Begrippenlijst psychopathologie
Hoofdstuk 1 - inleiding
Diagnose = beschrijving van kenmerken of symptomen
Beschrijvende diagnose = het vaststellen en onderscheiden van stoornissen zonder een uitspraak te
doen over de oorzaak ervan
Diagnostiek = de werkwijze om een diagnose te bereiken
Etiologie = oorzaken, verklaringen
Therapie = behandeling
Prognose = voorspelling van het verdere beloop met of zonder behandeling
Preventie = voorkomen
Intramurale zorg of klinische zorg= opgenomen worden
Extramurale zorg = ambulante hulpverlening
Semimurale zorg = tussenvoorzieningen tussen klinische en ambulante hulpverlening
Infantpsychiatrie = deel van de psychiatrie dat de diagnostiek, behandeling en preventie van
psychopathologie bij jonge kinderen tot en met de leeftijd van drie jaar betreft
Psychogeriatrie = richt zich op dementie en andere neurocognitieve stoornissen
Gerontopsychiatrie = richt zich op ouderen (60+) met acute psychiatrische problemen
DSM- 5 = een classificatiesysteem bedoeld om wetenschappelijk onderzoek en communicatie te
vergemakkelijken
Anamnese = verzameling van gegevens over het leven van de patiënt
Differentiële diagnose = stellen van een diagnose door de kenmerken van verschillende ziekten te
vergelijken
Nosologie = ziekteleer
Categoriale visie = visie waarbij ziektebeelden als afzonderlijke, nauwkeurig van elkaar te
onderscheiden, categorieën worden beschouwd en die zich onderscheiden van normaliteit of
gezondheid. Men gaat uit van een duidelijke scheidingslijn tussen normaliteit en abnormaliteit.
Dimensionele visie = stoornissen zijn uitvergrotingen van dimensies die ieders persoonlijkheid
structureren. Er is een continuüm van ziekte en gezondheid.
ADHD = Attention-deficit hyperactivity disorder
Psychodynamische theorieën = zoeken de verklaring in onbewuste conflicten ten gevolge van
vroegkinderlijke ervaringen die een normale ontwikkeling hebben belemmerd of vervormd
Cliëntgerichte theorie = gaat er van uit dat bij mensen met psychische problemen de drang tot
zelfverwerkelijking in het gedrang is gekomen doordat in de jeugd onvoorwaardelijke acceptatie
heeft ontbroken
Leertheorie = psychiatrische stoornissen zijn aangeleerd. Ze ontstaan en blijven in stand door
conditionering
Cognitieve theorieën = moeten stoornissen worden toegeschreven aan foutieve gedachten of
interpretaties (irrationale gedachten) die de patiënt erop nahoudt
, Psychofarmaca = medicijnen die het psychisch functioneren trachten te verbeteren door de
gestoorde activiteit van neurotransmitters zo specifiek mogelijk te corrigeren.
Benzodiazepinen = angstdempend middel, vaak gebruikt als slaapmiddel, heel verslavend
Lithium = middel dat de stemming stabiliseert en vooral preventief werkt bij bipolaire (manisch-
depressieve) stoornissen. Het is een stemmingsstabilisator.
MAO-remmers = monoaminoöxydase-remmers
Parkinsonisme = Beven en verminderde beweeglijkheid, reversibel
Tardieve dyskinesie = bewegingsstoornissen, storende tics in het gelaat, irreversibel
Psychotherapie = behandeling van psychische problemen of stoornissen met behulp van
psychologische methoden door daartoe opgeleide deskundigen
Overdracht = de patiënt reageert op de therapeut alsof deze ene ouderfiguur is, zodat een
herbeleving ontstaat van kinderlijke angsten en wensen
Systematische desensitisatie = geleidelijke gewenning, stapsgewijs leren om te gaan met steeds
moeilijkere situaties
Flooding = overspoelen, directe confrontatie
Illusief spel = kind speelt zijn werkelijkheid na
Sensopathisch spel = plezier met voelen, ruiken, zien of horen van spelmateriaal
Contactspel = andere kinderen leren kennen en met hen leren omgaan
Epidemiologie = studie naar het voorkomen van een ziekte of stoornis in een bepaalde
bevolkingsgroep
Incidentie = nieuwe gevallen in een bepaalde periode
Prevalentie = alle gevallen op een bepaald moment
Acuut = plotseling en kortstondig optreden van een stoornis
Chronisch verloop = als een stoornis langer dan 6 maanden blijft bestaan
Statische vorm of resttoestand = blijft onveranderd
Intermitterende vorm = afwisselend verbeteren (Remissie) en verslechteren (recidief)
Progressieve vorm = geleidelijk achteruitgaan
Primaire preventie = Ideaal blijft evenwel het ontstaan van de stoornis te voorkomen ‘Beter
voorkomen dan genezen!’
Secundaire preventie = Beter is snel en effectief in te grijpen zodra de stoornis optreedt
Tertiaire preventie = Men kan er naar streven dit chronische verloop en de gevolgen zo beperkt
mogelijk te houden.
Informatietransmissie = een ‘elektrochemisch’ proces waarbij scheikundige processen worden
omgezet in elektrische signalen
Actiepotentieel = elektrisch signaal
Myelineschede = dun wit vetlaagje rond het axon met op regelmatige afstand een inkeping
Knoop van Ranvier = inkeping in myelineschede
Synaps = de plaats waar een zenuwimpuls van het ‘presynaptische’ neuron aan het ‘postsynaptische’
neuron wordt doorgegeven
Synaptische spleet = de kleine opening tussen 2 neuronen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tyanavdv. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.