Samenvatting
Samenvatting bijzondere weefselleer II
Samenvatting van de gehele cursus bijzondere weefselleer, exclusief preparaten
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 40 pagina's
Voorbeeld 4 van de 40 pagina's
In winkelwagen
Voorbeeld van de inhoud
SAMENVATTING BIJZONDERE WEEFSELLEERINTEGUMENT
HUID
De huid is opgebouwd uit een epidermis, dermis en hypodermis.
Het bevat een aantal grote bloedvaten die een cutane plexus vormen op de grens tussen de dermis en
hypodermis. Ook is er een subpapillaire plexus net onder de dermpapillen, vanuit hier zie je capillairen die diep
in de papillen doordringen. Wanneer je bloost zullen de arterioveneuze anastomosen dichtgaan.
EPIDERMIS
Keratinocyten komen voor in bijna alle lagen van de epidermis. Het stratum basale rust op de basale membraan
en is eraan gehecht via hemidesmosomen. Het is een laag van sterk delende keratinocyten. Hierop volgt het
stratum spinosum, waar de cellen met elkaar verbonden zijn via desmosomen. In deze laag komen veel
stekels/spina voor. Bovenop deze laag ligt het stratum granulosum, waarin korrels/grana voorkomen. In deze
laag zijn naast keratohyalienekorrels ook membrane-coating granules terug te vinden. Zij geven lipiden af,
waardoor het mogelijk is de bovenliggende lagen te laten afsterven. Hier bovenop ligt het stratum lucidum, wat
onder de microscoop een heldere laag is. Deze is enkel terug te vinden in dikke onbehaarde huid, bijvoorbeeld
voetzolen. Ten slotte is er een stratum corneum, hier zijn de keratinocyten dood en opgevuld met
keratinefilamenten. Deze laag zal leiden tot afschilvering, waar je spreekt van het stratum disjunctivum.
Melanocyten zijn afkomstig van de neurale lijst en bevinden zich in het stratum basale. Het is een stabiele
celpopulatie welke melanine produceert. De melanineproductie verloopt als volgt; tyrosine L-dopa
dopaquinon melanine. Wanneer een melansoom klaar is, zal de melanine opgestapeld worden in
melaninekorrels om zo naar de keratinocyten vervoerd te worden. Dit noemen we een epidermale melanine-
eenheid.
Cellen van Merkel bevinden zich in de dikke huid en behoren tot het DNES (diffuus neuroendocrien systeem).
Ze hebben secretorische vesikels, genaamd dense-cored vesicles. De cellen maken contact met sensorische
zenuwvezels om zo signalen door te geven uit de omgeving, ze werken dus als receptor.
Cellen van Langerhans zijn dendritische cellen van mesenchymale oorsprong. Ze bevinden zich in het stratum
spinosum en tonen lange uitlopers tussen de keratinocyten. Ze bevatten geen keratinefilamenten, maar wel
Birbeck granula met een lysosomale functie. Het doel van de Langerhanscellen is antigeenpresentatie.
DERMIS
Epidermiskammen en dermispapillen wisselen elkaar af, waardoor de epidermis steviger vast zit. De dermis is
opgebouwd uit 2 lagen.
Het stratum papillare zal de dermispapillen vormen. Het is opgebouwd uit collageenvezels type III en
elastinevezels. Er zijn tal van verschillende cellen aanwezig en er is een sterke vascularisatie. De cellen die hier
voorkomen zijn macrofagen, mestcellen, leukocyten, lymfocyten en plasmacellen.
Het stratum reticulare bevat een grote hoeveelheid collageen type I vezels. Het is een complex van bundels
met een voorkeursrichting, welke we ook wel de lijnen van Langer noemen.
HYPODERMIS
,Opgebouwd uit losmazig bindweefsel. Het is een verbindingslaag tussen de dermis en de onderliggende
structuren. Het valt voornamelijk op door de grote hoeveelheid vetcellen, dit noemen we panniculus adiposus.
Ze gaan groter worden naarmate je meer lichaamsvet hebt. Thv de mond, anus en tepel is geen hypodermis
aanwezig, hier kan de huid wel spieren bevatten.
RECEPTOREN IN DE HUID
Een receptor is een structuur die in staat is een zenuwimpuls te genereren, waarbij de frequentie en het
patroon karakteristiek zijn voor de prikkel. De informatie wordt via sensorische zenuwvezels naar het CZS
doorgegeven.
Lichaampjes van Meissner zijn kleine ovale lichaampjes die zich bevinden in de dermispapillen. Ze zijn
opgebouwd uit een aantal platte, loodrecht op de lengte as staande gliacellen, met hiertussen vertakkingen van
niet-gemyeliniseerde afferente zenuwvezels. Ze detecteren langzame vibraties.
Lichaampjes van Vater Pacini bestaan uit een zenuwuiteinde omgeven door concentrische lamellen van
fibroblasten. Ze komen voor in het stratum reticulare en de hypodermis en ook in de pancreas van de kat. Ze
zijn omgeven door een sterk gevasculariseerde bindweefselschede en dienen voor de perceptie van snelle
vibraties.
Cellen van Merkel dienen samen met de vrije zenuwuiteinden voor druk- en tastgevoel.
HAREN
Haren zijn epidermale derivaten, welke gevormd zijn uit gespecialiseerde keratinocyten. De haarschacht steekt
boven de huid uit en is dode materie. De haarwortel bevindt zich onder de huid en loopt uit in een follikel. Dit
bestaat uit levende cellen die naar boven toe verhoornen. Wanneer er veel cortex aanwezig is, heb je stevige
en soepele haren zoals bij wol. Wanneer er veel merg is, heb je juist stijf en vlug afbrekend haar.
Allereerst is er een uitwendige wortelschede. Dit is een blijvende laag,
welke continu is met het stratum basale en het onderste deel van het
stratum spinosum. Hierop volgt de glasmembraan. Dit is een dikke
transparante BM, wat een verderzetting is van het BM van het epitheel.
Vervolgens is er een bindweefselschede aanwezig, welke opgebouwd is
uit dicht bindweefsel. Hierop volgt een inwendige wortelschede, welke
het onderste deel van de haarschacht omgeeft. Het houdt de haar
tegen door met kleine haakjes in de cuticula te haken.
Groei van een haar start in de bulbus. In de bulbus zorgen keratinocyten
voor verhoorning van het haarpijltje en van de inwendige wortelschede.
De inwendige wortelschede verhoornt zich in 2 fasen. Eerst een laagje
van Henle en vervolgens een laagje van Huxley.
Een haarcyclus verloopt in 3 fasen. Je begint met een anagene fase, dit
is een fase van groei/mitose. Vervolgens komt een catagene fase, een
overgangsfase. Je eindigt met een telogene fase, wat een rustperiode is.
Bij de mens start je met lanugobeharing, dit is ongepigmenteerd en
gaat verloren na de geboorte. Hierop volgt vellusbeharing, dit zijn de
“normale haren”. Tot slot krijg je terminale beharing, dit zijn de dikke haren in de oksels en schaamstreek. Na
de geboorte worden geen nieuwe haarfollikels meer ontwikkeld; waar je mee geboren wordt, moet je het dus
mee doen.
,Primaire follikels zorgen voor het ontstaan van dekharen. De follikels zijn diep in de dermis gelegen en gaan
samen met talg- en zweetklieren en een m. arrector pili. Secundaire follikels geven aanleiding tot donsharen
(zonder medulla). Deze follikels zijn oppervlakkiger gelegen en gaan samen met een talgklier. Follikels kunnen
enkelvoudig (1 haar/follikel) of samengesteld zijn.
Sinusharen ontstaan uit enkelvoudige follikels. Het verschil met normale haren is dat er tussen het binnenste-
en buitenste blad van de bindweefselschede een met bloed gevulde sinus aanwezig is. Wanneer de sinusharen
dus aangeraakt worden, zal dit bloed veroorzaken dat een beweging wordt waargenomen.
Talgklieren staan meestal in verbinding met haarfollikels. Het is een holocriene klier, welke dient als
smeermiddel voor de huid. Het werkt tegen uitdroging en heeft een vergrote waterbestendigheid.
VEREN
Veren ontstaan als instulping van de epidermis in de onderliggende dermis. Door de groei van keratinocyten
ontstaat een calamus/schild en een rachis/schacht. Vanuit de rachis groeien baarden, die aan elkaar haken met
kleinere baardjes/barbules. Wanneer de veer ontplooit zal het beschermende schild verdwijnen.
NAGEL
De nagel is opgebouwd uit een nagelplaat, welke gevormd wordt
thv de nagelmatrix. De nagelmatrix bestaat uit gespecialiseerde
keratinocyten die gaan leiden tot harde verhoorning.
De plaats waar het eerste stukje nagel te zien is, is de
nagelwortel. Je zal optisch een onderscheid kunnen maken
tussen een witte ruimte/lunula, wat een plaats is met weinig
bloedvaten, en een roze ruimte, waaronder een capillairnetwerk
ligt.
De nagelplaat rust op een nagelbed, welke is opgebouwd uit het stratum basale en stratum spinosum van de
huid. Het epitheel zelf is niet verhoornd. Hier bevinden zich dicht opeengepakte epitheelkammen, waardoor de
nagel op zijn plaats blijft. Op de nagelplaat is vaak een verharde zone te vinden, dit is de
nagelriem/eponychium. Vlak onder de nagelplaat bevindt zich ook een verhard deel, dit is het hyponychium.
KLAUWEN
Klauwen zijn in feite de nagels van honden en katten. Een harde hoornplaat groeit vanuit een cirkelvormige
nagelmatrix/kroon. De harde klauwplaat bedekt het klauwbed, dat over de dermis ligt. Onderaan de klauw vind
je de zool, die bestaat uit zachte keratine. Onderaan de poot vind je het zoolkussen.
Je mag enkel de klauwplaat knippen, want anders heb je kans op ontstekingen van het onderliggende weefsel.
HOEF
Een hoef is opgebouwd uit een hoefkapsel/hard gedeelte en een levend gedeelte. Het levende gedeelte
bestaat uit de zachte weefsels en bot binnenin het hoefkapsel.
Het hoefkapsel bestaat uit een wand, zool en straal. De wand reikt van de kroon tot de basis, de zool vult de
ruimte tussen de wand en de strepen en de straal is een massa tussen de strepen en de zool. De naam van de
lederhuid/corium wordt bepaald door de ligging (zoomlederhuid, kroonlederhuid, etc.)
De wand van de hoef is opgebouwd uit een stratum externum, medium en internum.
, Het stratum externum/glazuur bestaat uit een dunne laag zachte tubulaire en intertubulaire hoorn. Het is een
verderzetting van het perioplum en zichtbaar als een dunne glanzende laag keratine. Het wordt gevormd door
het stratum basale van de epidermis thv de zoomdermis.
Het stratum medium is een dikke laag harde tubulaire en intertubulaire hoorn, welke wordt gevormd door het
stratum germinativum van de epidermis boven de kroondermis. De tubulaire hoorn bevat een centrale medulla
en perifere cortex en dient voor demping bij het stappen. Het is niet gepigmenteerd. De intertubulaire hoorn is
wel gepigmenteerd.
Het stratum internum/lamellatum is opgebouwd uit verticale primaire lamellen die met het stratum medium
versmolten zijn, en secundaire lamellen. Het wordt gevormd thv de kroonepidermis. Dankzij de lamellen heb je
een goede verankering van het kapsel met de dermis. Het stratum reticulare van de dermis zal versmelten met
het periost.
De zool ontstaat uit het stratum basale net boven de zoollederhuid. De straal is een dikke hypodermis met
vetcelclusters en zweetklieren. De witte lijn bestaat uit een binnenste laag van niet-gepigmenteerde hoorn van
het stratum medium en niet-gepigmenteerde laminae van het stratum internum. Bij een rund zijn itt paarden
enkel primaire lamellen aanwezig.
HOORNEN
De as van de hoorn wordt gevormd door de processus cornualis van het os frontale. Het periost is rechtstreeks
verbonden met het stratum reticulare. Het stratum papillare is rijk aan bloedvaten. Rond de hoornbasis bevindt
zich de fertiele zone, van waaruit hoorntubuli en tussenhoorn ontstaan.
ZWEETKLIEREN
Komen bijna overal in de huid voor, behalve op de lippen, in tepels en in genitaliën. Zweetklieren kunnen
apocrien of eccrien zijn.
De secretoire delen van eccriene zweetklieren bestaan uit 3 typen cellen; lichte cellen die ionen transporteren,
donkere cellen die sereuze kliercellen zijn, en myoepitheelcellen. De afvoergangen splitsen niet en het is
afgelijnd door een tweelagig kubisch epitheel. Het secreet is waterig en eiwitarm en is hypotoon tov het bloed.
Het bevat zouten en metabolieten.
De secretoire delen van apocriene zweetklieren bestaan uit 2 typen cellen; epitheelcellen die apicaal uitstulpen
in het cytoplasma en myoepitheelcellen. Ze hebben een groot lumen en zijn bedekt met een eenlagig kubisch-
cilindrisch epitheel. De afvoergangen monden uit in de haarfollikels en ontstaan door uitgroei van de
haarfollikel. Het secreet is visceuzer dan van eccrien en speelt geen rol in de warmteregulatie. Ze spelen een rol
bij de verspreiding van lichaamsgeur. Komen bij de mens voor thv oksels en anus.
UIER
De uier van het rund is afgelijnd door een dunne epidermis. De hypodermis is zeer los, waardoor
vochtopstapeling mogelijk is. Ook kan het veel vet bevatten, dan spreek je van een capsula adiposa uberis.
Onder de hypodermis bevindt zich een capsula fibrosa en een mediaan septum. Vanuit het kapsel vertrekken
primaire en secundaire lamellen die radiaire bindweefselsepta vormen, wat leidt tot vaag omlijnde
klierkwabjes.
Een goede uier bevat een relatief zwak bindweefselskelet en is vetarm. Een vleesuier bevat een stevig
bindweefselskelet en is vetrijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dgkstudentantwerpen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen