CELLEN EN WEEFSELS (PATRIM CELLEN)
2020-2021
PROF. ADRIAENSEN
FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN
1
,All rights reserved
© 2020 s0191996
Apart from any fair dealing for the purposes of research or private study or criticism or review, this
publication may not be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by
any means (electronic, mechanical, photocopying, recording, scanning, or otherwise) without the
written permission of the authors.
2
, 1. Het lichaam als functioneel geheel
1.1 De organisatie van het lichaam
● Atomen
○ Alle materie in het universum
○ Combinaties = moleculen
○ Onbeperkte mogelijkheden → complexiteit → macromoleculen
● Organellen
○ Ieder een individuele functie
○ Talrijke chemische reacties
○ Kunnen buiten de cel niet overleven
○ Tot nu toe 20 organellen geïdentificeerd
- bv: mitochondriën = energiefabrieken
● Cellen
○ Kleinste structurele eenheden van het lichaam
○ Alle basiseigenschappen van levende materie
○ 100 biljoen cellen in één lichaam
○ Individuele specialisaties
● Weefsels
○ Organisatie van een groot aantal gelijkaardige cellen met dezelfde
specialisatie
○ 4 hoofdtypes: epitheel, bindweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel
● Organen
○ Organisatie van verschillende weefseltypes die zodanig gerangschikt zijn
dat ze samen een specifieke functie kunnen uitoefenen die door geen
enkel van de samenstellende weefsels afzonderlijk kan worden
waargemaakt
○ Zelden geïsoleerd
○ Unieke vorm, grootte en ligging
● Orgaansystemen
○ De uitwendige bescherming (Figuur 1.3)
- huid en zijn aanhangsels
- bescherming
- regulatie lichaamstemperatuur (gevoelsorgaan)
○ Steun en beweging (Figuur 1.4)
- Beenderen, kraakbeen en ligamenten
Bloedvorming in mergbeen
Opslagplaats voor mineralen
- Spiersysteem
Dwarsgestreepte of gladde spieren
Productie van warmte
○ Communicatie, controle en integratie (Figuur 1.5)
- Zenuwstelsel en endocriene systeem
- Zintuigen
- Spiercontracties of afscheiding van secreet
- Zenuwstelsel = snel, korte duur
- Hormonaal stelsel = traag, lange duur
- Metabolisme, groei, ontwikkeling, voortplanting
3
, ○ Transport en verdediging (Figuur 1.5)
- Aan- en afvoer van lichaamsstoffen
- Transport O2, koolzuurgas, hormonen, afvalproducten
- Lymfatisch systeem
- Thymus, amandelen, milt
- Immuunrespons
○ Strikt gecontroleerde en gereguleerde uitwisseling met de omgeving
(Figuur 1.6)
- Ademhalingsstelsel, spijsverteringsstelsel, excretiestelsel
- resp: zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen uitwisselen/-scheiden
○ Voortplaning en ontwikkeling (Figuur 1.8)
- Overleven van genetische informatie
1.2 Het totaalbeeld: niveau van het organisme
Het menselijk organisme
● Geïntegreerde assemblage van interactieve structuren
● Reproduceren, en beschadigde of verouderde onderdelen herstellen of vervangen
● Gezond en productief leven leiden op een constante en voorspelbare wijze
● ‘Normale’ lichaamstemperatuur en vloeistofbalans onderhouden onder sterk
variërende omstandigheden
● Efficiënte eliminatie van afvalstoffen en bescherming tegen ziekte
● Goede coördinatie van bewegingen en zintuigen
1.3 Interactie van structuur en functie
● Complementariteit van structuur en functie
→ Structuur en functie hangen sterk samen!
● Op examen: ‘Bespreek de functionele structuur’
Systemen met dezelfde functie hebben een gelijkaardige structuur
Systemen met dezelfde structuur hebben een gelijkaardige functie
→ Structurele fouten uiten zich op functionele fouten en omgekeerd (= pathologie!)
1.4 Homeostase
Definitie: Relatief constante toestand bewaard in lichaam laat toe dat cellen normaal
functioneren ondanks veranderende omstandigheden
Uitwendige omgeving wijzigt voortdurend, lichaamscellen hebben een CONSTANTE
omgeving nodig
● Druk, temperatuur, chemische samenstelling
● Zelfregulatie
○ Complex geïntegreerde communicatie en controlenetwerk
(= homeostatische ‘feedback control loops’)
● Positieve >< negatieve feedbacksystemen:
○ ⊕ = Verandering promoten
○ ⊖ = Verandering tegenwerken
4
, Structurele basiscomponenten van alle feedback control loops:
1. Sensor/waarnemend mechanisme
● Identificatie parameters
○ Genereren en versturen AFFERENT signaal naar integrerend en
controlerend centrum
2. Integrerend en controlerend centrum
● Analyse input homeostatische sensor
○ Efferent signaal naar effectormechanisme
3. Effectoren
● Organen (spieren, klieren, …)
○ Kunnen gecontroleerde variabelen beïnvloeden
(verlagen/verhogen) binnen ‘normale’ grenzen
- bv: hartslagsnelheid, bloeddruk, …
Afferent = signaal vanuit sensor naar controlecentrum (= sensorisch)
Efferent = signaal vanuit controlecentrum naar effectormechanisme
(Zie figuur 1.9B)
2. De cel
Een cel is de kleinste georganiseerd eenheid van elk levend organisme die in staat is
tot een langdurig onafhankelijk bestaan en tot vervanging van zijn eigen substantie,
mits in een geschikte omgeving
→ Elke cel kan in geïsoleerde toestand overleven, mits in geschikte omgeving
2.1 Moderne celtheorie (5):
● Cellen zijn de b ouwstenen van alle planten en dieren
● Cellen kunnen slechts tot stand komen door deling van reeds bestaande cellen
● Cellen zijn de k leinste eenheden van een levend organisme die alle vitale
fysiologische functies kunnen waarmaken
● Iedere cel onderhoudt h omeostase op cellulair niveau
● Homeostase op het niveau van weefsels, organen, stelsels en het individu is het
gevolg van een gecoördineerde activiteit van vele cellen
2.2 De cel: organisme
Iedere cel werkt als een functionele entiteit en reageert op een groot gamma van
omgevingsfactoren.
2.3 De cel: microscopie
Celcomponenten → uiterst kleine structuren
→ gebruik maken van microscopen (licht- of elektronenmicroscopie)
5