Algemeen goed, maar er zijn 2 vragen die onvolledig beantwoord zijn.
Door: student0123 • 3 jaar geleden
welke, ik kan kijken om ze juist aan te passen?
Door: thomasbeirnaert • 3 jaar geleden
In de vraag over de overwelvingsystemen bij de abdijkerk in Tournus bespreek je enkel de St Michel. Maar de St Michel is de voorkerk, de hoofdkerk is de St Philibert, die ook moet besproken worden. Die twee staan in de lengte tegen elkaar.
PS: Bedankt voor het document! Het heeft me veel geholpen bij mijn examen.
Toetsvragen
ARCHITECTUUR EN TIJD
De Paltskapel is blijkbaar een toonaangevend voorbeeld geweest voor
paleiskapellen uit de vroege middeleeuwen. Bespreek.
De paltskapel of paleiscomplex is van Karel te Grote gelegen in Aken. Odo Metz
wordt vaak de architect genoemd, maar het zou ook om een andere rol kunnen
gaan. De paltskapel bestaat uit een centrale octogonale waarrond een
zestienhoekige ommegang ligt en op de eerste verdieping een gelijkaardige
tribune. De centrale ruimte is overwelfd met een achthoekig kloostergewelf. Aan
de oostzijde bevond zich vroeger een rechthoekig koor (nu vervangen door een
veel groter Gotisch koor); aan de westzijde bevindt zich een Westwerk met een
monumentale nis en twee traptorens. In de tribune aan de westzijde kan men nog
de troon van Karel de Grote zien. Als paleiskapel had de Paltskapel drie
belangrijke functies:
1. Zij bood de keizer een troon tijdens de eredienst.
2. Zij bood plaats aan de geestelijken van het hof; die moesten bidden voor het
welzijn van de keizer en zijn rijk.
3. Zij bood plaats aan de reliekenschat van de keizer.
Zoals gewoonlijk voor een paleiskapel werd ze gewijd aan de H. Maagd en aan
Christus. De tribune in het westwerk was in het speciaal gewijd aan de Verlosser.
Latere keizers werden in deze kapel gekroond en Karel de Grote is hier begraven.
Een middeleeuwse kopie is geen letterlijke imitatie, vorm en afmetingen
inbegrepen van het voorbeeld: ook al had men dit gewild, ontbraken er de
technische middelen toe. Het grote aantal kopieën van de Paltskapel getuigt op
indirecte wijze van het politieke prestige van Karel de Grote en van de roem die
van zijn verwezenlijkingen – waaronder de Pfalz – uitging tijdens de
middeleeuwen: de Paltskapel wordt als het ideale prototype van de paleiskapel
beschouwd, zoals ook Karel de Grote dé ideale christelijke keizer wordt waarnaar
alle latere dynastieën verwijzen. “originaliteit” is een onbekend begrip in de
middeleeuwen.. bij dit respectvol navolgen van een beroemd voorbeeld volstaat
het niet enkel vormelijke elementen over te nemen: de overdracht van betekenis
is van groter belang.
Wat wordt er bedoeld met de term “martyrium” ?
Uit het kerkelijk Latijn vertaald als martelaarschap. Een martyrium is een
bouwwerk met daarin het graf van een, meestal, christelijke martelaar of heilige.
De meeste martyria stammen uit het vroege christendom. Martyria kunnen zowel
losstaande gebouwen als een deel van een groter bouwwerk zijn. Dit zijn plekken
waar een martelaar wordt herdacht. Martyria groeien uit graftempeltjes. Maar
we gaan zien dat er al snel een versmelting met de basilica gebeurd. Martyria zijn
er in alle soorten, maar het centraal plan domineert. Dit zien we al gebeuren in de
4de eeuw in Rome voor hun eigen Apostelen, o.a Sint-Pieter. De transept met apsis
is de martyrium-zone. Men wilt meestal een reliek dat met de martelaar te maken
heeft. Men komt hier naartoe om de martelaar te eren.
, In de abdijkerk van Tournus (Boergondië) komen verschillende
overwelvingssystemen naast en boven elkaar voor. Leg uit (tekenen).
Dit is een zeer complexe structuur. Het voorschip bestaat uit twee verdiepingen
die beiden overwelfd zijn. We hebben een overwelfde vestibule en daarboven
staat de eigenlijke St Michel. De vestibule bestaat uit drie gewelven achter elkaar
in de middenbeuken drie gewelven aan beide weerskanten. In de middenbeuk
zijn het drie kruis- of graatgewelven achter elkaar. Aan weerszijde van elk
kruisgewelf is er een dwars gezet tongewelf. Deze gewelven hebben allemaal een
kruin op dezelfde hoogte waardoor ze een vlakke vloer vormen voor de eigenlijke
kerk erboven. Bovenop, de St Michel zelf staat een tongewelf. In dit tongewelf
zijn er in de muren ramen gestoken waardoor het een gatenkaas wordt en het
tongewelf de neiging zal hebben de muren vanboven uit elkaar te duwen. Men
heeft over de zijbeuken een half tongewelf geplaats om tegen de middenbeuk te
duwen. Deze duwt wel tegen maar niet op het juiste punt. Om dit op te lossen
heeft men gekozen voor het samentrekken van het tongewelf met behulp van
balken die de middenbeuk overspannen.
Bestaat er zoiets als een typische Cisterciënzer-architectuur ? Geef een
voorbeeld en besteed bijzondere aandacht aan het overwelvingssysteem.
Ja, rond het jaar 1100 begint er een zeer eigen architectuur, Cisterciënzer-
architectuur zich te ontwikkelen. Het best overgebleven voorbeeld hiervan is van
de Cisterciënzer abdijkerk in Fontenay. De Cisterciënzers hanteren een zeer saai
interieur en hebben ook geen speciale portalen en/of torens in het exterieur. Ze
gaan geen dieren, planten of mensen afbeelden. Licht is de belangrijkste
versiering een Cisterciënzerkerk. Aan de west zijde voorziet men veel, simpele
ramen. Het koor heeft geen kooromgang en straalkapellen. Het is een zeer
simpele en abstracte architectuur. De Cisterciënzers kiezen ervoor de lichtbeuk
weg te laten doordat dit een probleem vormt voor de structuur van het
tongewelf. De Cisterciënzers zijn bij de eersten die een spitsboog zullen
gebruiken. Boven de zijbeuken staan dwars gezette tongewelven. Tussen de van
elkaar wegbuigende tongewelven van de zijbeuk, gaat men een verstopte
steunboog plaatsen die onder het dak zit van de zijbeuk. Dit is een vroege
afspiegeling van wat later een luchtboog zal worden. Dit maakt de
gewelvencombinatie iets zeer vernuftigs.
HET GOTISCHE FENOMEEN
Welke elementen uit de Normandische romaanse architectuur vinden we ook
in de gotiek terug (en hebben mogelijk een rol gespeeld in het ontstaan
ervan)?
In het romaanse gewelf zien we ook al het ribgewelf opduiken. Het ribgewelf is
dus wel kenmerkend in de gotiek maar niet kenmerkend. Het concept van
ribgewelven is dus al veel ouder dan de gotiek. ook de bundelpijler is iets dat al
langer gekend is en zeer tot uiting komt in Cluny III. De bundelpijler wordt iets dat
niet meer weg te denken is. De luchtboog is karakteristiek voor de gotiek maar
exclusief tot op een bepaalde hoogte, want het idee zelf van een dergelijke boog
die aanleunt bij de aanzet van het gewelf zit in de architectuur van de
Cisterciënzers van Bourgondië. Het probleem is dat we weinig voorbeelden
hebben van vroege luchtbogen. e oorsprong ligt volgens Trachtenberg in de late
Romaanse architectuur van Normandië. Herkenbare elementen zijn: het opdelen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper student0123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.