, 6.3 Bladregister ............................................................................................................................................. 21
6.4 Beeld-/Kleurregister ................................................................................................................................ 21
7. Uitlegapparaat............................................................................................................................................... 21
7.1 Hoogstapelaar ......................................................................................................................................... 22
7.2 Laagstapelaar .......................................................................................................................................... 22
8. Inktwerk ........................................................................................................................................................ 23
8.1 Opbouw drukgroep ................................................................................................................................. 23
8.2 Inktrollen ................................................................................................................................................. 23
8.3 Vochtwerk ............................................................................................................................................... 23
Inktsturing...................................................................................................................................................... 25
1. Inktzones ....................................................................................................................................................... 25
2. Inkttoevoersysteem ...................................................................................................................................... 25
3. Droging .......................................................................................................................................................... 25
Perfecting technology .................................................................................................................................... 27
Kwaliteitscontrole .......................................................................................................................................... 29
1. Print approval (GVD) ..................................................................................................................................... 29
1.1 Eisen ........................................................................................................................................................ 29
1.2 Kwaliteit: Afhankelijk van de doelgroep ................................................................................................. 29
1.3 Kwaliteitscontrole in de grafische workflow ........................................................................................... 29
2. Kleur beoordelen ........................................................................................................................................... 30
2.1 Normlicht in de grafische sector ............................................................................................................. 30
2.2 Kleurmeetinstrumenten .......................................................................................................................... 31
2.3 Aandachtspunten .................................................................................................................................... 31
2.4 Uitgangscontrole ..................................................................................................................................... 32
2.5 Pantoneboeken ....................................................................................................................................... 32
2.6 Kleur meten in de grafische industrie ..................................................................................................... 32
2.7 Densitometer .......................................................................................................................................... 33
2.8 Spectraalfotometer ................................................................................................................................. 34
2.9 Op welke ondergrond (backing) meten we? ........................................................................................... 34
2.10 Kleuren vergelijken met ∆E-formules.................................................................................................... 35
2.11 Inzetbereik spectraalmeter ................................................................................................................... 36
3. Quality control pressroom ............................................................................................................................ 36
3.1 Hoe gaan leveranciers om met deze kleurmeetinstrumenten? .......................................................... 37
3.2 Inspection control artwork on press ....................................................................................................... 37
3.3 Goed voor druk ....................................................................................................................................... 37
3.4 Drukwerk beoordelen voor opstart ........................................................................................................ 38
Pagina 2 van 39
,INLEIDING
Hoe ziet een moderne drukkerij er vandaag de dag uit?
• Hulpdrukker
o Zorgen dat de pers blijft drukken en niet stilvalt door bv. leeglopen van het papier, te weinig
inkt…
o Platen en papier aanleveren, voorzien van inkt, lak, vochtwater…
o Afhankelijk van type drukkerij moet hij het werk verdelen over 1 of 2 persen
• Verantwoordelijke van de drukpers (drukker)
o Beslist in samenspraak met de klant of er al dan niet gedrukt wordt
o Heeft eindverantwoordelijkheid rond de kwaliteit van het drukwerk
▪ Register zetten
▪ Kleurstabiliteit tijdens het drukken
▪ Juiste kleuren ten opzicht van proefdruk
o Maakt gebruik van randapparatuur bv. Spectraalfotometer
• Klant
o Moet een ‘goed voor druk’ geven
• Productieverantwoordelijke
o Begeleidt de ‘goed voor druk’
Pagina 3 van 39
,VELLENOFFSET
• Proces:
o Pallet papier
o Drukken
o Veredelen
o Drogen
o Papier stapelen
• Video Sappi
o Vellenoffset bestaat uit 4 grote secties:
▪ In-feed: Papier
• Positioneren van papier tov eerste drukgroep is erg belangrijk (vooraanleg
en zijaanleg!), anders staan je beelden op een andere positie op elk vel
▪ Drukgroepen en veredelingstechnieken
• Bv. 10-kleurenpers: 5 recto → Stolpen → 5 verso
• Platen hebben perforatiegaten om ze in de juiste positie te plaatsen →
Registerfouten voorkomen
• Papier loopt tussen een rubberdoek en een tegendruk → Nooit
rechtstreeks contact tss substraat en plaat
• Inktreservoirs
o Wordt uit reservoirs opgepompt en via leidingen naar de pers
gebracht
o Standaardvolgorde: Zwart > Cyaan > Magenta > Geel
• Papier wordt van drukgroep naar drukgroep verplaatst met grijpers
→ 10 mm grijperwit voorzien
▪ Out-feed
• Inkt is nog nat → Om te voorkomen dat vellen aan elkaar kleven of vlekken
maken wordt er antismetpoedergebruikt tussen de vellen, waardoor een
natuurlijke circulatie van lucht in de stapel wordt geblazen
▪ Bedieningspaneel
• Camera’s om te controleren of er geen problemen ontstaan tss 5 de en 6de
drukgroep (omdat papier gestolpt wordt)
• Kleurcontrole
o Afwerkingsapparaat (Bv. Verzamelhechter, snijmachine)
Pagina 4 van 39
, ROTATIE-OFFSET
Bij rotatie-offset wordt vertrokken niet vertrokken van een pallet papier, maar van een bobijn die door de
verschillende elementen van de drukpers loopt. Op het einde van de rit bekomt men een katern.
Rotatie-offset kan onderverdeeld worden in…
• Heatset rotatie
• Coldset rotatie
1. HEATSET ROTATIE
8
7
6 2b + 2C
3
5
4
1 + 2a
‘Heatset’: Geforceerde droging tussen het drukken en de afwerking
→ Omdat er meestal gedrukt wordt op coated papier: De droging verloopt moeilijker dan op uncoated
papier. Bij uncoated papier wordt er gedroogd door oxidatie en absorptie, waardoor er snel naar een
afwerkingsapparaat kan gegaan worden. Bij coated papier duurt de oxidatieve droging veel sneller,
dus maakt men gebruik van geforceerde droging met behulp van een droogoven.
Componenten:
1. Alles wat te maken heeft met in-feed, voorbereiding en doorvoer van de papierbaan
2. Iets grotere personeelsbezetting dan bij vellenoffset
a. Bobineur: Verantwoordelijk voor het aanvoeren en voorbereiden van de bobijnen om in
productie te gaan
b. Hulpdrukker: Verantwoordelijk voor het sturen van het drukproces
c. Conducteur: Eindverantwoordelijke + sturen van het afwerkingsapparaat
3. Rollen uit het magazijn: Verpakt → Moeten nog voorbereid worden
4. Rollenwisselaar: Rotatie-offset is een volcontinu proces → Er worden zo min mogelijk persstilstanden
teweeg gebracht door papierwissels. Men gaat dus volcontinu wissels doen van papierbanen tijdens
het productieproces: Als er een papierbaan op het einde is, zal men een nieuwe bobijn aankleven in
volle productiesnelheid.
<-> Vellenoffset: Als de pallet leeg is, gaat men een nieuwe inrijden
5. Drukgroepen
6. Droogoven: Geforceerde droging (tot 100°C)
7. Koelwalsen: Koelen papierbaan af (tot 20°C)
a. Door het schrikeffect van 100°C naar 20°C wordt de inkt volledig uitgehard vooraleer het in
het afwerkingsapparaat terechtkomt.
Pagina 5 van 39
, 8. Afwerkingsapparaat
a. Snijden
b. Kruis- en keerstangen die papierbanen ten opzichte van elkaar gaan verplaatsen zodanig dat
die papierbanen onder of boven elkaar liggen
c. Afwerking: Vouwen, nieten, lijmen
d. Eindproduct: Katern
Video Sappi
• 4 grote delen
o In-feed
▪ Papierrollen wisselen
▪ Papierbaan klaarmaken om in eerste drukgroep te gaan
▪ Bobineur
> Papierbaan wordt verpakt aangeleverd (voor bescherming tijdens
transport)
> Snijdt enkele lagen van de verpakking van de bobijn
> Kleeft dubbelzijdige plakband op de buitenste wikkel om de bobijn aan de
andere bobijn te kleven
> Papierbobijn wordt aangeboden aan het inlegapparaat van de pers voor
een vliegende wissel
> De nieuwe bobijn wordt aan de restbobijn gekleefd vanaf die een bepaalde
diameter bereikt → volcontinu proces
o Drukgroepen
▪ Standaardvolgorde: KCMY
> Zelden een 5de drukgroep (<-> vellenoffset: soms tot 12 drukgroepen)
▪ Blanket-to-blanket printing
> Rubberdoek tegen rubberdoek en tussen de 2 rubberdoeken loopt de
papierbaan
> 4 cilinders: Plaatcilinder – Rubberdoekcilinder – Rubberdoekcil. – Plaatcil.
▪ Bijna altijd R/V
o Droogoven
▪ Papierbaan loopt tussen 2 droogovens en de inkt wordt d.m.v warme lucht gedroogd
▪ Na droogoven
> Koelwalsen → Papier afkoelen zodat inkt volledig wordt uitgehard
> Syliconelaag aanbrengen ter bescherming van de inkt en om statische
elektriciteit te vermijden wanneer het papier over de rollen loopt
o Afwerkingsapparaat
▪ Snijden
▪ Vouwen
▪ Kruis- en keerstangen: Gesneden papierbanen op elkaar leggen
▪ Verwerken tot katernen
• Hoge snelheid (hoger dan vellenoffset) → Voor grote oplages (40-80.000 exemplaren per uur)
• Platen (hulpdrukker)
o Droogoven nodig om plaat nog eens extra in te pakken zodanig dat de gevoelige laag sterk
wordt verankerd ten opzichte van het aluminium (en niet afslijt) (niet bij vellenoffset)
o Plaat naar pers brengen → Heel krasgevoelig, dus voorzichtig mee zijn
o Platen inhangen in de pers en plaatwissel
o 1 volledige plaat (<-> coldset: Plaat opgedeeld)
• Rubberdoek vervangen/Sleevechange → Naadloos systeem (<-> vellenoffset: heeft een gap)
Pagina 6 van 39
, 2. COLDSET ROTATIE
3
2
1
1
1
Voornamelijk voor het drukken van kranten
‘Coldset’: Geen geforceerde droging (droogoven)
Componenten:
• Meerdere rollenwisselaars
o Modulair systeem: Bv. Krant met laag volume katernen → 2 of meer rollenwisselaars
activeren, waarvan het papier bedrukt wordt, naar boven gaat en bovenaan op elkaar gelegd
worden en naar het afwerkingsapparaat gaan.
▪ Stel dat het volume stijgt (bv. weekendeditie, met meer pagina’s), dan kunnen er
meer rollenwisselaars geactiveerd worden
▪ Stel dat er 2 verschillende kranten gedrukt moeten worden, dan kan het eerste
drukgedeelte voor de ene krant gebruikt worden en losgekoppeld worden van het
tweede drukgedeelte voor de andere krant
• Drukgroep
o Verticale papierbaan (<-> heatset rotatie)
• Afwerkingsapparaat
o Kruis- en keerstangen
Video KBA Commander
• Platen
o Meerdere platen per plaatcilinder (8 in totaal)
▪ Omdat er verschillende edities kunnen zijn (bv. regionaal nieuws verschilt) → Heel
gericht een aantal platen vervangen op de drukgroepen
▪ Stel er komt opeens heel belangrijk nieuws uit dat er ook nog in moet → Heel
gericht een aantal platen vervangen
▪ Op 1 drukgroep zitten dus 64 platen!
3. HYBRIDE PERSEN
Systeem waarbij je een coldset configuratie hebben, maar waar bovenaan ook een droogoven op geplaatst
wordt om zo ook het commerciële werk te kunnen drukken
Pagina 7 van 39
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukdierick. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.