Klinische orthopedagogiek
P 186-205 niet te kennen! Enkel lezen!
Geen data! Maar wel de inhoud van de grote denkers!
PARTIM GES
LES 1: VAN AICHHORN TOT DE NIEUWE SCHOOLBEWEGING
Voorlopers
AUGUST AICHORN (1878-1949)
De groep als therapeutisch instrument hier voor altijd één-op-één
Hij werkte in een voorziening voor delinquente kinderen , hij was goede opvoeder
Belang van inzichten in de psychoanalyse voor opvoeding
Analyse van het symptoom ging kijken nr wat er schuilging onder een bepaald
symptoom, ook niet alleen kijken nr problemen maar ook nr wat goed loopt
Wederkerige beïnvloeding
Groepsindeling wordt bepaald door de dynamiek en de integratiekracht van
de groep. niet obv problematiek
Vrije gemeenschap
Dagelijkse conflicten: opvoedkundig doel je kan mensen niet dwingen in
bepaalde structuren
Belang van de positieve geest van de opvoeder
Maaltijden als poort tot genegenheid probeer aansluiting te vinden bij gewone
dagdagelijkse dingen
ANTON SEMENOVIC MAKARENKO (1888-1939)
Marxistische ideologie zorgde voor structuur
Jonge goed opgevoede jongeren gingen probleemgedrag gaan stellen na russische
revolutie
Belang van zinvolle arbeid, reële verantwoordelijkheid in de maatschappij &
ontwikkeling van mogelijkheden hij liet ze samen werken, spoorweg aanleggen
Collectiviteit:
Opvoeding door de groep
Discipline
Verantwoordelijkheid gedragen door de groep
De groep limiteert en organiseert de persoonlijke vrijheid
Zeer veel discipline, jongeren waren dit gewend van voor de revolutie
‘Gewone’ opvoeding: hebben geen andere opvoeding nodig dan andere kinderen
Opvoeding reëel en politiek
Makarenko: " De dialectiek van de pedagogische actie is zo groot dat geen enkel middel een
positief effect kan hebben als niet meteen en tegelijkertijd een hele reeks andere middelen in
werking worden gezet (…). Op zich kan elk middel goed of slecht zijn. Het bepalende element
is echter niet de geïsoleerde actie ervan maar die van een geheel van middelen die
harmonieus georganiseerd zijn." holistische kijk
Aichorn: Werkte met jongeren die niet zo’n goede opvoeding hadden gehad
(angsten, trauma’s) , Jongeren waarmee Makarenko werkte hadden wel een goede
opvoeding gehad
NA WO II
, Bowlby (hechting), Winnicott (transitionele ruimte), en Anna Freud (ego-
ontwikkeling)
opvang van geëvacueerde kinderen
Integratie als persoon in ‘good enough environment’ men probeerde
omgeving te creeren waarin verlies van moederwarmte werd nagebootst
Combinatie van helende, voedende en onderwijskundige taken
Planed environment therapy
De groep kan als therapeutisch middel
Transitionele ruimte van ervaring. transitionele object: ding dat gepaard
gaat met vroegere moederlijke ervaringen: beertje, dekentje
ruimte: voorzieningen die functie innemen om kinderen die geleidelijk aan
geborgenheid die ze gemist hebben tot zelfstandig persoon te brengen
Grensgebied tussen de subjectieve ervaring van de interne psychische
wereld en de realiteit van de buitenwereld.
‘Derde ruimte’ of ‘Illusionair gebied’
DONALD WOODS WINNICOT (1896-1971)
Invloed van omgeving op ontwikkeling van het ‘Ik’.
Kind groeit in interactie met omgeving
Verwachtingen van omgeving kunnen aanleiding geven tot de ontwikkeling
van een ‘vals zelf’. vaker bij kinderen met gedragsproblemen
Creatie van transitionele ruimte en object (de moeder=belangrijke spilfiguur)
Vb transitioneel object: een beertje die je nog altijd hebt van uit je
kindertijd
BRUNO BETTELHEIM (1903-1990)
Psychoanalyst autisme veroorzaakt door koelkastmoeders
Je kan prob van kinderen met gedragsproblemen niet oplossen door orde , tucht je
moet ze uit negatieve omgeving halen. Hij gaat voorpelbare omgeving creëren
De groep, omgeving en milieu als belangrijk onderdeel van de behandeling
FRITZ REDL (1902-1988) –DAVID WINEMAN
Redl: leerling van Aichorn
Wineman: psychotherapie en milieutherapie
Ego-psychologie van het verwaarloosde kind
Defensiemechanismen van ego doorbreken ego versterken
Belang vn total behandelingsplanintegratie v versch aspectn, opvoeding= holistisch
Belang vn programmatie en planningveilige omgeving,volw die bescherming biedn
JACOBUS KOK (1929)
Specifiek opvoeden, kinderen hebben problemen door gebrek aan structuur, geen
gewone opvoeding maar specifiek voor elk kind, kijken waar die nood aan heeft
Fenomenologisch (Langeveld), humanistisch (Rogers)
Drie types vraagstelling: bevrijdend, structurerend, affectief en structurerend
heeft het kind vraag naar bevrijding of structuur? Gemis aan affectie?
Drie assen: affectieve, cognitieve, connatieve(de wil)
Drie graadsstrategieën: klimaat(milieu waar je opgroeit) , groep, individu.
WILHELM TER HORST (1929)
“Herstel van het gewone leven”kijken nr gewone leven,ondersteunen in ik worden
Kohnstamm, Buber, Moor, Langeveld
Personalistisch, dialogisch, holistisch
, De problematische opvoedingssituatie is een veld geen probleem in het kind maar
het is de situatie errond
De orthopedagogiek is een planwetenschap handelingsplannen opstellen
Grondvormen van opvoeding
BEWEGING VAN VERNIEUWING VAN OPVOEDING EN ONDERWIJS
(BVOO)
BVOO
Begin 20ste eeuw: reactie op principes van de traditionele school.
Kritiek op bijvoorbeeld:
De schoolse overbelasting
Uniforme onderwijsmethoden: cognitie was heel belangrijk
Nadruk op het intellectuele vermogen
De geestelijke dwang en educatieve dressuur
De traditionele schoolse disciplines
Ethische postulaten: onderwezen in wat je moet weten
Wereldvreemdheid: vb leren over de lente in de winter
Individualisme
Morele vorming
Principes:
Functionele pedagogie zaken leren die je dagelijks kunt toepassen
Pedagogie van de activiteit
Pedagogie van de interesse aansluiten bij wat kinderen interesseert
Sociale en morele vorming
Land scholen kunnen zich best op platteland bevinden om daar ervaring
op te kunnen doen
Erziehung (brede aanlsuitende opvoeding) , Heim (de gezonde opvoeding)
FUNCTIONELE PEDAGOGIE
Opvoeding die vertrekt vanuit de behoeften en interesses v/h kind (Claparède, ‘19)
Voorbereiding op de wereld v.d. praktische ervaring
‘Actieve school’
PEDAGOGIE VAN DE ACTIVITEIT
Activiteit omvat
Motorische activiteit
Verbale activiteit
Mentale activiteit
Het kind en zijn werkelijke interesses staan centraal in het proces van
opvoeding en onderwijs.
PEDAGOGIE VAN DE INTERESSE
Drie fasen in het opvoedings- en onderwijsproces:
1. spontane activiteit
2. verruiming van de interesse
3. systematisch aanpakken van de zaken en wetenschapsbeoefening
SOCIALE EN MORELE VORMING
Levensschool i.p.v. leerschool
Opvoeding = morele opvoeding
Karaktervorming, wilsvorming en ontwikkeling van gevoelswereld
Morele vorming
, door stimulatie van de actieve participatie en de sociale betrokkenheid
(coöperatie) van het kind
Morele vorming is een natuurlijk gebeuren
Verwevenheid van individuele vrijheid, zelfstandigheid en sociale
verantwoordelijkheid
Werkwijzen:
Kringgesprekken
Open confrontaties
Samen zoeken naar actieve oplossingen en mogelijkheden
DE “NIEUWE SCHOOL”
Ruraal gelegen
Projectonderwijs, ervaringsgericht leren, openluchtleven en zelfwerkzaamheid
Leefgemeenschap naar familiaal model
Vandaag: veel principes geïntegreerd in ‘klassiek onderwijs’ … en toch …?
Sir Ken Robinson
“We have to go from what is essentially an industrial model of education, a
manufacturing model, which is based on linearity and conformity and batching
people. We have to move to a model that is based more on principles of agriculture.
We have to recognize that human flourishing is not a mechanical process; it’s an
organic process. And you cannot predict the outcome of human development. All
you can do, like a farmer, is create the conditions under which they will begin to
flourish.”
Ons volledige onderwijssysteem we maken competenties van kinderen dood
LES 2: HET LOCZY-INSTITUUT ALS VOORBEELD VAN DE BEWEGING VOOR VERNIEUWING
VAN OPVOEDING EN ONDERWIJS
Emmi pikler
Hongaarse pediater
Oprichter van het Loczy-instituut te Boedapest
Opleiding in Weense kinderkliniek van Prof. Pirquet
Een kindvriendelijke werkwijze : kind moet zich in vrijheid kunnen bewegen
Pikler heeft de werkwijze van Prof. Pirquet verder uitgewerkt
Basis:
Onderzoek van het natuurlijk ontwikkelingsproces van het kind
Belang van een autonome en anti-autoritaire opvoeding (BVOO)
Psycho-analytische idee: belang van vroegkinderlijke ervaringen voor
de latere ontwikkeling
Spitz, Bowlby en van IJzendoorn
Pickler pedagogische benadering: 4 principes
1. De waarde van een bevoorrechte affectieve relatie en het belang van de vorm die
deze relatie aanneemt in een institutioneel kader.
2. Het belang van de autonome activiteit van het kind.
3. De noodzaak om de bewustwording bij het kind van zichzelf en zijn omgeving te
bevorderen.
4. De aandacht voor een goede lichamelijke gezondheid.
Principe 1: bevoorrechte affectieve relatie
Geïnspireerd door René Spitz
Het kind wordt nooit als object behandeld, maar steeds als een individu dat voelt,
observeert en begrijpt.