Samenvatting ergotherapie in de
fysieke revalidatie hoorcolleges
1. Fysieke revalidatie
1.1. Revalidatiegeneeskunde
Optimaliseren van activiteiten en participaties bij personen met afwijkingen in of het verlies
van functies of anatomische eigenschappen en/ of afwijkende ontwikkeling van functies
Multidisciplinaire behandeling:
- Disciplines: ergotherapeut, fysische geneesheer, revalidatie arts, algemeen bestuur, kinesist,
verpleegkundigen, zorgkundigen (logopediste kan bij mensen met bv halfzijdige verlamming
aan de slikspieren, psycholoog zou ook kunnen, diëtiste, maatschappelijk werkster/ sociale
dienst voor thuisverpleging)
- Therapiedoelen: sporten, wandelen, terug in de thuissituatie kunnen omgeven, auto
besturen, fietsen, maaltijden bereiden, zelf eten, sociale contacten herstellen
- Adl: activiteiten van het dagelijkse leven
- Locomotorische revalidatie (bv heupfractuur) en Neurologische revalidatie (bv MS,
Parkinson, NAH): houdt zich niet zozeer bezig met de diagnose en de behandeling van de
locomotorische/ neurologische ziekte of aandoening, maar wel met de diagnose en de
behandeling van de gevolgen ervan (de stoornissen, de beperkingen in activiteit, de
participatieproblemen die eruit voortvloeien) er bestaan revalidatiecentra voor
locomotorische/ neurologische aandoeningen, algemene en zeer specifieke
- Sensoriële revalidatie (bv hoorproblematiek): vergt met zowel visuele als auditieve
revalidatie een heel specifieke aanpak. Kinderen en volwassenen die lijden aan een
gehoorstoornis, slechtziendheid of blindheid kunnen een revalidatieprogramma volgen in
gespecialiseerde centra
- Internistische revalidatie (bv: COPD (= chronische longaandoening): domein dat door de
veroudering van de populatie zal toenemen. Patiënten met cardiale (hart) en
, pneumologische (longen) aandoeningen, obesitaspatiënten … kunnen via hospitalisatie een
aangepast multidisciplinair revalidatiecentra opstarten.
- Oncologische revalidatie (bv borstanker): revalidanten met kanker, al dan niet onder het
statuut van persoon met chronische aandoening.
1.1.1. Revalidatiedoelen
1. Pre-revalidatie: bv preoperatief als voorbereiding op een geplande operatie,
informatiesessies over hoe een operatie zal verlopen, welke hulpmiddelen al aangekocht
kunnen worden revalidatie is veel efficiënter op deze manier
2. Revalidatie: bv vlak na de acute opname op de intensieve zorgen, sub-acuut = wanneer de
patiënt als naar een normale kamer kan, Acuut= als de patiënt nog in het ziekenhuis is
3. Postrevalidatie: bv onderhoudsbehandelingen, chronisch: moeilijk om te weten wanneer we
van chronisch spreken, sommige zeggen 6 weken, 6 maanden, langer dan een jaar (kritischer
zijn met de therapie: is hij nog effectief) kijken naar bv loophulpmiddelen
Functies bv spierkracht, mobiliteit
- Voorbijgaand functieverlies: na de revalidatie ‘werkt het weer’
- Enkelvoudig functieverlies: blijvende beperking bv je arm niet meer volledig kunnen
strekken na hij gebroken is
- Meervoudig functieverlies: iets groter, bv als je geraakt ben in je rug: incontinentie
Activiteiten
- Herstel: verwachten dat de persoon het terg gaat kunnen bv eten
- Compensatie: wanneer we over hulpmiddelen spreken, omdat de persoon het niet meer
gaat kunnen
Participatie (heel afhankelijk van de leeftijd bv kinderen die weer naar school willen)
- Voorbijgaand: (zonder veel specieke interventies) bv ik heb mijn heup gebroken en kan
voorlopig niet gaan werken, als het genezen is kan ik wel weer werken
- Beperkt: revalidatieondersteuning is nodig
- Omvangrijk: revalidatieondersteuning is noodzakelijk
Externe factoren
, - Invloed op naasten: personen die je ondersteunen
- Maatschappelijke voorzieningen: terugbetalingen voor hulpmiddelen, voor een speciaal
opvangcentrum te gaan
Persoonlijke factoren:
- Positief persoonlijk profiel: gericht op actief en participerend leven
- Neutraal of modaal profiel: overeenkomstig in hun levensfase
- Complicerend persoonlijkheidsprofiel: losstaand van de actuele functiestoornissen
1.1.2. Stadium van het revalidatieproces
ACUTE FASE CHRONISCHE FASE CHRONISCHE FASE
Evolutief (het gaat blijven Niet-evolutief
verergeren)/ progressief
(vooruitgang)
Intensiteit revalidatie Stadia afhankelijk Onderhoudsrevalidatie
afhankelijk van omvang van
beperkingen
1.1.3. Infrastructuur en revalidatiebehoefte
2. Basisuitrusting
Bv een gewoon ziekenhuis (heel basic) revalidatie achteraf waarschijnlijk ambulant
3. Uitgebreid
Wanneer je nood hebt aan een aangepaste badkamer, bv wanneer je kanger in het ziekenhuis moet
verblijven
4. Gespecialiseerd