Epidemiologie
Inleiding tot de epidemiologie
Hoofdstuk 1: Historische context, definities en nut
1. Historische context
Epidemiologie zijn alle soorten studies bij meerdere mensen.
Vb. In de winter zien we telkens een piek in mortaliteit. Om te controleren of dit volledig kan
verklaard worden door een toegenomen mortaliteit bij ouderen omwille van de griep, kunnen
we de mortaliteitscurve bij jongeren bekijken. Als onze hypothese klopt dat de griep bij
ouderen voor een grotere mortaliteit zorgt, zal deze curve zeer afgevlakt zijn.
Hippocrates was al op zoek naar een invloed van buiten die de mens ziek maakte.
Jenner voerde de eerste klinische studie uit. Hij zag een verband tussen koepokken en
pokken bij de mens. Zo ontwikkelde hij een pokkenvaccin op basis van koepokken:
inoculatie met vaccinia. Dit was de eerste vaccinatie.
Semmelweis zocht naar de oorzaak van sterfte in het kraambed. Hij vergeleek met andere
ziekenhuizen en thuisbevallingen. Dit bracht hem tot de hypothese dat de oorzaak bij het
chirurgisch materiaal lag en de slechte handhygiëne van het personeel.
De cholera-epidemie in Londen leidde tot 2 andere hypothesen bij 2 verschillende
wetenschappers:
1) William Farr:
De geografische ligging (lucht of hoogte) is de oorzaak van de ziekte.
2) John Snow:
Gezien de symptomen (maag-darm problemen) dacht hij aan voeding of water als
mogelijke oorzaak. Later vond hij een associatie tussen de regio waar cholera meer
voorkwam en de watermaatschappij vanwaar deze personen hun water haalden.
Beide hypothesen komen overeen met 2 soorten epidemiologie:
1) Black-box epidemiologie:
Men baseert zich enkel op cijfers. Er wordt geen rekening gehouden met een
mogelijke biologische verklaring. Zoals Farr.
2) Glass-box epidemiologie:
Deze houdt rekening met een mogelijk biologisch mechanisme en de cijfers. Zoals
Snow.
Bij deze observationele epidemiologische studies is het niet mogelijk om conclusies te
trekken omtrent oorzaak-gevolg relaties. Dit kan enkel bij experimenten waarbij men een
eventuele verandering in de outcome bekijkt.
2. Definitie
De epidemiologie doet 2 zaken:
1) Hij bestudeert de distributie, vb in een geografische regio, de determinanten en de
frequentie van een ziekte bij mensen.
→ Etiologie van de ziekte achterhalen
2) Hij gebruikt deze resultaten om de mogelijke oorzaken te definiëren en aan preventie
te doen
→ Volksgezondheid: preventie
1
, Epidemiologie
2.1 Populatie
Een populatie is een groep mensen met gelijke kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, afkomst,
woonplaats, maar ook kenmerken zoals een gebeurtenis in het leven, zoals dezelfde ingreep
of voorgeschiedenis, dezelfde huisarts, ziekenhuis,…
De populatie wordt duidelijk gedefinieerd. Soms is dit moeilijk.
Vaak worden patiënten gebruikt, maar het gebruik van deze hospital-based populaties heeft
verschillende nadelen:
− De patiënt kan zelf beslissen of hij in een studiepopulatie zit of blijft.
− Dit kan afhangen van de aard van de aandoening. Bepaalde specialisaties zijn vooral
belangrijk in bepaalde ziekenhuizen.
− Dit hangt vaak samen met de woonplaats. Een patiënt zal vaak een ziekenhuis
dichtbij kiezen.
− De teruggave van medische kosten kan afhangen van het ziekenhuis, vb in de VS.
Het gebruik van een bepaald ziekenhuis kan dus samenhangen met de socio-
economische status van de patiënt.
− Hoog risico op bias.
Er zijn 2 soorten populaties:
1) Vaste/fixed populatie:
Deze veranderen niet meer. Er kunnen geen personen meer bijkomen of weggaan.
Vb. Personen die een bepaalde chirurgische ingreep hebben ondergaan.
2) Dynamische populatie:
Deze kunnen nog veranderen. Er kunnen nog personen bijkomen en weggaan.
Vb. Populatie van een stad.
Er is nog een onderverdeling mogelijk van een bepaalde populatie in verschillende
subpopulaties, vb onderverdeling van een aantal geboren kinderen bij rokende moeders
volgens geslacht, afkomst,...
2.2 Determinanten
Determinanten zijn alle mogelijke factoren die de frequentie van de ziekte kunnen
beïnvloeden. Dit wordt ook wel blootstelling (exposure) genoemd of variabele in de statistiek.
Vb'en: sport, stress, obesitas, voeding, prenatale blootstellingen, preconceptie, genetisch,…
Een aandoening kan zelf ook de determinant zijn voor een andere aandoening zoals
obesitas aan leiding kan geven tot cardiovasculaire aandoeningen.
2
, Epidemiologie
Deze determinanten kunnen zeer complex zijn. Vaak dragen verschillende determinanten
samen mee tot de ziekte. Onder ziekte valt ook vb aantal ongevallen, zelfmoorden,… Een
betere term is de outcome.
2.3 Infectieziekten: outbreak
Endemisch houdt in dat het aantal nieuwe besmettingen wordt gecompenseerd door het
aantal verdwenen gevallen, door genezing of sterfte.
Een pandemie wordt gedefinieerd als de wereldwijde verspreiding van een (nieuwe) ziekte
die voldoende ernstig is en een grote impact heeft op de gezondheid.
Er is een ketenreactie aan de gang. We moeten proberen deze op zoveel mogelijk plaatsen
te onderbreken.
2.4 Nut van epidemiologie
De hedendaagse epidemiologie gaat niet meer alleen over infectieziekten. Het gaat ook over
vb kanker, hoge bloeddruk, depressie, epilepsie, diabetes,…
Steeds meer mensen leiden aan chronische ziekten. Er is vaak ook leeftijdsgebonden
comorbiditeit. Maar epidemiologie gaat ook over plotse, zeldzame of “onverklaarbare”
gevallen.
De fundamentele stelling in de epidemiologie is dat mensen niet zomaar of “at random” ziek
worden. De oorzakelijke factoren kunnen geïdentificeerd worden door vb onderzoek te doen
binnen subgroepen van de bevolking. Zo kan de etiologie van de ziekte geïdentificeerd
worden wat kan helpen in de preventie. Hierbij is onderzoek nodig: epidemiologische
studies.
De resultaten van epidemiologische studies zijn vaak moeilijk te verhalen op het individu.
Want wat is nu de hoofdoorzaak? De etiologie is hier vaak veel te complex voor.
3