Samenvatting van de te kennen hoofdstukken voor Nederlands 2.
Dit is een tweedejaars vak gegeven door A. Debo.
Aangezien haar lessen/powerpoints nogal chaotisch zijn, kan deze samenvatting een goede kapstok zijn om te studeren.
Hoofdstuk 5: Kennis van het Nederlands: interculturele communicatie
1. Algemene definiëring van het communicatieproces toegepast op de
communicatieve vaardigheden
Als je spreekt, is dat voorafgegaan door een prikkel vanuit je werkelijkheid. Je
kiest dan als spreken een code die zowel talig, niet-talig als communicatief is. Je
stuurt je boodschap via een medium in de richting van een ontvanger die
waarneemt, decodeert, beoordeelt en verwerkt. De ontvanger biedt dan ook nog
feedback.
2. Interculturele gespreksvoering
Taal
speelt een
belangrijke rol in het omgaan met diversiteiten. Door de diverse achtergrond die
mensen hebben, komt het vaak ongewild tot vooroordelen of misverstanden.
Overal waar mensen met elkaar omgaan, duiken er misverstanden op.
Misverstanden zijn eerder regel dan uitzondering. Dit is zeker zo als het gaat om
omgang tussen mensen die veel van elkaar verschillen: taalverschillen,
persoonlijke geschiedenis, verschillende sociale positie, andere herkomst…
Je kan ook een poging doen om de misverstanden vanuit communicatieoogpunt
te bekijken. Storingen in de communicatie zijn normaal. Ze hebben te maken met
beelden die de gesprekspartners over elkaar hebben, hoe ze elkaars bedoelingen
inschatte, waarden en normen die meespelen, beide posities, … Als je bij
voorordelen blijft haperen, raken de misverstanden niet van de baan.
Het TOPOI-model biedt zo de sleutel voor het verklaren van
communicatiestoornissen.
1
, Taal
Ordenin
Inzet
g
TOP
OI
Organisat Perspecti
ie even
Taal:
Communciatie verloopt verbaal en non-verbaal
Ordening:
Het Inhoudsniveau van de communicatie.
o De invalshoek van waaruit iemand spreekt
o De communicatie wordt bekeken vanuit het persoonlijk standpunt
Perspectieven:
Het interpersoonlijke en sociale betrekkingsniveau in de communicatie.
o Hoe je jezelf, de ander en de onderlinge relatie ziet
o De onderlinge relaties bekijken -> de verhouding van communicatie
bepalen
Organisatie:
De organisatorische context van communicatie.
o Waar vindt een gesprek plaats?
o Hoeveel tijd is er voorzien voor het gesprek?
o Zijn er bepaalde regels?
Inzet:
o De betrokkenheid die je voelt tot het gesprek
o Wat er voor jou van afhangt
2
, Kennis van het Nederlands: zinsleer
Hoofdstuk 6: Kennis van het Nederlands: zinsleer
1. Inleiding
2. Een addertjeonder het gras: onder- en nevenschikking
Enkele voorbeelden:
Het meisje speelde viool en de jongen voetbalde.
Tom en Piet maakten samen een opname voor de afscheidsavond.
Het kaboutertje dat een rode muts heeft, heet Joeri.
<->
Het kaboutertje, dat daar voorbijkwam, zag er wat vreemd uit.
In elk van bovenstaande zinnen wordt gebruik gemaakt van verbindingswoorden.
Het zijn in dit geval telkens voegwoorden.
Je kan dus nevenschikkende of onderschikkende voegwoorden hebben.
Wat wordt bedoeld met de termen nevenschikking en onderschikking?
(extra uitleg)
Nevenschikking en onderschikking zijn termen die gebruikt worden om de relatie
tussen delen van samengestelde zinnen te beschrijven.
Er bestaan enkelvoudige en samengestelde zinnen. Een enkelvoudige zin bestaat
uit slechts één hoofdzin, en heeft maar één persoonsvorm: ‘Lisa kijkt naar het
journaal.’ Een samengestelde zin bestaat uit meerdere hoofdzinnen of heeft een
of meer bijzinnen. Elke deelzin heeft een eigen persoonsvorm:
1. De jongen liep de trap op en ging zijn kamer in. (twee hoofdzinnen)
2. De jongen liep de trap op, ging zijn kamer in en pakte een boek. (drie
hoofdzinnen)
3. Het meisje dat daar loopt, heet Aïsha. (een hoofdzin en een bijzin)
4. Het meisje dat daar loopt, heet Aïsha en komt uit Rotterdam. (twee
hoofdzinnen en een bijzin)
Nevenschikking
Bij nevenschikking heb je te maken met twee of meer hoofdzinnen, zoals de
zinnen 1 en 2 hierboven. Deze hoofdzinnen worden vaak verbonden
door nevenschikkende voegwoorden als en, of, maar en want. Nevengeschikte
zinnen kunnen een aaneenschakelend, een tegenstellend of een oorzakelijk
verband hebben. Vaak wordt (zoals ook in zinnen 1 en 2) het onderwerp in een of
meer van de deelzinnen samengetrokken. Een zin met nevenschikking kan in
deelzinnen worden gesplitst, maar fraai is dat meestal niet: ‘De jongen liep de
trap op. De jongen ging zijn kamer in. De jongen pakte een boek.’
Nevengeschikte zinnen worden ontleed alsof het aparte zinnen zijn.
Nevenschikking kan zich ook op woordniveau voordoen: ‘Ik zal koffie en
thee halen.’
3
, Onderschikking
Ondergeschikte zinnen zijn bijzinnen die deel uitmaken van de hoofdzin.
Bijzinnen kunnen verschillende functies hebben. In zin 3 en 4 hierboven is de
bijzin (‘dat daar loopt’) een bijvoeglijke bepaling bij het meisje. Bijzinnen
beginnen vaak met onderschikkende voegwoorden
als dat, of, waar, omdat, doordat en als. Ook het betrekkelijk
voornaamwoorddie kan een bijzin inluiden. Hieronder staan nog enkele
voorbeelden van zinnen die een bijzin bevatten. Tussen haakjes staat de functie
van de bijzin.
5. Wat hij zegt, is niet te bewijzen. (onderwerpszin)
6. Zij begrijpt niet hoe ze breuken moet vermenigvuldigen.
(lijdendvoorwerpszin)
7. Mijn broer moest hard leren om voldoendes te halen. (bijwoordelijke bijzin
van doel)
8. Zij doet of ze de baas is. (bijwoordelijke bijzin van vergelijking)
Je vertrek binnen de zinsleer van 5 hoofdvragen:
Over wie/waarover gaat het? het onderwerp
Wat wordt erover gezegd? gezegde
Gaat het over wat het onderwerp werkwoordelijk
doet?
naamwoordelijk gezegde
Of over wat het onderwerp is/wordt?
Is er noodzakelijke info? voorwerp
Is er bijkomende info? bepaling
3. Onderwerp en gezegde (zie de Basis)
3.1Oefeningen
De leerlingen van de vijfde klas maakten na de wandeling een tekening van
everzwijnen.
Eerste vraag: ‘Over wie wordt er iets gezegd?’ (= het onderwerp)
Tweede vraag: ‘Wat wordt ervan gezegd?’ (= het gezegde)
Een zin bestaat dus uit een onderwerp en een gezegde.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mcour. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.