Bestuur, beleid en organisatie van het werkveld
SW is:
Veelzijdig: organisaties, actoren, schaal, doelgroep, sector, soort organisatie
o Publieke voorzieningen
o Private non-profitvoorzieningen
o Commerciële for-profitvoorzieningen
Veranderlijk: overheidsbeleid maatschappelijke ontwikkeling
Welfare mix
Welfare mix = verhouding tussen overheid, markt, gemeenschap en middenveld, hierdoor ontstaat
zorg, welzijn en collectieve welvaart. Het gaat vooral om te bepalen wie verantwoordelijk is voor de
zorg van de sociaal zwakkeren.
Overheid
Wetten, regels, procedures, toeslagen, uitkeringen, voorzieningen en gelijkheidsprincipes
Verschillende individuele belangen gedeeld publiek belang
Bepaalt rechten en plichten en de inrichting van publieke voorzieningen
Markt
Ondernemerschap, arbeid, concurrentie, efficiency, groei denken, commerciële belangen
Efficiënt en doelmatig werken
Gemeenschappen
= sociale groepen in de burgermaatschappij waar mensen hun individuele en collectieve identiteit
aan ontleden en waarin zingeving ontstaat (gelijke interesses, belangen, waarden, loyaliteiten)
a.d.h.v. sociale interacties.
Middenveld
Gericht op maatschappelijk rendement, vaak ontstaan vanuit burgerinitiatief
Op afstand van overheid, maar wel vaak onder invloed ervan
Buffer tegen dominantie: totalitaire invloed van overheid, groepsconformisme en assimilatie
van gemeenschap en eenzijdige concurrentie van de sterken
Verschillende posities van organisaties t.o.v. hoekpunten
o Gemeenschap-overheid: zelfhulpgroepen, migrantenorganisaties…
o Gemeenschap-markt: energiecoöperatieven, rond stadslandbouw…
o Overheid-markt: gezondheids- en welzijnszorg en onderwijs
Dit zit allemaal tussen spanningsvelden: formeel/informeel, Non-profit/profit, Publiek/privaat
Welfare regimes of types verzorgingsstaten
Verantwoordelijkheid voor zorg en welke uitwerking voldoet het beste ten aanzien van de
(her)verdeling van materiële en immateriële welvaart?
Sociaal democratisch model: overheidsverantwoordelijkheid, universele, individuele rechten
Liberale model: verantwoordelijkheid markt, individuele verantwoordelijkheid en sociale
bijstand voor de armen
, Conservatieve of corporatistisch model: gemeenschapsverantwoordelijkheid,
verzekeringsprincipe gekoppeld aan groepssolidariteit
Verschuivende verhoudingen
Het bepaalt de ontwikkelingen binnen de organisaties van SW. Zie verder
Sociale kaart - vensters
door wie: de betrokken overheden
o Vlaamse, federale en lokale overheden
door wie: het juridisch statuut van de organisatie
o publieke dienstverlening, private non-profit, commercieel
door wie: formele (professionals) en informele zorg (individuele burgers)
met wie: individueel en collectief aanbod
waar: de geografische schaal
voor wie: de grote leeftijdsgroepen: kinderen, volwassenen, ouderen
voor wie: specifieke doelgroepen
waarvoor: de levensdomeinen van mensen
o persoonlijk en relationeel welzijn, lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid,
wonen, werken, vrije tijd, en veiligheid en justitie
hoe: de mate van toegankelijkheid
tendensen die de sociale kaart op soms korte tijd hertekenen
diensten en voorzieningen staan niet meer op zichzelf, fusies
vermaatschappelijking
tendering
centrale aanpak lokale aanpak
Middenveld
particuliere organisaties met publieke taak
particuliere organisaties non-profit
GESCHIEDENIS MIDDENVELD ZIE PP
Huse pleit voor een middenveld dat zich proactief opstelt en zorgt voor (her)inburgering in een
veranderende SL. Binnen de driehoek is de verscheidenheid aan organisatievormen sterk
toegenomen. Het is hybride: het oude is er nog, het nieuwe nog niet gevestigd maar wel aanwezig. In
alle hoeken is er een bricolage van oud en nieuw, wat leidt tot spanning. Bv sociale ondernemers
Tendensen die het middenveld tot innovatie nopen:
individualisering consumentisme tegenstrijdige doelstellingen
verkleuring van SL
nieuwe breuklijnen bv spanningsveld tussen inclusie en exclusie, generationele breuk, stad
en platteland, laag en hooggeschoolden
waar is politiek: bevoegdheden raken verspreid:
horizontaal: rechterlijke macht en IVA hebben meer macht
verticaal: groeiend belang van lokale en supranationale politiek
,1945-1975: evenwicht tussen markt en politiek, later wordt kring rond markt groter richting burger
en politiek, meer verscheidenheid op markt: informele, online economie, grijze zone
Verhoudingen staan onder druk door hierboven genoemde tendensen onvoorspelbaarheid
Afbakening van middenveld is problematisch geworden. Poging tot ordenen is bv op ideologische of
institutionele kenmerken, maar ideologie is niet meer eenduidig mengvormen die tegenstrijdig
kunnen zijn en mengeling van institutionele logica’s verplicht om hybride te worden
Elk politiek systeem heeft draagvlak nodig, die 2 bouwstenen omvat:
slagkracht: leveren wat men van de overheid verwacht, wel wat verloren
legitimiteit: wantrouwen tot overheid neemt toe, politieke dimensie maakt geen deel meer
uit van identiteit van burgers, vooral jongeren
erosie zorgt voor verplichting om te innoveren: overheid wilde ballast lossen aangezien
ze daardoor niet slagkrachtig is nieuw publiek management, vermarkting,
zelfredzaamheid centraal: toevertrouwen van taken aan individuen of groepen
bemoeilijkt innovatie vanuit middenveld
commercialisering en depolitisering, 2 zaken gemeen:
middenveld wordt in mogelijkheden beperkt door commercialisering en het leidt tot
depolitisering van burgers. Depolitisering wordt versterkt omdat het verlies aan legitimiteit
opgevangen wordt door herinterpretatie van democratie: band met burgers terughalen t.k.v.
het middenveld
overheidskant: individu is klant, geen coproducent, verliest vaardigheden van sociale actie
niet meer overtuigen, maar wel verleiden, geen plaats voor politieke rol van middenveld
buitenland ‘weg van overheid, naar burger toe’ niet gewenste effecten voor slagkracht en
legitimiteit:
slagkracht: grenzen van het ontvetten van de staat: uitleveren van diensten is problematisch
grenzen aan zelfredzaamheid: we zijn het verleerd faalt
nieuw public management new public governance
burgers groepsgewijs betrekken = new liberal economy: al of niet wegwerken van
sociale ongelijkheid is een keuze; besef dat enkel markteconomisch denken een bron is
van ontsporing, oplijsten van publieke goederen die je niet kan commercialiseren, maar
waarbij je op een andere manier mensen moet betrekken.
Middenveld moet zich proactief in de markt zetten. Middenveld is geen ballast en zeker omdat de
kenniskloof tussen overheden en het middenveld kleiner is geworden en soms zelfs kantelt naar het
middenveld. Het middenveld heeft ook een essentiële rol in te filteren uit vele tegenstrijdige,
individuele meningen. Het middenveld brengt de meningen naar de politieke agenda, waardoor men
overbevraging van overheid voorkomt. Middenveld is een drukregelaar.
Klant burger worden voor legitimiteit middenveld als leverancier van inburgering, ideaal om
democratie te regelen = groepswerk = politisering 2.0. Burgerschap wordt aan onderwijs
toevertrouwd, niet middenveld terwijl daar politisering zeker aanwezig is. pleidooi voor een
middenveld dat werkt aan inburgering en inwoners als burger betrekt bij het groepswerk dat
democratie is.
Wantrouwen is in beide richtingen en zelfs tussen organisaties onderling weg! nieuwe politieke
functie nodig: mensen die coachen, diplomaat zijn
, Sterke verhouding tussen markt en middenveld speelt ook mee. Men heeft de overheid niet nodig.
Mensen in het middenveld moeten ook actief zoeken naar bondgenoten binnen de overheid.
Verkramping: electorale dwangneurose, poging om middenveldorganisaties mee te nemen in
partijpolitiek verhaal om verkozen te worden. Middenveldorganisaties moeten dossiers van partijen
breed politiseren en op agenda van de hele maatschappij zetten en niet van 1 partij. Begrippen uit
het middenveld wordt ook snel overgenomen door de politiek bv deliberatieve democratie. Het
wordt gebruikt, maar de onderliggende principes worden niet mee overgenomen. Het middenveld
moet dit tegenhouden, maar dat is moeilijk door de media.
Technocratisering van politiek: verplaatst naar internationale circuit met TINA (there is no
alternative). Het middenveld moet TAMARA (there are many alternatives ready and available) zijn,
moet zoeken en meewerken aan een nieuwe politieke identiteit levend houden van politieke
vaardigheden van burgers pluriforme netwerken met linken vanuit een diverse identiteit i.p.v.
uniforme blokken bv jongeren. Er is een spanningsveld tussen het aangaan van nieuwe allianties in
functie van politieke agendasetting en het meegaan in een vorm van spektakelpolitiek. Buiten de
spektakelpolitiek heeft het middenveld haar grootste rol. De echte politieke beslissingen vallen vaak
buiten de spektakelpolitiek.
Commerciële directies komen niet direct tussen in standpuntvorming van een krant, maar wel
indirect. Echte journalisten bewegen weg van commerciële drijfveren. Belang van vormgeving en
regie is toegenomen. Er is meer autonome pers dan tijdens de verzuiling en er is meer pers die een
rol opneemt in het publieke debat. Media houdt van polarisering terwijl het middenveld in een grijze
zone zit, wat moeilijk is voor de media. Er is ook een grote wanverhouding tussen de media-aandacht
voor het communautaire en het belang dat burgers er aan hechten.
Openbaar bestuur
Staat = alle verkozen overheden en hun instellingen van alle territoriale niveaus.
Politiek systeem = politici
Bestuurlijk systeem = ministers en kabinetten: politiek eindverantwoordelijken, bepalen het
beleid
Administratief-technisch systeem = ambtenaren
Beleidsraad: minister + leidinggevenden
ambtelijk = ministerie = departement + IVA, rechtstreeks aangestuurd door Minister
Departement en kabinet doen beleidsvoorbereidend werk voor de Minister en fungeren als
kenniscentrum
Opdracht overheid
Besturen wetgeving
dienstverlening
Klassieke overheid
= administraties die onder de directe hiërarchische verantwoordelijkheid van verkozen politici vallen
op de vijf bestuursniveaus: gemeentelijk, provinciaal, Vlaams, federaal (en Europees, nieuw is
OCMW).