Het commune strafrecht: zijn vaak de logische strafbare feiten
Het bijzondere strafrecht: regelgevend, minder logisch etc.
Strafrecht beschermt tegen ongewenst gedrag, maar begrensd ook onze vrijheid.
Legaliteitsbeginsel hoort hierbij.
Strafrecht geeft recht tot straffen aan de overheid
Is afdwingbaar
Is niet onbegrensd om te voorkomen dat overheid macht gaat misbruiken
Legaliteitsbeginsel is er om zowel aan de overheid als de burger te laten zien: dit mag
je wel en dat mag je niet (rechtszekerheid!)
De overheid mag inbreuk maken op grond- en mensenrechten zolang het
gelegitimeerd is. Deze legitimatie is te vinden in wettelijke regeling.
Wat zijn de 4 aspecten van het legaliteitsbeginsel?
1. Lex certa beginsel: duidelijkheid: Het lex certa-beginsel houdt in dat het voor
burgers duidelijk moet zijn welk handelen (of nalaten) kan leiden tot
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
2. Lex scripta beginsel: geen gewoonterecht, alles moet opgeschreven zijn
3. Verbod van terugwerkende kracht
4. Verbod op analogie (denk aan voorbeeld rode dopper: het geldt alleen voor
de rode DOPPER want verbod op analogie). Het verbod op analogie verbiedt
de rechter om de wet te ruim te interpreteren.
Het legaliteitsbeginsel staat in beide wetboeken als eerste vermeld (art. 1 Sv (formeel
rechtelijk) en art. 1 Sr (materieelrechtelijk)
- Gemeente mag wel een gebod en verbod instellen, maar niet iets
procedureels.
- Want procedure heeft vaak te maken met inbreuk op rechten, dus moet
berust zijn op een wifz
- “Bij de wet voorzien”: dit moet een wifz zijn
Conclusie = een advies aan de HR geschreven door een procureur-generaal of een advocaat-
generaal.
Rechten verdachte:
1. Zwijgplicht - art. 29 lid 2 Sv
2. Recht op bijstand - art. 28 Sv
3. Recht op kennisneming van processtukken - art. 30 Sv
Rechten slachtoffer - art. 51aa t/m 51g Sv
Legaliteitsbeginsel – formeel
Art. 1 Sv
, Lokale/lagere regelgevers mogen niet zelf regelgeving omtrent strafvordering
instellen
Muilkorfarrest: kan een apv regels stellen omtrent opsporing?
Legaliteitsbeginsel – materieel
Materieel strafrecht is te vinden in Sr en in bijzondere wetten
Art. 1 Sr
Ook lagere overheden zoals gemeentes mogen strafbepalingen maken
o Deze lagere wetgever moet wel als zodanig door de wetgever in
formele zin worden aangewezen als orgaan dat strafbepalingen kan
ontwerpen
o Lagere wetgevers mogen enkel overtredingen creëren, geen
misdrijven
o Deze bevoegdheid kan alleen worden uitgeoefend voor zover een
onderwerp niet uitputtend is geregeld in een wifz
Art. 9 Sr – schakelbepaling
Het algemeen deel Sr is van overeenkomstige toepassing op feiten waarop bij
andere wetten of verordeningen straf is gesteld
Lagere overheden hebben dus niet de bevoegdheid zelf straffen te creëren. Zij
moeten zich houden aan de straffen opgesomd in art. 9 Sr.
Afwijking hiervan is mogelijk, tenzij de wet anders bepaald
o Alleen de formele wetgever zelf mag afwijken
HR Onbehoorlijk gedrag
HR Runescape
HR Muilkorf
HR Onbehoorlijk gedrag
Essentie
In het arrest Onbehoorlijk Gedrag staat het legaliteitsbeginsel (conform artikel 1 Sr. en
artikel 7 EVRM) centraal. In het bijzonder gaat het om een subbeginsel van het
legaliteitsbeginsel, namelijk het lex certa-beginsel. Het lex certa-beginsel houdt in dat het
voor burgers duidelijk moet zijn welk handelen (of nalaten) kan leiden tot strafrechtelijke
aansprakelijkheid. Wetten moeten dus duidelijk verwoord zijn. In casu draait het om de
vraag of de term “onbehoorlijk gedrag” uit artikel 4 ARV (Algemeen Reglement voor het
Vervoer op de spoorwegen) het lex certa-beginsel schendt.
Rechtsregel
Het legaliteitsbeginsel houdt dus in dat een gedraging alleen strafbaar is als het voldoet
aan een duidelijke delictsomschrijving. Volgens de Hoge Raad is het echter onvermijdelijk
dat zich soms ‘vage’ termen voordoen. Dit zorgt ervoor dat open formulering mogelijk is,
opdat er meerdere interpretaties mogelijk zijn. Anders worden delictsomschrijvingen te
concreet.
In casu werd de term “onbehoorlijk gedrag” gebruikt binnen de context van stations en
treinen. Daaruit valt dan af te leiden wat als “onbehoorlijk gedrag” gezien kan worden. Hier
,is enige speelruimte in en levert derhalve geen schending van het legaliteitsbeginsel (en
vooral het lex certa-beginsel) op.
HR Runescape
Essentie
Dit arrest gaat over de diefstal van virtuele voorwerpen in het computerspel Runescape. Het
arrest heeft betrekking op de uitleg van het bestanddeel ‘enig goed’ in artikel 310 Sr in
relatie tot virtuele voorwerpen. In deze zaak werd een dertienjarige jongen gedwongen om
geld en goederen van zijn Runescape-account over te zetten naar het account van de
verdachte. Tijdens het overzetten wordt het slachtoffer meerdere malen mishandeld en
bedreigd. Er wordt primair diefstal met geweld (artikel 310 jo. artikel. 312 Sr) ten laste
gelegd en subsidiair mishandeling en/of bedreiging (artikel 300 Sr).
Rechtsregel
De rechtsvraag in deze zaak was natuurlijk: kunnen virtuele objecten worden
gekwalificeerd als ‘enig goed’ in de zin van artikel 310 Sr? Ja, zei de rechtbank. In hoger
beroep stelde de verdediging dat de onderhavige virtuele objecten niet als ‘enig goed’ in de
zin van artikel 310 Sr kunnen worden beschouwd, omdat ze tastbaar noch stoffelijk zijn en
ook geen waarde vertegenwoordigen in het economisch verkeer. Het hof beoordeelde dit
middel als volgt: “De gedachte dat aan de eis van stoffelijkheid moet zijn voldaan wil een
goed binnen de reikwijdte van genoemd artikel vallen, is reeds sedert het Elektriciteitsarrest
uit 1921 verlaten. Dat elektriciteit een vermogensobject met een gebruikswaarde betrof –
en betreft – werd door de Hoge Raad destijds van grotere betekenis geacht voor het
antwoord op de vraag of het al dan niet om een voor diefstal vatbaar goed ging, dan het
onstoffelijke karakter ervan. Gaandeweg is in de jurisprudentie ook het economisch
waardebegrip steeds verder gerelativeerd en gesubjectiveerd. Relevant is vooral of het
goed voor de bezitter ervan waarde heeft. In de thans ter beoordeling staande zaak is
evident dat het bezit van de virtuele goederen en te behalen punten uiterst
begerenswaardig is voor aangever, verdachte en de medeverdachte.
In cassatie voert de verdediging onder meer aan dat een virtueel object niet ‘echt’ bestaat:
het is slechts een weergave van bits en bytes en dus een illusie. Het middel faalt en de Hoge
Raad oordeelt als volgt: “Voorts stelt het hof vast dat in deze zaak is voldaan aan een andere
jurisprudentiële voorwaarde voor diefstal, inhoudende dat de goederen door toedoen van
verdachte uit de beschikkingsmacht van aangever moeten zijn geraakt en in die van
verdachte zijn gekomen. Dit ligt anders, zo heeft de Hoge Raad uitgemaakt, ten aanzien van
het ontvreemden van – bijvoorbeeld – software, computergegevens en een pincode,
aangezien het goed daarbij niet uit de beschikkingsmacht van de aangever geraakt doch
ongewenst ook in die van de ontvreemder. In die gevallen kan er dan ook niet worden
gesproken van diefstal.”
HR Muilkorf
Essentie
Dit arrest dateert inmiddels uit 1897 en gaat over het legaliteitsbeginsel. De verdachte in
casu had – volgens de politie – een artikel uit de Algemene Politieverordening (APV)
geschonden. De bepaling uit de APV was echter in strijd met hogere regelgeving. De
, verdachte weigerde met de politie mee te werken, omdat hij wist dat deze bepaling in strijd
was met de nationale strafwetgeving. Hiervoor kreeg de verdachte een boete opgelegd.
Rechtsregel
De rechtsvraag in deze zaak was: “Mocht de verdachte worden veroordeeld tot het
betalen van een boete voor het niet opvolgen van de aanwijzingen van de agenten?” Het
antwoord luidt ontkennend. De Hoge Raad gaf aan dat in art. 1 Sv de grondslag berust voor
strafvordering. Er dient te worden gesproken in de ruimste zin van het woord. Dit omvat
derhalve ook de opsporing van strafbare feiten. Aangezien een APV geen wet in formele zin
is, is de plaatsing van een dergelijke regel in de APV in strijd met formele wetgeving. In
concreto overwoog de Hoge Raad dus dat regels met betrekking tot strafvordering alleen
mogen worden gegeven in formele wetgeving.
Meerkeuzevragen aantekeningen week 1
Generale preventie = afschrikken
Speciale preventie = voorkomen dat de dader in herhaling valt
Extensieve interpretatie = ruim interpreteren
o Analogie is nooit toegestaan, maar extensieve interpretatie altijd
Arrondissementsparket = kantoor OM in een arrondissement
Ressortsparket = kantoor OM bij een gerechtshof
Wie vertegenwoordigt OM bij terechtzitting hoger beroep?
o Advocaat-Generaal
Politierechter is deel van de rechtbank
Kantonrechter, rechtbank en gerechtshof zijn ook wel feitenrechters
Hulp-Ovj is werkzaam bij de politie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lotteverhoeks. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.