is het belangrijk om naar het handelen te kijken: naar de motieven, redenen en
betekenissen
1.3.3 met emancipatie of empowerment als doel
- zelfbeschikking en autonomie worden vergroot bij het veranderen bij de cliënt
- Doel: om mensen te leren om zichzelf te veranderen
- Het is de bedoeling dat ze minder afhankelijk van je worden, doordat ze een mening leren vormen
We zijn goed agogisch aan het handelen wanneer we niet meer moeten agogisch handelen
1.4richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
- niet elk veranderingsproces dat mensen opzetten kan je agogisch noemen:
o bv. Reclamemensen, politici, sekteleiders, kunstenaars
o ze proberen een verandering te weeg brengen maar hun aanpak is daarom niet agogisch
- Joep Brinkman, beschrijft een aantal richtgevende kenmerken
1.4.1 psychosociale verandering
- psyche = slaat op alles wat je bezig houdt, wat je denkt, voelt en wilt
- sociaal = slaat op de onderlinge verhouding tussen mensen
- samenstelling komt omdat ze elkaar voortdurend beïnvloeden
o Ons eigen belevingswereld word constant bepaald door om onze omgeving
o Bv. Ouderen die zich eenzaam voelen in een WZC -> daarvoor activiteiten organiseren, vrijwilligers
zoeken, een hond die regelmatig langs komt
o Kind motiveren om naar school te gaan nadat ze lang gespijbeld heeft
1.4.2 Doelgericht
- De verandering is van tevoren nadrukkelijk bedacht en gepland
- Je hebt altijd een bepaald doel voor ogen, altijd doelgericht
3
, 1.4.3 Systematisch
- Er wordt stap – voor -stap via een planmatige manier aan veranderingen gewerkt
- Over elke dag word in stappen gewerkt
o Bv. Stap per stap leren bus nemen of telefoon opnemen
1.4.4 Bewust
- Over elke stap word nagedacht, elke stap word ook bewust genomen
- Betrokken personen weten ook aan welke verandering gewerkt wordt en waarom
1.4.5 gewenst door de betrokkenen
- ideaal staan alle betrokkenen achter de verandering: de samenleving, de agoog, de cliënt en zijn omgeving
- Serrein, stelt echter dat hulpverlening vaak in dwang afspeelt
o Bv. Dakloos, werkloos, slachtoffer van seksueel misbruik
o De hulpverlening legt zichzelf vaker dwang op, zoals in bovenstaande situaties
- Taakgerichte hulpverlening: er wordt gezocht naar overeenkomsten tussen de belangen van de overheid/
samenleving enerzijds en de wensen en behoeften van de cliënt anderzijds
- Nel en Lou stellen dat onderscheid tussen vrijwillige hulpverlening en de cliënt die dit doen omdat de hulp
wordt opgelegd is niet éénduidig
o Bijvoorbeeld bij een alcoholverslaving is het niet gewenst
o In de praktijk is het niet vaak gewenst door de betrokkenen
o Het is wel gewenst door de maatschappij
1.4.6 niet even wederzijds
- er is altijd sprake van iemand die wenst te veranderen en iemand die de verandering mee helpt realiseren
- de relatie is asymmetrisch = complementaire relaties de betrokkenen nemen een verschillende positie in:
de een stelt zich superieur op, de ander inferieur
- symmetrische relatie = gebaseerd op gelijkheid, de partners streven naar zo een gering mogelijk verschil
- Een complimentaire assymetrische relatie
- Er is altijd een hiërchie -> als hulpverlener krijg je het mandaat om iets aan te brengen
- Afhankelijk van de situatie heb je een mandaat = het recht hebben op iets te doen
1.4.7 Beroepsmatig
- Sociaal – agogische interventies = professionele interventies, dit is beroepsmatig
- Zelf naast sterk professioneel welzijnswerk blijft de niet – professionele inbreng belangrijk:
o Dit wordt vaak op een continuüm gesitueerd gaande: zelfzorg, mantelzorg over zelfhulpgroepen tot
vrijwilligerswerk
o In vele sectoren wordt er beroep gedaan op vrijwilligerswerk: jeugdwerk (jeugdbeweging),
forensisch welzijnswerk (bezoek aan gevangenen), in het welzijnswerk (tele – onthaal, steunt
volledig op vrijwilligers)
4