100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Internationaal en Europees Strafrecht - Samenvatting literatuur (incl. aanvullende artikelen!) €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Internationaal en Europees Strafrecht - Samenvatting literatuur (incl. aanvullende artikelen!)

 87 keer bekeken  6 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Het betreft een puntsgewijze samenvatting van alle voorgeschreven literatuur voor het vak Internationaal en Europees Strafrecht, dus ook de aanvullende literatuur (behalve de Engelse artikelen).

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • Nee
  • Voorgeschreven literatuur.
  • 2 januari 2021
  • 52
  • 2020/2021
  • Samenvatting
avatar-seller
Internationaal en Europees Strafrecht – samenvatting
Week 1A – Inleiding en rechtsbronnen
Handboek ISR – H1, algemene inleiding
 Droit pénal international  biedt uitzicht op de nationale strafrechtspleging tegen
internationaal decor  problemen van nationaal recht die het gevolg zijn van
grensoverschrijdende strafbare feiten, verdachten of veroordeelden
o Bijv. rechtsmacht
o Vormen van interstatelijke samenwerking
 Overdracht van personen (uitlevering, overlevering)
 Kleine/wederzijdse rechtshulp (politiële of justitiële)
 Overdracht van strafvervolging
 Overdracht van tenuitvoerlegging
o Ook bestrijding van misdaad
 Droit international pénal  strafrechtelijke normen van internationale herkomst (EU)
o Internationale strafrechtspraak (ICTY, ICTR, ICC)
 Toenemende belangstelling ISR
o Nationale strafrechtspleging vertoont steeds meer int. trekken  grensoverschrijdende
criminaliteit
o Enkele historische voorvallen (WO II, Rwanda)
o Ontwikkelingen op het terrein van het Europese straf(proces)recht hebben een hoge
vlucht genomen
Artikel - An Introduction to Transnational Criminal Law
 Hoofdlijn  denk aan de keuze tussen harmonisatie en samenwerking, altijd twee lijnen (UK
wil bijv. altijd samenwerken, harmonisatie is moeilijk bij common law)
 Transnational criminal law = the indirect supression by int. Law through domestical penal law
of criminal activities that have actual or potential trans-boundary effects  consists of:
o A horizontal international obligations between states to criminalize and cooperate
o The vertical application of criminal law and procedures by those states tot indivuals in
order to meet these international obligations
 Reasons for international cooperation  the level of social anxiety, media interest, strategic
concerns, morality, security
 The construction of the prohibitions does not necessarily require formal treaty obligations
(soft law)  faster to make, easier to adapt to changing patterns and (in many states) can be
implemented directly
 The obligation to criminalize in these international instruments ultimately serve 2 purposes
o 1. To suppress the targeted activities domestically
o 2. To enable inter-state cooperation in this suppression by ensuring double criminality
 2 broad forms of prohibition system
o Absolute prohibition systems  the scope of lawful behaviour is usually very
narrowly prescribed by the relevant suppression conventions
o Derivative prohibition systems  the scope of lawful behaviour is broad and variable,
treaty will not spell it out
 States are the subjects of the treaty obligations
 Persons are the objects of the obligations
 Transnational law is more accurately described as non-hierarchical order of formally equal
national centres of legal authority based on reciprocity, equality, and sovereign consent, which


1

, are interlinked, coexist, and overlap, and uses norms of similar form to coordinate suppression
of transnational crime
 Primary goal = suppression of transnational crime
 Can be criticized from the perspective of normative legitimacy  limited participation,
transparency and accountability in its development and implementation
 When states have strong legal and political differences they tend to adopt an ‘int. law’
approach characterized by precise treaty obligations which respect sovereignty but which
sacrifice effectiveness  dichotomy



Week 1B – Europees straf(proces)recht algemeen
Handboek ISR – H2, Activiteiten op strafrechtelijk terrein
 Het communautaire Europees recht heeft in principe voorrang boven het nationale recht, ook
wanneer het nationale recht die voorrang niet (expliciet) toegekend aan het Europese recht
 Historische schets:
o Het heeft geruime tijd geduurd voordat het Sr een zelfstandig beleidsterrein is
geworden van de EU
o EGKS  voorzag in een zelfstandige, supranationale instantie (Hoge Autoriteit) +
Hof en Raad  samenwerking o.g.v. een gemeenschappelijke, communautaire
methode, kenmerkend:
 Besluitvorming o.g.v. gekwalificeerde meerderheid
 Rechtstreekse werking Unierecht (Van Gend & Loos) (communautair)
o EG-recht had weinig relevant regelgeving t.a.v. strafrecht  wel algemene
verplichting van ls om schendingen van het gemeenschapsrecht op doeltreffende,
evenredige en afschrikwekkende wijze te sanctioneren
o EU (1992)  3 pijlers
 Derde pijler = politiële en justitiële samenwerking  overwegend op
intergouvernementele basis
 Unanimiteit
 Expliciete uitsluiting rechtstreekse werking Kaderbesluiten
 Ontbreken inbreukprocedure
 Ook elk van de ls initiatiefrecht
 Pupino  Hof aanvaardde de plicht voor de nationale (straf)rechter
om het nationale recht zoveel mogelijk in overeenstemming met
kaderbesluiten uit te leggen
o Verdrag van Lissabon (2009)  pijlerstructuur kwam te vervallen, invoering
V(W)EU
 Harmonisatie geen doel op zich, dient te raken aan gemeenschappelijk belang
ls
 Over de gehele linie wordt aangesloten bij het communautair regime 
besluitvorming o.g.v. gekwalificeerde meerderheid, het EP is volwaardig
medewetgever en er gelden geen beperkingen in relatie tot de prejudiciële
procedure en de inbreukprocedure
 Handvest kan tegenover de ls enkel worden ingeroepen, voor zover zij
Unierecht uitvoeren  maar HvJ: de inbreuk op de klassieke Unierechten is
reeds voldoende om het Handvest van toepassing te doen zijn
o Schengenuitvoeringsovereenkomst (SUO)  afschaffen grenscontroles, versterken
buitengrenzen en verbeteren strafrechtelijke samenwerking


2

, o Verdrag van Amsterdam  totstandkoming van één ruimte van vrijheid, veiligheid en
recht als doelstelling
o Vanaf 1998 steeds meer focus op wederzijdse erkenning i.p.v. harmonisatie (67 lid 3
VWEU en 82 lid 1 VWEU)
 Coördinatie van samenwerking
o Europees Justitieel Netwerk (EJN) = informeel en flexibel netwerk van contactpunten
van (centrale) autoriteiten van elke lidstaat, die verantwoordelijk zijn voor de int.
rechtshulpsamenwerking
 Eerste aanspreekpunt voor autoriteiten  bieden juridische en praktische
gegevens
 Coördinerend
 Beschikking over de gegevens van alle andere contactpunten
o Eurojust  houdt zich bezig met de coördinatie van strafrechtelijke onderzoeken en
vervolgingen in meerdere ls, het oplossen van jurisdictiegeschillen en het bevorderen
van samenwerking tussen de verschillende nationale justitiële autoriteiten
 Elke ls stuurt 1 afgevaardigde  vormen het College van Eurojust
 Doel = om in gevallen waarin 2 of meer ls betrokken zijn bij het onderzoek
naar en de vervolging van een aantal vormen van zware criminaliteit en
daarmee in verband staande andere feiten, de coördinatie tussen de bevoegde
autoriteiten v/d ls inzake onderzoek en vervolging in de ls te stimuleren en
verbeteren
 Bemiddeling tussen ls bij positieve jurisdictieconflicten
 Mogelijkheid tot zelfstandig inleiden strafrechtelijk onderzoek (85 VWEU)
 M.n. van belang bij grote onderzoeken
 Complementaire rol met EJN  secretariaat van EJN zit bij Eurojust
o Europol = Europese politiedienst zonder operationele bevoegdheden
 Doel = het (politie)optreden van bevoegde instanties van ls en hun onderlinge
samenwerking te ondersteunen en te versterken bij de voorkoming en
bestrijding van georganiseerde criminaliteit waardoor 2 of meer ls worden
getroffen op een zodanige wijze dat een gemeenschappelijke aanpak van de ls
noodzakelijk is
 Verzamelen van inlichtingen, ondersteunen van onderzoeken in ls door
informatie te verstrekken over bijv. strafbare feiten die aan het licht zijn
gekomen en vervolgd moeten worden en het instellen van verzoeken bij ls om
ter zake van aan het licht gekomen strafbare feiten nader onderzoek te doen en
een vervolging in te stellen, waarbij evt, gemeenschappelijke
onderzoeksteams worden opgericht (art. 5 Besluit Europol)
 Elke nationale eenheid vaardigt ten minste 1 verbindingsofficier naar Europol
uit (art. 9)
 88 VWEU  in sommige gevallen mag het zich met opsporingstaken inlaten
o OLAF = onafhankelijk Europees bureau voor fraudebestrijding (325 VWEU)
 Administratieve onderzoeken  kan niet zelf een strafvervolging of
tuchtprocedure instellen
 Harmonisatie en wederzijdse erkenning
o Veel kritiek op verplaatsing van het principe van wederzijdse erkenning van de
interne marktomgeving naar een strafrechtelijke context
 Burger is binnen de strafrechtelijke context niet het ‘subject’ maar het ‘object’
van het vrije verkeer binnen de EU  burger profiteert niet van de
wederzijdse erkenning



3

,  Gecompliceerde relatie tussen wederzijdse erkenning en wederzijds
vertrouwen
 Met verschillende strafrechtssystemen, zou het land met de minste
bescherming de gemeenschappelijke deler bepalen  hierdoor wordt
wederzijds vertrouwen niet bevorderd
  gehoor gegeven aan kritiek  meer aandacht geschonken aan de
voorwaarden waaronder het principe van wederzijdse erkenning optimaal zou
kunnen functioneren (versterking wederzijds vertrouwen)  blijkt steeds
meer dat enige mate van harmonisatie voor een optimaal functionerende
strafrechtelijke samenwerking op basis van wederzijdse erkenning
noodzakelijk is
o Functies harmonisatie:
 Ondersteunende/faciliterende functie  functie die de harmonisatie vervult
t.b.v. soepel verlopende strafrechtelijke samenwerking tussen justitiële
autoriteiten van ls (82 lid 1 en 2 VWEU)
 Autonome functie  maatregelen staan los van bewerkstelligen optimale
strafrechtelijke samenwerking en worden met een ander (zelfstandig) doel
genomen
 Gebaseerd op veronderstelling dat voor de totstandkoming van 1
gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, er ook
zoiets als ‘common sense of justice’ moet bestaan  strafrechtstelsels
tot op zekere hoogte gelijk trekken (83 lid 1 VWEU 
minimumvoorschriften)
 Kan veel verder gaan dan faciliterende harmonisatie
 Heeft aan betekenis ingeboet sinds Verdrag van Lissabon
  beide functies kunnen niet strikt van elkaar gescheiden worden
o Wederzijdse erkenning  consequentie is dat ls strafrechtelijke beslissingen die in
andere ls zijn genomen, moeten erkennen en ten uitvoer leggen, ook als die ls zelf tot
een andere beslissing zou zijn gekomen
 Onderscheid met klassieke samenwerkingsinstrumenten  contact bij
samenwerking ogv wederzijdse erkenning vindt in de regel direct plaats
tussen de betrokken justitiële autoriteiten (ipv tussen staten) + mogelijkheden
om de tul van een beslissingen te weigeren/uit te stellen kleiner in geval van
samenwerking ogv wederzijdse erkenning
 Dient in alle fasen van het strafproces van toepassing te zijn
 Aantal rechtsinstrumenten dat gebaseerd is op het principe van wederzijdse
erkenning is vrij omvangrijk (eerste stap gezet met Kaderbesluit inzake het
Europees aanhoudingsbevel en procedures van overlevering binnen de EU 
over andere besluiten veel politiek getouwtrek)
 Toch blijft het wederzijds vertrouwen tussen ls een heikel punt 
blijkt ook uit weigeringsgronden
 Impliceert soms ook nalaten (ne bis in idem  54 SUO en 50 HV)
 Zowel de vraag naar ‘idem’ als die naar ‘bis’ is door het HvJ
beantwoord met een verwijzing naar het principe van wederzijdse
erkenning
 Gözütok en Brügge  ook buitengerechtelijke afdoening valt
hieronder
 Van Esbroeck  de omstandigheid dat dezelfde feiten in 2
verschillende overeenkomst sluitende staten misschien een andere
juridische kwalificatie krijgen, geen belemmering mag vormen voor
de toepassing van 54 SUO

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evamulder99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79789 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  6x  verkocht
  • (0)
  Kopen