Dit is een uitgebreide samenvatting van het boek Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering, een planmatige aanpak. Het boek is geschreven door Johannes Brug en Patrica van Assema. In de samenvatting wordt er gebruik gemaakt van plaatjes waardoor de samenvatting ook wat langer is. In deze samen...
Samenvatting Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering - Gezondheidsbevordering (FM1412)
Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering
Alles voor dit studieboek (76)
Geschreven voor
Haagse Hogeschool (HHS)
----
-
Alle documenten voor dit vak (1)
11
beoordelingen
Door: s1153046 • 2 maanden geleden
Door: rikvanderwielen • 2 maanden geleden
Door: saskiabeekveldt • 9 maanden geleden
Door: sevvalakalin • 1 jaar geleden
Door: elizaevers • 2 jaar geleden
Door: liannek1 • 2 jaar geleden
Door: srderoos • 3 jaar geleden
Goede samenvatting met hier en daar een foutje en soms erg beknopt in het beschrijven van een paragraaf
Bekijk meer beoordelingen
Verkoper
Volgen
Pauline23
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering
Hoofdstuk 1: planmatige bevordering van gezond gedrag
1.1 Inleiding
Gezondheidsvoorlichting is veel meer dan alleen informatiebrochures, bijsluiters,
folders of tv-spotjes. De wereld gezondheidsorganisatie WHO definieert
gezondheidsvoorlichting als: ‘De combinatie van leerervaringen ontwikkeld en
ontworpen om mensen en gemeenschappen te helpen om hun gezondheid te
bevorderen.’
Gezondheidsvoorlichting is een term voor activiteiten waarbij sprake is van een vorm
van educatie of informatieoverdracht om te stimuleren dat mensen zich gezonder
willen en kunnen gedragen. Gezondheidsvoorlichting is een onderdeel van
gezondheidsbevordering: een combinatie van voorlichting en
omgevingsveranderingen die gezond gedrag en gezonde leefomstandigheden
stimuleert (Green & Kreuter, 2005).
1.2 gezondheidsbevordering: doelen, doelgroepen, middelen en begrippen
Doelen van gezondheidsbevordering
In preventie van ziekten zijn er drie aanknopingspunten waar bevordering van gezond
gedrag belangrijk is:
1. Primaire preventie
2. Secundaire preventie of vroege opsporing
3. Tertiaire preventie
Primaire preventie
Hierbij richten we ons op het voorkomen van een gezondheidsprobleem of categorie
van aandoeningen. Het richt zich op het wegnemen van oorzaken of risicofactoren
voor aandoeningen. Een voorbeeld is de preventie van hart- en vaatziekte door
stoppen-met-rokenmaatregelen, preventie van ongevallen door
verkeersveiligheidsmaatregelen, preventie van voedselvergiftiging door bevordering
van hygiëne in de keuken etc.
Een medische vorm van primaire ziektepreventie is bijvoorbeeld de griepprik ter
preventie van de griep bij ouderen. Primaire preventie is alleen mogelijk als de
oorzaken van het probleem voldoende bekend zijn en deze oorzaken te beïnvloeden
zijn.
Secundaire preventie of vroege opsporing
Hierbij proberen we mensen met een voorstadium of vroeg stadium van een
aandoening te identificeren zodat gerichte vroeg behandeling mogelijk is, om erger te
voorkomen. Voorbeelden zijn screenings van borstkanker in het
bevolkingsonderzoek, het regelmatig onderzoeken van baby’s op consultatiebureaus
en het testen van werknemers op eerste symptomen van hart- en vaatziekten.
Vroege opsporing is alleen zinvol wanneer er een goede test of een vorm van
zelfonderzoek is om een aandoening of risicogedrag in een vroeg stadium op te
sporen en wanneer de aandoening vroegtijdig behandeld kan worden.
1
,Tertiaire preventie
Richten zich op mensen met een ziekte of handicap. Tertiaire preventie begint dus na
de diagnose. Het doel is om zo goed mogelijk te leven met en het beheersen van de
handicap of ziekte om een verdergaande invalidering te voorkomen, om kwaliteit van
het leven te behouden of vergroten. Voorbeelden zijn het volhouden van de
behandeling zoals bedoeld, hulp bij zelfmanagement bij chronische ziekte en training
van bloedsuikercontroles.
Doelgroepen en preventie
Bij gezondheidsvoorlichting en -bevordering en preventie wordt onderscheid
gemaakt tussen een hoogrisicobenadering en een populatiebenadering.
- Bij een hoogrisicobenadering wordt eerst een risicogroep geïdentificeerd op basis
van bijvoorbeeld erfelijke eigenschappen, het voor voorkomen van risicogedrag,
leeftijd of sociaal-economische status. Bijvoorbeeld valpreventieprogramma’s
voor ouderen.
- Bij een populatiebenadering wordt de hele bevolking of een grote deelgroep
daaruit benaderd. Bijvoorbeeld publiekscampagnes van organisaties zoals Soa-
aids Nederland, het kenniscentrum sport, veiligheidNL of het voedingscentrum.
Een hoogrisicobenadering is vooral aangewezen als het relatieve risico op het
probleem waar de interventie op is gericht hoog is, maar er weinig mensen zijn bij
wie het risico sterk verhoogd is. Bij een populatiebenadering is dit juist andersom: het
gemiddelde relatieve risico is laag, maar de prevalentie van het risico is hoog: er zijn
veel mensen met een verhoogd risico.
Tegenwoordig wordt vaker het onderscheid gemaakt tussen universele, selectieve en
geïndiceerde en zorg gerelateerde preventie.
- Universele preventie
Richt zich op de totale bevolking of grote groepen daarbinnen. Het richt zich op
mensen die geen speciaal verhoogd risico hebben. Het doel van universele
preventie is dus om bij alle mensen de gezondheid te verbeteren en de kans op
ziekte te verminderen. Het gaat hierbij dus om primaire preventie en om een
populatiebenadering.
- Selectieve preventie
Is gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico en heeft als doel om de
gezondheid van specifieke doelgroepen te verbeteren. Dit is dus een vorm van
hoogrisicobenadering en secundaire preventie.
- Geïndiceerde preventie
Richt zich op individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel
beginnende klachten of symptomen. Zij heeft als doel het ontstaan van ziekte of
verdere gezondheidsschade te voorkomen. Dit is dus een hoogrisicobenadering
en secundaire preventie.
- Zorggerelateerde preventie
Is gericht op individuen met een ziekte en heeft tot doel ziektelast te reduceren
en complicaties te voorkomen en is vergelijkbaar met tertiaire preventie.
2
,Middelen om gezondheidsbevordering te bereiken
Bij interventies gericht op gedragsverandering wordt vaak in de eerste plaats aan
voorlichting gedacht. Maar gedrag kan ook op andere manieren worden beïnvloed,
bijvoorbeeld door wetgeving of door het organiseren van voorzieningen.
- Voorlichting
Met gezondheidsvoorlichting proberen we mensen te motiveren tot, te trainen
in, en te helpen bij gezondgedrag. Voorbeelden zijn programma’s ter preventie
van ongewenste zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen op
scholen. Of informatiebrieven waarin vrouwen worden opgeroepen om mee te
doen aan bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Maar voorlichting is meer dan
alleen informatieoverdracht. Gezondheidsvoorlichting kan bestaan uit
vaardigheidstraining, zelftest, rollenspellen, motiverende gespreksvoering, e-
coaching, ondersteuning bij therapietrouw, enzovoort. Daarom wordt er
gesproken over voorlichtingsinterventies of voorlichtingsprogramma’s.
- Voorzieningen
Met voorzieningen proberen we gezondgedrag makkelijker te maken. Zoals
waterzuivering en rioleringen om hygiëne te bevorderen en zo bijvoorbeeld
infectieziekten tegen te gaan. Of bijvoorbeeld fitnessprogramma’s op de werkplek
of de beschikbaarheid van gezonde keuzes in een restaurant.
- Regelgeving, controle en sancties
Hiermee wordt geprobeerd gezond gedrag af te dwingen. Zoals de Nederlandse
voedsel en warenautoriteit, de arbeidsomstandighedenwetgeving, de verplichting
om veiligheidsgordels te dragen of het rookverbod in openbare ruimten.
Gezondheidsbevordering wordt door Green en Kreuter als een combinatie van
voorlichting en omgevingsveranderingen die gezond gedrag en gezonde leefcondities
stimuleren. Juist de combinatie van verschillende soorten middelen, van voorlichting,
voorzieningen regelgeving, lijkt essentieel voor effectieve gezondheidsbevordering.
Gedrag en omgeving
De laatste decennia wordt de rol van de omgeving – de fysieke, sociaal-culturele,
politieke en economische omgeving – als risicofactor voor ongezondheid en als
determinant van ongezond gedrag steeds meer benadrukt. We spreken nu van een
ecologische benadering van voorlichting naast een educatieve benadering. Waar
vroeger de nadruk vrijwel uitsluiten lag op voorlichting aan individuen met riskant of
ongezond gedrag, wordt nu veel genuanceerder gedacht over de doelgroepen van
gezondheidsvoorlichting. Bijvoorbeeld bij gezondheidsvoorlichting over alcohol in het
verkeer bij jongvolwassenen kunnen we verschillende betrokkenen onderscheiden:
de persoon die onder invloed rijdt, de ouders, de politie die streng of niet streng
controleert, degene die alcohol verkoopt, degene die verantwoordelijk is voor
alternatieve vormen van vervoer en de politici over wetgeving. Het moet gericht zijn
op alle betrokkenen.
We kunnen op vijf niveaus doelgroepen onderscheiden met daarin de personen die
beslissingen nemen (Bartholomew):
1. Individueel niveau, zoals personen die risico lopen, risicogedrag vertonen of
patiënten
2. Interpersoonlijk of groepsniveau, zoals ouders, vrienden, leerkrachten,
hulpverleners
3
, 3. Organisatieniveau, zoals directeuren van scholen, managers in bedrijven
4. Lokaalniveau, zoals opinieleiders in wijken of dorpen, redacteuren van lokale
kranten
5. Samenlevingsniveau, zoals landelijke politici en ambtenaren of besturen van
vakbonden of werkgeversorganisaties
Het gaat uiteindelijk om de gezondheid van de eerste doelgroep, mensen die risico
lopen, risicogedrag vertonen of patiënten. In veel gevallen zijn het echter anderen die
een zekere mate van controle hebben over de omgevingscondities, en zij zijn daarom
medeverantwoordelijk voor het ongezonde gedrag en de gezondheid van die
doelgroep. Jongen kinderen eten bijvoorbeeld wat zij thuis krijgen voortgezet. In dat
geval kan de voorlichting het beste worden gegeven aan de ouders. Ook in restaurant
moet je je richten op managers richten. Zij bepalen wat er verkrijgbaar is in het
restaurant. Omdat veel voeding onnodig zout bevat kan voorlichting ook gericht zijn
op producenten van voedingsmiddelen. Ook hier geld dat een combinatie van aanpak
en activiteiten het meest effectief is.
De gezondheidsbevorderaar
GVO = gezondheidsvoorlichting en -opvoeding
GVO/preventie = gezondheidsvoorlichting en -opvoeding en geestelijke
gedragsstoornissen
Gezondheidsbevorderaar (GB’er) = functionarissen van wie gezondheidsvoorlichting
hun hoofdtaak is.
Het model voor planmatige gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering
Wanneer gezondheidsvoorlichting stapsgewijs en planmatig wordt ontwikkeld,
geïmplementeerd en geëvalueerd is de kans op succes groter. Hieronder is een model
van planmatige gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering weergegeven. Dit
model is gebaseerd op de inzichten uit het percede-proceed model van Green en
Kreuter en het intervention mapping-protocol van Bartholomew.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Pauline23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.