100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
MEDIASOCIOLOGIE : samenvatting en readers €4,39
In winkelwagen

Samenvatting

MEDIASOCIOLOGIE : samenvatting en readers

4 beoordelingen
 192 keer bekeken  22 keer verkocht

Lessen (slides) verwerkt met eigen notities, in het roze erbij geschreven. Achteraan ook de readers in het Nederlands samengevat. Daarna staat ook extra info uit de syllabus, die niet in de slides staat of beter uitgelegd wordt in de syllabus.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 77  pagina's

  • 27 december 2020
  • 17 januari 2021
  • 77
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ugzdafina • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: thomasdeblock • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Casperpolensoc • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: silkehumbeeck • 3 jaar geleden

avatar-seller
mirtebrouwers

Beschikbare oefenvragen

Flashcards 65 Flashcards
Gratis 52 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Focussen we meer op change of continuity binnen mediasociologie?

Antwoord: We moeten uitkijken met in de ban geraken van \'het nieuwe\' en ervan uitgaan dat dit ales kan veranderen (mediadeterminisme), daarom proberen we te focussen op wat er fundamenteel verandert. Het is dus belangrijk om naar continuity te kijken

2.

Wat zijn mediageneraties en waarom spreken we erover?

Antwoord: Generaties (concept van Manheim) bestaan uit een cohorte mensen in een bepaalde tijd. Een mediageneratie is belangrijk om in het achterhoofd te houden, omdat ze dezelfde gebeurtenissen meemaken op een bepaalde tijd in hun leven. Toch moeten we er niet van uit gaan dat iedereen uit een bepaalde mediageneratie hetzelfde denkt over of omgaat met media.

3.

Wat betekent \'defamiliarize the familiar\'?

Antwoord: Dit betekent dat media zeer alledaags zijn geworden en doorgedrongen zijn in ons leven, maar we hetgeen dat evident lijkt te zijn toch moeten leren problematiseren en in vraag durven stellen.

4.

Wat zijn twee manieren om naar de media te kijken?

Antwoord: Media als instellingen en media als communicatiemiddelen.

5.

Welke soorten macht definieert Thompson en hoe koppelt hij het aan de media?

Antwoord: Symbolische macht: volgens Thompson is dit de meest prominente macht van de media. Politieke macht: ze bepalen mee de agenda en politiekers gebruiken media om extra macht te bekomen. Economische macht: grote mediabedrijven met veel gezag over wat in de media gebeurt. Dwangmacht: bv. Ice bucket challenge (dwangmacht heeft een fysiek effect).

6.

Welke soorten interactie worden gemaakt in de typologie van Thompson?

Antwoord: Face-to-face interactie, gemedieerde interactie, gemedieerde quasi-interactie. Wel is dit een oude typologie van voor dingen zoals sociale media bestonden dus hedendaags kan je je vragen stellen of dit nog super correct is, maar dit is wel een goed basismodel.

7.

Zeg zoveel als je kan over mediatisering.

Antwoord: Mediatisering als concept van Hjarvard, slaat op het proces van historische transformatie, kan je tegenover mediering zetten wat simpelweg verandering op de korte termijn betekent. Mediatisering is een metaproces van moderniteit en kan je langs en boven andere processen zoals globalisering, individualisering en commercialisering zetten. Je kan een onderscheid maken tussen directe en indirecte mediatisering, bij indirecte gaat het namelijk gewoon over dat het leven in toenemende mate beïnvloed wordt door mediagenieke symbolen en mechanismen, terwijl bij directe een duidelijke verandering zichtbaar is. Mediatisering is een duaal proces, want media zijn instellingen op zichzelf geworden maar hebben ook invloed op andere instellingen.

8.

Wat zijn affordances?

Antwoord: Wat een medium mogelijk maakt maar ook wat de mogelijke beperkingen zijn. Een stoel bv. is door de makers bedoeld om op te zitten, maar gebruikers kunnen ook hierop gaan staan dus het heeft ook andere affordances, toch zijn er limitaties aan wat je kan met een stoel.

9.

Wat is de media-logica?

Antwoord: concept van Altheide en Snow. Slaat op de institutionele en technologische modus operandi van de media, het is een commerciële logica. Vorm en formaat bepalen hierbij hoe symbolisch materiaal verwerkt en gerepresenteerd wordt. Media-logica werkt in op verschillende niveaus in de samenleving, namelijk: institutionele regulering, symbolische inhoud en individuele praktijken.

10.

Is het correct als we zeggen dat we nog steeds te maken hebben met een massamedia-logica?

Antwoord: Ja en nee. Nee omdat we hedendaags ook meer te maken krijgen met de sociale media-logica. Waar programmeerbaarheid, populariteit, connectiviteit en dataficatie belangrijker zijn geworden. Toch sluiten deze twee logica\'s elkaar niet uit en kunnen ze elkaar aanvullen.

Inhoudsopgave

Mediasociologie ....................................................................................................................................................................... 2
Introductie ......................................................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 0: Situering en centrale begrippen ................................................................................................................................4
Hoofdstuk 1: The media and modernity (features, contours and consequences) ........................................................................12
Hoofdstuk 2: The media and everyday life ...................................................................................................................................23
Hoofdstuk 3: The media, the public and the private.....................................................................................................................29
Hoofdstuk 5: The media and morality ..........................................................................................................................................39

Readers .................................................................................................................................................................................. 43
Hjarvard - The mediatization of society........................................................................................................................................43
Silverstone - Chapter 1: Television, ontology and the transitional object ....................................................................................46
Höijer, Lidskog, Uggla - Facing dilemmas: sense-making and decision-making in late modernity ..............................................49
Sheller, Urry - Mobile Transformations of ‘public’ and ‘private’ life .............................................................................................52
Papacharissi - The virtual sphere ..................................................................................................................................................54
Höijer - The discourse of global compassion: the audience and media reporting of human suffering.........................................57
Thompson - Shifting boundaries of public and private life ...........................................................................................................59
Meyrowitz - The adultlike child and the childlike adult: Socialization in an electronic age ..........................................................62

Syllabus .................................................................................................................................................................................. 66
Hoofdstuk 0 ..................................................................................................................................................................................66
Hoofdstuk 1 ..................................................................................................................................................................................69
Hoofdstuk 2 ..................................................................................................................................................................................69
Hoofdstuk 3 ..................................................................................................................................................................................71
Hoofdstuk 4 ..................................................................................................................................................................................73
Hoofdstuk 5 ..................................................................................................................................................................................74

,Mediasociologie

Introductie
Wat is mediasociologie?
• Bestudeert de interactie tussen mens, maatschappij, wereld en media
• Bestudeert hoe media bijdragen tot de organisatie van de sociale wereld
• Bestudeert hoe de mens de sociale wereld ervaart en er vorm aan geeft via media
• Bouwt voort op sociale theorie (cf. Nick Couldry)
o D.w.z. mediasociologie gebruikt sociale theorieën om te begrijpen
§ hoe media gebruikt worden in het sociale leven
§ hoe ze vorm geven aan het sociale leven en
§ hoe betekenissen die door de media worden verspreid sociale gevolgen hebben
• Om die reden ook wel ‘sociaal-georiënteerde media theorie’genoemd (cf. Nick Couldry)

Mediacentrisme/determinisme: media is zogezegd de motor van verandering. Daartegenover staan mensen
die zeggen dat de wereld eerst verandert en dat media het resultaat is van wat aan de hand is in de
samenleving (maatschappijdeterminisme). Dit wordt verkend in deze cursus. Veel auteurs bouwen verder
op sociale theorieën zoals deze.

Change - continuity
• Kijkt naar de rol van media in sociale veranderingen, maar steeds vanuit een historisch bewustzijn,
vandaar ook veel aandacht voor continuïteit




Probleem: we zijn geneigd om te veel op het nieuwe te focussen, dit omdat nieuwe dingen heel disruptief
kunnen zijn en een grote impact op ons leven hebben. Nieuwe dingen zorgen verder voor een duidelijke
breuk MAAR het is belangrijk om op lange termijn te kijken, wat verandert fundamenteel? Patronen,
tendenzen, … blijven voortbestaan in de geschiedenis. Media werken uiteindelijk ook niet zo ontwrichtend.

Mediageneraties

,We maken allemaal deel uit van een mediageneratie. ‘Generatie’ als concept door Carl Manheim: cohorte
van mensen in een bepaalde tijd -> maken vaak zelfde dingen mee maar reageren daarom niet per se
hetzelfde (bv. vluchtelingentoestroom reacties). Toch vormt een generatie mensen, aangezien
gebeurtenissen een impact hebben op hun leven, nu bv. coronageneratie (17-25 want strekst gevormd
erdoor). Onze media omgeving is ook anders dan bij andere generaties. ‘Fenemenologische ervaring’ -> de
manier waarop je de sociale wereld beleeft (via gemedieerde media).

Verandering/ “spanningsvelden”
Het is belangrijk om na te denken of een verandering oppervlakking of fundamenteel plaatsvindt. Wat zijn
de groepen en rollen in de samenleving? Oppassen voor de focus op ‘het nieuwe’. Een typische discuddie
die plaatsvindt gaat over ongelijkheid, bij de opkomst van het internet dacht men dat ongelijkheid ging
verdwijnen, maar eigenijk werd deze gewoon weerspiegeld op het internet.
• Van eenvoud naar complexiteit
Dit heeft vaak met technologieën te maken (vaak wordt het vooral door oudere generaties als complex
ervaard). Dit is een tendens die al lang bezig is, er zijn bv. artikels van hoe complex videorecorders wel niet
zijn. Niet enkel media, maar ook de sociale wereld maakt leven complexer, al maakt het soms ook
gemakkelijker.
• Van schaarste naar overvloed
Deze evolutie kan ook psychologische problemen met zich meebrengen. Vandaag opgroeien in een tijd van
overvloed = constante beschikbaarheid van bv. muziek, vroeger moest men echt op cassetes alles
opnemen van de radio en zo herbeluisteren luisteren.
• Van traagheid naar snelheid
Acceleratie van de samenleving te danken aan technologieën. Vaak verlagen mensen terug naar ‘traag’.
Traagheid is echter moeilijk te handhaven
• Grens privé/ publiek vervaagt

‘Defamiliarize the familiar’
• Leert ons datgene wat wij vanzelfsprekend, natuurlijk en onvermijdelijk achten in ons leven, te
problematiseren en te begrijpen in een ruimere sociale context
Vertrek vanuit het evidente, media is natuurlijk zeer alledaags in de samenleving, daarom is het zo moeilijk
te bestuderen. Het ‘gewone’ moet daarom doorprikt worden en we moeten leren problematiseren van dit
alledaagse, en bekijken in ruimere context.

Centrale invalshoeken
• ‘There can be no modernity without the media. There can be no media without modernity.’-Richard
Barbrook
• Moderne samenleving 20ste –21ste eeuw
• Focus op westerse samenleving in al haar diversiteit

Centrale concepten
• Moderniteit
• Tijd en ruimte
Niet geografisch, eerder als sociologische noties/ als sociale constructies (sociale invulling).
• Media en mediatisering
• Verandering en continuïteit

‘We are not telemediated strangers’
Bauman (optimistische visie), telemediated strangers zijn mensen die zich van elkaar vervreemden omdat
er een scherm tussen zit.

,Hoofdstuk 0: Situering en centrale begrippen
Wat begrijpen mediasociologen onder media?
1.Media als instellingen
2.Media als communicatiemiddelen


MEDIA ALS INSTELLINGEN

Media als instellingen (Nick Couldry)
Couldry heeft het aura/ de mystique rondom media onderzocht. Media hebben ongelofelijke controle
verworven omdat ze infrastructuur hebben, ze zijn daarom ook machtsinstellingen.
• Institutionele dimensies van communicatie
o organisatie van technologische productie en distributie van media-inhouden
o infrastructuur, middelen, hulpbronnen -industrieën
• Machtsinstellingen in de samenleving

Macht: definitie John B. Thompson (Belangrijke naam voor EXAMEN bv.)
• Het vermogen om in je eigen belang te kunnen handelen en je eigen doelen te kunnen najagen
• Het vermogen om te kunnen interveniëren in het verloop van de gebeurtenissen en op die manier
de uitkomst van gebeurtenissen te kunnen beïnvloeden en sturen

Media als machtsinstellingen (John B. Thompson)

,Thompson zijn eerste typologie gaat over de macht van de media, maar we moeten wel in gedachte houden
dat er altijd vermogen is om in eigenbelang te handelen en om te intervenieëren in gebeurtenissen.
Symbolische macht slaat vooral terug op de repliceerbaarheid van media, er is hedendaags een massale
kennisoverdracht aanwezig. Media kunnen verhalen van kerk en wetenschap uitdagen. Economische macht
vloeit voort vanuit de oligopolie die mediabedrijven hebben, wat betekent dat enkele bedrijven het grootste
deel van de markt overheersen en de dataficatie die daarbij mee komt. Ze hebben door deze economische
macht bv. ook de mogelijkheid om rechtzaken te winnen. Media kunnen politieke agenda mee bepalen maar
machtshebbers gebruiken media ook om hun macht uit te breiden. Dwangmacht is de moeilijkst bepaalde
vorm, hebben media deze? Je zou kunnen argumenteren van wel, zie bv. de Ice bucket challenge of
verplichte reclame kijken. Dwangmacht heeft een fysiek effect.

MEDIA ALS COMMUNICATIEMIDDELEN

Typologie van interactie (John B. Thompson)




Dit is de tweede typologie van Thompson. Hij verdeeld interactie hier in drie soorten interactie. De eerste is
face-to-face, dit is een heel rijk communicatiemiddel, het wordt gepreisd als waardevol, maar de spreker
kan controllerend zijn. Bij Gemedieerde quasi-interactie bijvoorbeeld wordt er meer vrijheid of mogelijkheid
geproduceerd voor het publiek. Gemedieerde communicatie kan belangrijk zijn in machtsuitoefening, als
men het publiek wil manipuleren. Maar gemedieerde communicatie is niet enkel negatief, je kan zo bv. ook
op afstand communiceren met mensen (opportuniteit van het gemedieerde). We kunnen wel zeggen dat er
een grotere vorm van interactie mogelijk is voor het publiek via gemedieerde interactie, zijn typologie
dateert namelijk van voor het internet bestond dus het meeste interactie dat mensen hadden met een talk
show bijvoorbeeld was om de tv af te zetten.
Een kritiek die je nu zou kunnen geven op deze typologie is: waar situeren we het internet? Het internet is
niet alleen een paraplu-vorm voor meerdere diverse applicaties, ook kan je van bv. youtube zeggen dat er
meer interactie mogelijk wordt gemaakt dan in zijn model wordt weergegeven. Dit is niet puur monologisch,
hoewel de interactie beperkt blijft. De situatie dit jaar tussen Celine en acid is bv. gemedieerde en
gemedieerde quasi-interactie. Ook moet je eens nadenken over je eigen interactie zoals bv. instagram? Hoe
open of gesloten is het? Zie ook bv. ‘finsta’: mensen gaan grenzen en affordances van instagram omzeilen.
Deze typologie is dus gedateerd maar biedt ons toch nog de mogelijkheid om interactie te plaatsen. We
kunnen wel zien dat dingen die traditioneel als ‘quasi’ gezien werd, soms overgaat in gewone gemedieerde
(bv. The voice).

‘Gemedieerd’ (John B. Thompson)
• Betekenis wordt vastgelegd, bewaard dankzij gebruik van technisch medium
• Bepaalde mate van duurzaamheid (efemeer vs. duurzaam)

, • Mogelijkheid tot reproduceerbaarheid
• Op grote schaal met grote reikwijdte
• Precies daarom zijn ze belangrijk in machtsuitoefening

Wat wordt bedoeld met mediatisering?

Mediatisering als theoretisch concept
• Stig Hjarvard (DK)
o Mediatisering als theoretisch concept
o Een theorie van LT media-effecten
o Transformatie
o Metaproces van moderniteit
o (naast globalisering, individualisering, commercialisering, etc.)
• Andere theoretici:
o Andreas Hepp (D)
o Knut Lundby (N)
• ! Readertekst van Hjarvard!
Mediatisering is een concept dat verkend werd door Noord-Europese mediasociologen zoals Hjarvard.
Doorgaans bestudeert men effecten als een afgesloten fenomeen dat persuasief is (bv. games). Toch gaan
deze auteurs afstand nemen van het mediadeterministische idee. Media zijn volgen hen minder geïsoleerd
en ze gaan het meer bekijken als een product van de samenleving. Ze durven dus het effecten-vraagstuk te
behandelen. Mediatisering is een metaproces van moderniteit, en je kan het bij deze andere processen
plaatsen maar ook erboven, want het werkt globalisering en commercialisering bv. ook in de hand.

Mediëring
• ‘Everything is, in one way or another, mediated’ (Lunt & Livingstone)
• Invloed van de specifieke ‘affordances’ en beperktheden van het medium en genre op de
boodschap en de relatie tussen zender en ontvanger zonder de sociale instelling zelf aan te tasten
• Vb. hoorcollege, politieke speech

* Affordances
• Communicatiekanaal
• Communicatietechnologie
• Genre
• Wat men kiest, zal invloed hebben op de vorm, inhoud en receptie van de boodschap
Affordances is een concept dat vanuit de psychologie komt. Elk medium heeft zijn eigen specificiteiten die
dingen (on)mogelijk maken en grenzen trekken. Bv. een stoel: je kan er veel mee doen, zelfs soms op staan,
er zijn ook grenzen aan wat je ermee kan en soms kunnen er verbazende mogelijkheden zijn.

Mediatisering
• Lange-termijn proces waarbij sociale instellingen en communicatie-en interactieverhoudingen in de
samenleving fundamenteel wijzigen door het toenemend belang van media
Hier kan je je wel de vraag stellen wanneer iets dan effectief fundamenteel verandert, omdat je dan pas kan
spreken van mediatisering. Men heeft namelijk vaak de neiging om bij nieuwe dingen te denken dat alles
gaat verandere, terwijl dat vaak het geval nie is. Wanneer heeft iets echt een sociale impact op de
samenleving?

Begripsbepaling
• Mediëring
o Verandering
• Mediatisering
o Historische transformatie

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirtebrouwers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,39  22x  verkocht
  • (4)
In winkelwagen
Toegevoegd