Menselijke fysiologie – hoofdstuk 14 (pg. 469)
Inleiding
Naarmate het leven evolueerde, begonnen eenvoudige eencellige organismen samen te binden.
- Eerst tot coöperatieve kolonies en later in meercellige organismen.
Bij de meeste meercellige dieren staat alleen de oppervlaktelaag van de cellen in direct contact met
de omgeving.
- Dit is een probleem → diffusie vertraagt exponentieel naarmate de afstand toeneemt.
Om deze trage diffusie tegen te gaan, is de ontwikkeling van een circulatoir systeem nodig.
- Dit systeem moet vloeistoffen transporteren van de oppervlakte naar de diepere lagen van
het lichaam.
We noemen dit systeem het caridovasculair systeem.
- Is een 1-richtings systeem.
- Bestaat uit hart, bloedvaten en bloed.
- Capillairen vormen de kleinste bloedvaten (haarvaten).
o Zorgen voor uitwisseling tussen het bloed en de buitenwereld.
14.1 – Overzicht van het cardiovasculair systeem
Kort uitgelegd is het cardiovasculair systeem…
- Een reeks tubes (= bloedvaten).
- Die tubes zijn gevuld met vloeistof (= bloed).
- Ze zijn ook verbonden met een pomp (= hart).
Het bloed neemt zuurstof op in de longen, en voedingsstoffen in de darmen.
- Transporteert deze dan naar de lichaamscellen.
o Lichaamscellen scheiden tegelijkertijd afvalstoffen en warmte af.
Het cardiovasculair stelsel speelt ook een belangrijke rol in cel-cel communicatie en in bescherming
van het lichaam tegen indringers.
14.1.1 – Het cardiovasculair stelsel transporteert materialen doorheen het lichaam
Het cardiovasculair stelsel heeft enkele belangrijke functies:
1. Transport van stoffen van en naar alle lichaamsdelen.
o Van de buitenwereld naar het lichaam → bv. water, voedingsstoffen, gassen, …
o Van cel naar cel → bv. sommige voedingsstoffen, …
o Van het lichaam naar de buitenwereld → bv. afvalstoffen, warmte, …
2. Cel-cel communicatie.
o Bv. hormonen afgescheiden door endocriene klieren transporteren naar hun juiste
locatie.
o Bv. glucose (van de lever) en vetzuren (van adipeus weefsel) transporteren naar
metabolisch actieve cellen.
1