Leiderschap en innovatie College 1
1 CURSUSINFO
• Belang van verpleegkundig leiderschap:
o Continu verandering
o Cruciale rol van verpleegkundigen
▪ Verpleegkundigen maken de helft van de werkkracht uit in de meeste
ziekenhuizen wereldwijd.
▪ “Hoe kan men ervoor zorgen dat daar adequaat leiderschap ontstaat?”
o Toegenomen aandacht voor kwaliteit en patiëntveiligheid (sinds To Err is human)
“strong leadership is critical if the vision of a transformed health care system is to be realized”
• Sterk leiderschap is van belang als we die visie van een hervormde/veranderende zorg willen
gaan realiseren.
and “the nursing profession must produce leaders throughout the health care system, from the
bedside to the boardroom,…
• In de verpleegkundige beroepsgroep moet er leiderschap tot stand gebracht worden van
bedside naar boardroom (= directie)
…who can serve as full partners with other health professionals and be accountable for their own
contributions to delivering high-quality care while working collaboratively with leaders from other
professions”
• = Klinisch leiderschap, hoofdverpleegkundigen, middenkaders en bestuur => M.a.w. moet
er steeds sprake zijn van partnerschap.
• Veranderende rok van Hoofdverpleegkundigen
o Verhoogde focus op efficiëntie: Ze worden vaak meer gezogen naar een management
rol dan naar een leiderschapsrol
o Meer financiële verantwoordelijkheden
▪ Bv. bedbezetting, deelname aan comités, deelname aan werkgroepen,….
o Meer managementstaken
o Meer ‘rooster’ tijd: Het roosteren is complexer geworden door bv. Een toename van
het werkverzuim.
o Rol onduidelijkheid, overbelasting
o Conflict: management →klinische rol
Maggie De Block: “Verpleegkundig specialisten staan met een voet in de praktijk en met de andere
in wetenschap. Dat maakt hen perfect geplaatst om de nieuwste wetenschappelijke inzichten te
vertalen naar de klinische praktijk, zodat patiënten steeds kunnen rekenen op zorg van de best
mogelijke kwaliteit. Via dit wettelijk kader willen we die rol verder uitbouwen.”
• Sinds kort krijgt de verpleegkundig specialist een nieuw wettelijk kader (omschreven decreet)
=> DAAROM nog meer nood om meer aandacht te besteden aan verpleegkundig
leiderschap.
1
,• Doelstellingen van de cursus:
o Verwerven van inzichten in het ‘leiden en innoveren’ in de
verpleegkunde/vroedkunde op basis van theoretische onderbouw (wetenschappelijke
kennis) => Vertalen van inzichten naar praktijkervaring.
o Ontwikkelen van vaardigheden (samenwerking – leiding nemen – creatief denken –
communicatie – overleggen – presenteren – argumenteren) = Leerervaringen
o Persoonlijke ontwikkeling: verpleegkundigen en vroedkundigen met een master zijn
leiders in zorg, in onderzoek, in beleid,…: dit vraagt zelfkennis => zelfontplooiing
• Concepten van de cursus => Elk college omvat (meestal) 3 componenten:
o Theorie: relevante concepten m.b.t leiderschap en innovatie (presentatie door
docenten + papers)
o Groepswerk: bespreken van wetenschappelijke papers en uitwerken van een
praktijkcasus (tijd voorzien tijdens colleges + werksessies)
o Oefening/praktijk: oefeningen/discussies m.b.t. de theorie
• Verwachtingen (Vak van 8 studiepunten):
o Vak is een leerproces, je moet er mee bezig zijn (het is meer dan kennisoverdracht =>
zelf vertalingen maken om tot integratie van kennis te komen)
o Door de verschillende werkvormen kom je tot integratie van kennis (voordelig voor
mondeling examen en voor duurzaam leren)
o DAAROM;
▪ Aanwezigheid in college sterk aanbevolen (spreek docenten aan over evt.
problemen/theoretische stukken worden opgenomen)
▪ Actieve deelname in college is een kans om je competenties te ontwikkelen
(vb. discussies, presentaties,…)
▪ Huiswerk: voorbereiding (papers lezen) en opdrachten (persoonlijke en
groepswerk)
• GROEPSWERK;
=> Groepen worden at random gevormd met evenredige verdeling van de werkstudenten.
o PAPERBESPREKINGEN
▪ Rond 4 onderwerpen wordt een paper aangeboden, met een opdracht om in
de groep te bespreken (tijdens college) en hiervan tegen volgende week
beknopt verslag te maken op één A4
▪ De groep krijgt nadien van de docenten feedback op het ingeleverde werk
o PRAKTIJKCASUS
▪ De groep maakt een voorstel voor de aanpak van een complex probleem
m.b.t. verpleegkundig/vroedkundig leiderschap.
▪ We werken rond 4 praktijkcasussen: per casus vier groepen (die afzonderlijk
werken maar mekaar feedback geven)
▪ Zelfde groepen als voor paperopdrachten
▪ Het eindproduct is een groepspaper – die pas dient ingediend te worden nadat
de groep zijn aanpak gepresenteerd heeft aan de andere groep
2
, • INDIVIDUEEL WERK;
o PORTFOLIO (2 pagina’s) (tegen 26 november 2019) = een verslag van persoonlijke
reflecties over eigen ontwikkeling als leider + actieplan.
4 paragrafen:
▪ mijn sterke punten op vlak van leiderschap
▪ mijn aandachtspunten op vlak van leiderschap
▪ actieplan
▪ opvolging
o INTERVIEW (2 pagina’s) (tegen 26 november 2019) = een verslag van een gesprek met
een innoverend leidinggevende.
3 paragrafen:
▪ wat leer je van die persoon over leiderschap en innovatie ? (wat maakt
hem/haar succesvol ?)
▪ hoe kun je die inzichten meenemen als toekomstige ‘leider’ (ANP)
▪ welk advies zou jij zelf aan de betrokkene willen geven ?
EVALUATIE:
• Groepswerk (40%)
o bespreking van 4 wetenschappelijke papers (15 punten)
o groepspaper (25 punten)
• Persoonlijk werk (60%):
o Portfolio en interview (moeten tijdig binnen zijn/goedgekeurd worden)
o Mondeling examen = toetsen van kennis/inzicht/praktische en eigen vertaling van
theoretische concepten (60 punten) – overzicht leerstof in studiegids
3
,2 LEIDERSCHAP EN INNOVATIE VERKEND (COLLEGE 1: DEEL 2)
2.1 VUCA
VUCA als omschrijving van het wereldbeeld en van de sfeer in organisaties
• V = Volatiel; snelheid van verandering neemt toe zonder een vast patroon = DISRUPTIEVE
VERANDERING
• U = Onzekerheid; Meestal is ‘U’ het gevolg van ‘V’ => De snelle veranderingen zorgen voor
heel wat onzekerheden (bv. De onzekerheden dat de Brexit met zich meebrengt)
• C= Complexiteit; Hoe meer verbindingen er binnen een organisatie ontstaan, hoe meer
complexiteit (bv. toenemend gebruik van technologie) => De wereld wordt er steeds complexer
op en dit geldt dus eveneens voor individuele organisaties.
• A = Ambiguïteit = OMGAAN MET PRADOXEN
o bv. de paradox van ‘meer aandacht voor het individu, maar ook meer aandacht op
collectief vlak’
o bv. ‘meer aandacht boor de kwaliteit van zorg en tegelijkertijd omgaan met minder
middelen => omwille van besparingen)
4
,2.2 NOOD AAN CREATIVITEIT EN INNOVATIE
• Creativiteit en innovatie zijn nodig om in de VUCA wereld als organisatie stand te houden
o = CRITICAL CAPABILITY (= een kerncompetentie i.p.v. een bijkomende
competentie).
• Nieuwe VUCA biedt een antwoord op de originele concepten waaruit VUCA is opgebouwd:
Volatile → Vision = Werken met een visie: Doelen zijn noodzakelijk (= antwoord
op waarom vraag) om als team of organisatie met
veranderingen om te gaan.
Uncertainty → Understanding = Begrip: Bij onzekerheid is het menselijk om op zoek te gaan
voor een verklaring voor een bepaald probleem (op zoek gaan
naar hetgeen dat erachter zit).
Complexity → Clarity = Helderheid: Als situaties complex worden moet men
proberen de bomen doorheen het bos te zien.
Ambiguity → Agility = wendbaarheid: Zich kunnen aanpassen aan verwarrende en
onzekere omstandigheden.
• Context voor leren & innovatie: CREATIVITEIT: Commitment, initiatief, samenwerking, leren,
vitaliteit
(Ghoshal, S., & Bartlett, C. A. (1994). Linking organizational context and managerial action: The dimensions of quality of
management. Strategic management journal, 15(S2), 91-112.)
• Prof Ghoshal => In die omstandigheden van organisaties die steeds maar verwarrender en
onzekerder worden, is er een reactie van het bestuur en leidinggevenden nodig die
gekenmerkt wordt door 4 kenmerken;
PATHOLOGISCHE/ DESTRUCTIEVE CONTEXT CONTEXT VAN LEREN EN INNOVATIE
(leren, creativiteit en innovatie zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden)
Controle: Men gaat heel erg werken met Steun: Steun aanbieden aan het team om op
controle die manier te komen tot hetgeen waar men op
uit is.
Beperking: aangeven wat de limieten zijn (wat Ambitie: Spreken over wat er wél gaat (i.p.v.
kan niet meer) wat er niet gaat)
(bv. paradox van efficiëntie VS kwaliteit =>
Ambiguïteit)
Een sfeer van contract: “voor wat hoort wat” Een sfeer van vertrouwen
Gehoorzaamheid: “Ik zeg, jij doet” => Gaat over Discipline: Gaat over het opvolgen van samen
opgelegde regels gemaakte afspraken.
5
, • Gehoorzaamheid VS discipline = SEMANTISCH VERSCHIL
• De uitdagingen waar organisaties mee geconfronteerd worden, vragen, om innovatief te
kunnen zijn:
o Ander gedrag: Huidige gewoontes die diep ingebakken zitten moeten in vraag gesteld
worden => Er moet op een andere manier naar het werk gekeken worden.
o Snelle kennisgeneratie (nieuwe inzichten): mee kunnen in functie van snelle
veranderingen (V)
o Efficiënte kennisdeling => ‘faster learning’ (L>C)
▪ Learning > Change: Het leren moet de verandering de baas blijven
“De ongeletterden van de 21ste eeuw, zijn niet zij die niet kunnen lezen of schrijven, maar die niet
kunnen leren, afleren, en opnieuw leren” (A. Toffler)
=> LEREN is in heel de hedendaagse kijk op organisaties de RODE DRAAD.
• Voorbeeld van gebrek aan innovatieve competentie in de gezondheidszorg:
o Gekende oplossingen voor gekende problemen; Onze manier van ‘PROBLEM SOLVING’
moet geïnnoveerd worden.
o TO ERR IS HUMAN; toonde aan dat er duizenden mensen stierven t.g.v. voorkombare
fouten (= adverse events).
o Jaren lang tracht men al de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid te verbeteren
MAAR ook recente studies hieromtrent geven dezelfde resultaten weer (zie to err is
human) => Nog steeds: ‘overuse’, ‘underuse’, fouten…: adverse events in 1 op 3
opnames (Classen et al., 2011) => nieuwe studies geven dezelfde resultaten weer
“According to the World Health Statistics Report (WHO, 2013), there are approximately 29 million
nurses and midwives in the world, with 3.9 million of those individuals in the United States. ... The
US Bureau of Labour Statistics (2018) projects 1.1 million additional nurses are needed to avoid a
further shortage”
• Veel publicaties tonen aan dat er een gebrek is aan creatieve en innovatieve oplossingen
om met het probleem van een tekort aan verpleegkundigen wereldwijd om te gaan (=
uitdaging voor verpleegkundig leiderschap)
2.2.1 Wat is (verpleegkundig) leiderschap?
• 4 kernelementen zijn in de meeste actuele definities van leadership gemeenschappelijk.
Leiderschap is een;
o proces (In proces zit het woord ‘bewegen’ => men gaat iets in gang proberen te
brengen)
o waarbij een persoon
o bewust invloed uitoefent over andere mensen (Wat maakt er dat de innovatie tot
stand kwam?)
o ten einde bepaalde doelstellingen te bereiken
6