Jeugdbescherming en jeugdhulp
LES 1: INLEIDING
Emancipatorisch en controlerend spanningsveld we willen dat ze sterker worden
maatschappelijke controlerende functies
Interventiegronden
Als pedagogen/sociaal werkers komen we in de jeugdbescherming en jeugdhulp tussen in
situaties o.b.v.. volgende interventiegronden:
op vraag van kinderen en/of ouders of;
die we verontrustend vinden (interventiegrond VOS – verontrustende
opvoedingssituatie) of;
die we normovertredend achten (interventiegrond MOF – als Misdrijf Omschreven
Feit)
Arrangementen
Deze interventies zijn georganiseerd in specifieke arrangementen van jeugdhulp
voornamelijk geregeld via:
Het decreet integrale jeugdhulp (2013)
Het decreet jeugddelinquentierecht (2019)
Interventies kunnen vrijwillig (buitengerechtelijk) dan wel gedwongen (gerechtelijk) zijn
interventies zijn ambulant, semi-ambulant (deels thuis en deels in professionele sfeer) en
residentieel
verschil tussen wet en decreet
Een wet verwijst naar federale bevoegdheid en een decreet verwijst naar een
vlaamse bevoegdheid
Het stelsel
Het stelsel TE KENNEN!!
Lees tekst!! Tekst moet gekend zijn!!!!
RTH minder interventionistsiche hulp, meestal
niet residentieel.. daar kan je zelf naartoe als
cliënt vb Kind en Gezin
NRTH toegangsticket nodig, vaak duurdere,
zwaardere, langdurige, intensievere hulp
grote wachtlijsten
IT beslist over het toegangsticket,
NRTH kan ook vrijwillig zijn!!!!!!!
Vrijwillig en gedwongen dat wordt bepaald door de interventie van het parket het openbaar
ministerie zij beslissen of er al dan niet gerechtelijk tussenkomst nodig is
Je kan niet vrijwillig in een gemeenschapsinstelling terecht komen.
,Vraag van student: Is hulp die door het parket wordt voorgeschreven altijd niet rechtstreeks
toegankelijk? Of kan dat ook rechtstreeks toegankelijke hulp zijn? dit kan ook zeker RTH zijn
hetgeen de rechter oplegt is NRTJH
Deze tussenkomsten zijn gemandateerd en/of gefinancierd door de overheid
Dit betekent dat opvoeding en ontwikkeling van kinderen niet worden gezien als
PRIVATE zaken, maar als PUBLIEKE aangelegenheden
Idee van interventies is opvoeding tot goed BURGERSCHAP van kinderen en ook
ouders
Vooruitgang?
Zie bijvoorbeeld: https://www.weliswaar.be/kinderen-jongeren/van-ongeboren-
kinderen-tot-jongeren-van-25-jaar-we-laten-niemand-los
Titel artikel: ‘van ongeboren kinderen tot jongeren van 25 jaar: we laten niemand los’
Er zit veel optimisme is het artikel werken krachtgericht, vraaggestuurd, we
luisteren naar de nood van gezinnen
Maar het optimisme staat haaks op de relaiteit in de JH en wat er allemaal niet goed
loopt. We kampen ook met problemen
Een verhaal van vooruitgang?
>< resultaten van de jeugdhulp
Vaststellingen van gebrek aan transparantie
Vaststelling van gebrek aan participatie
Vaststelling van gebrek aan continuïteit
Vaststelling van ongelijke interventies tav arme gezinnen
…
Een probleem van capaciteit?
Discussie over antwoord op besef tekortschieten gaat vaak over beperkte capaciteit
in verhouding tot complexiteit, in diverse vormen
De problemen zijn te complex (onbegeleidbare gezinnen)
We hebben niet genoeg middelen (wachtlijsten)
We werken niet genoeg samen (nood aan netwerken) nu te versnipperd
We hebben niet voldoende goede methodieken (meer evidence based
werken)
We komen niet vroeg genoeg tussen (detectie en preventie)
…
Een probleem van logica’s
, Voorgaande problemen kunnen terecht worden aangehaald, maar er is meer aan de
hand
Problemen van de jeugdhulp hebben (ook) te maken met de logica’s van waaruit de
jeugdhulp werkt
‘Capaciteit’ versus ‘logica’ als probleem verwijst naar twee verschillende
benaderingen van de jeugdhulp: als ‘oplossing’ of als ‘constructie
Verschillende benaderingen rol professional
Verschillende benaderingen van de rol als pedagoog/sociaal werker
Capaciteitsprobleem: als ‘oplosser’ (essentialistische visie)
Logicaprobleem: als ’drager van constructies’ (constructivistische visie)
professionals moeten ook stilstaan bij de vraag “hoe definieer ik het
probleem, hoe dan ouders dat, andere professionals? …”
De professional als oplosser
Idee dat we via …
de ‘juiste’ diagnose
het probleem ‘juist’ kunnen definiëren
om dan via de ‘juiste’ methode
het ‘juiste’ antwoord te kunnen geven
dat moet leiden tot het ‘juiste’ resultaat
Oplossingslogica zit ingebed in een vooruitgangsdenken:
We ontwikkelen steeds betere diagnostiek
We ontwikkelen steeds betere methodieken (cf. evidence-based
methodieken)
Waarbij we ook steeds meer de kinderen en ouders zelf betrekken en
empoweren (vraaggestuurd werken, krachtgericht werken, etc…)
Oplossing = essentialistisch concept
We kunnen de werkelijkheid kennen
Via het kennen van de werkelijkheid kunnen we tot een wenselijke situatie
komen
Hetzelfde gedrag kan in een verschillende context een verschillende
betekenis krijgen
Non-communicatieve pedagogie
Historisch en actueel vaststelling dat dergelijke benadering zeer contraproductief
kan zijn:
, Oplossingslogica leidt tot een beheersingsgerichte en non-communicatieve
pedagogie (Roose, 2006; De Vos, 2015; Naert, 2019).
Een non-communicatieve pedagogie, want de professional wordt een uitvoerder van
methodieken, die moet slagen, …. dus weinig ruimte voor omgaan met
ambiguïteit/complexiteit, …
>< ervaringen van jongeren en gezinnen van gebrek aan
ruimte/tijd/kansen/transparantie/…
Vermijden van meer van hetzelfde
Vaststelling dat jeugdhulp niet ‘werkt’, leidt historisch vaak tot meer van hetzelfde
We moeten vroeger tussen komen/beter tussen komen/….
Belangrijk om uit die logica van ‘meer van hetzelfde’ te stappen en te kijken naar
‘anders’ tussenkomen: bevragen van logica’s van tussenkomst
De professional als drager van Interventies
Communicatieve pedagogiek veronderstelt een constructivistische benadering
Interventie als constructivistische logica houdt geen relativisme in, maar wel
voortdurende reflectie over de opvattingen die we hanteren in het tussenkomen in
situaties die we als problematisch benoemen.
Constructies
Waarover gaat het: besef dat de wijze waarop we problemen benoemen, de
opvattingen over wat een goede tussenkomst is, de opvatting over wat een
wenselijke tussenkomst is, de opvatting over wat delinquentie is, de opvatting over
wat goede opvoeding is, … zijn niet neutraal maar zijn
1. Constructies
2. Die tijdsgebonden, perspectiefgebonden en contextgebonden zijn (Hemrica,
2004).
1. Tijdsgebonden: vb. vroeger was spijbelen een MOF’, nu niet meer
2. Contextgebonden: vb. druggebruik in een rijk gezin wordt mogelijk op een andere
wijze geproblematiseerd dan in een arm gezin
3. Perspectiefgebonden: vb. een pedagoog/sociaal werker zal mogelijk naar andere
aspecten in de situatie kijken dan een psycholoog, criminoloog, …
Hoe mee omgaan?
Constructivisme betekent dus niet relativisme, maar wel de noodzaak om kritisch te
blijven kijken naar de eigen uitgangspunten (constructies) en de context waarin hulp
wordt verleend, ook in extreme gevallen
Cf. van Stolk, B. & Frenken, J. (1986). ‘Als kind met de kinderen': een netwerk
van incestueuze en pedoseksuele verhoudingen, MGv, 41, 691-724.
Evidenties deconstrueren