100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Frans 1 vertaald! €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Frans 1 vertaald!

 29 keer bekeken  0 keer verkocht

Heel frans 1 is hier vertaald

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • 9 januari 2021
  • 46
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
michlebulinckx
HFD 1. ÊTRE
1.1 Het werkwoord wordt meestal voorafgegaan door een zelfstandig
naamwoord of een voornaamwoord.
Je suis français Ik ben frans

Vous êtes italien? Je bent Italiaans?


1.2 ’je’ en ‘vous’ zijn de basiswoorden van een dialoog
Vous êtes de Paris, monsieur Ricard U komt uit Parijs, Mr. Ricard?

Non, je suis de Marseille Nee, ik kom uit Marseille.

1.3 Enkele nationaliteiten
anglais (Engels) espagnol (Spaans)
américain
allemand (Duits) (Amerikaans)
portugais
grec (Grieks) Vous êtes (Portugees)
Je suis (ik ben) (jullie zijn/ je
japonais (Japans) bent) russe (Russisch)
brésilien australien
(Braziliaans) (Austtralisch)
hollandais
suédois (Zweeds) (Nederlands)

1.4 À, DE, CHEZ
‘À’ geeft de stad aan waar je bent.
—> Je suis à Paris Je suis à Berlin Je suis à Londres

‘De’ geeft de stad aan van je origine.
—> Je suis de Rome Je suis d’Anvers Je suis de Madrid

‘Chez’ wordt gebruikt met personen.
—> Je suis chez Pierre Je suis chez des amis Je suis chez moi.
(ik ben thuis)
‘De’ wordt ‘d’’
—> Vous êtes d’où? Je suis d’Athènes

OEFENING
P: Je suis en vacances à Paris. Et vous, vous êtes à Paris pour
tavailler?
A: Non, je suis en vacances chez ma tante. Vous êtes à l’hotel ou chez
des amis?
P: Je suis chez un ami d’enfance, Phil. Vous êtes de quelle ville?
A: Je suis de Naples, mais je suis souvent à Rome pour mon travail.
P: Moi, je sui de Lyon, mais je suis très souvent à Paris pour mes
affaires.

Vervoegingen van être.
Je suis, tu es, il/elle/on est, nous sommes, vous êtes, ils/elles/ sont

HFD 2. L’ADJECTIF (het bijvoeglijk naamwoord)
2.1 Mannelijke en vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden
Paul est grand, bland et frisé Paul is lang, blond en krullend.

Anne est grande, blonde et frisée Anne is lang, blond en krullend.



,—> in het algemeen voegen we een ‘e’ toe als het vrouwelijk is bij het
mannelijke.
—> als het mannelijke al eindigt op een ‘e’, blijft het vrouwelijke
identiek.
—> de eindes ‘-s’, ‘-d’, ‘-t’ zijn stil als het mannelijk is, maar
klinken vrouwelijk door de ‘-e’
• François est grand. Françoise est grande.

2.1.1 Soms dubbelen we de laatste toon bij het vrouwelijke.
Il est italien. Elle est italienne -EN —> -ENNE

Il est mignon. Elle est mignonne -ON —> -ONNE

Il est ponctuel. Elle est ponctuelle -EL —> -ELLE


2.1.2 Soms veranderd het einde helemaal bij het vrouwelijke.
Il est sportif. Elle est sportive. -F —> -VE

Il est sérieux. Elle est sérieuse. -EUX —> -EUSE

Il est rêveur. Elle est rêveuse. -EUR —> -EUSE

Il est calculateur. Elle est
-TEUR —> -TRICE
calculatrice.

Il est étranger. Elle est étrangère. -ER —> -èRE

Il est discret. Elle est discrète. -ET —> -èTE


2.1.3 Speciale gevallen
beau/belle nouveau/nouvelle faux/fausse(vals) doux/douce
roux/rousse jaloux/jalouse gentil/gentille vieux/vieille
gros/grosse bas/basse(laag) fou/folle (gek) long/longue
frais/fraîche sec/sèche blanc/blanche grec/grecque
public/publique

2.2 Singulier et Pluriel des adjectifs.
(enkelvoudige en meervoudige bijvoeglijke naamwoorden)
vb Paul et Marc sont blonds. Anne et Clair sont blondes.

Voor het maken van een meervoud, voeg een ‘-s’ toe aan het enkelvoud.
vb. Paul est blond. Ils sont blonds. Lou est grande. Elles sont grandes.

!Wanneer het enkelvoudige al eindigt op een ‘-s’ of ‘-x’ blijft het
meervoud gelijk. De ‘-s’ en ‘-x’ worden wel niet uitgesproken.
vb. Il est français. Ils sont francais.
Il est roux. Ils sont roux.

2.2.1 ‘-al’ en ‘-au’ veranderen naar ‘-aux’
Il est beau. Ils sont beaux - EAU —> -EAUX

Il est original. Ils sont originaux -AL —> AUX
Il est sentimental. Ils sont
-AL —> AUX
sentimentaux

MAAR

banal/banals fatal/fatals

naval/navals final/finals



,2.2.2 Het vrouwelijke meervoud is regelmatig
vb. Elle est originale. Elles sont originals.

2.2.3 De gemengde groepen hebben een mannelijk akkoord.
vb. Paul, Anne et Marie sont bruns et ils sont beaux.

2.2.4 Meervouden van kleuren blijven enkelvoudig.
vb des pulls marron des yeux noisette des pulls bleu marine
(kastanje) (hazelnoot)
! UITZONDERINGEN !
Rose —> des robes roses
Violette —> des chemises violettes (paars)
Châtain —> des cheveux châtains (bruin)
Mauve —> les fleurs mauves (paars)

2.3 l’accord de l’adjectif avec le pronoms sujets.
Het bijvoeglijk naamwoord van het bijvoeglijk naamwoord met de
voornaamwoorden
Vb; Vous êtes prête, madame? Vous êtes prêts, messieurs?
—> Oui, on est prêts.
! De instemming van het bijvoeglijk naamwoord varieert naargelang de
personen die worden vervangen door de voornaamwoorden!

2.3.1 ‘je’ en ‘tu’: enkelvoudig mannelijk of vrouwelijke akkoorden.
Tu es étudiant, Ugo? Oui, je suis étudiant.

Tu es étudiante, Claire? Oui, je suis étudiante.


2.3.2 ‘vous’ het beleefde akkoord
Vous êtes prêt, Monsieur?
Mannelijk of vrouwelijk enkelvoudig Vous êtes prête, madame?
Vous êtes prêts, messieurs
Mannelijk of vrouwelijk meervoudig Vous êtes prêtes, madames?

2.3.3 ‘on’ iedereen.
En France, on est gourmand.
Mannelijk enkelvoudig Quand on est malade, on est fatigué
Paul est moi, on est gourmands.
Mannelijk of vrouwelijk meervoudig Anna est moi, on est fatiguées.

! Met ‘on’=‘nous’ staat het werkwoord in het enkelvoud en het bijvoeglijk
naamwoord in het meervoud!
vb. Ugo et moi, on est grands et blonds.
Anna et moi, on est grandes et blondes.

! Met ‘on’= mannelijk of vrouwelijk enkelvoud, blijft het enkelvoudig!
Vb. Quand on est sportif, on est musclé.
Quand on est sportive, on est musclée.
HFD 3. LA NÈGATION ET L’INERROGATION (1)
De ontkenning en de ondervraging (1)
vb. Vous êtes de Paris?
Non, je ne suis pas de Paris.

3.1 De enkelvoudige ontkenning bestaat uit 2 elementen. Vb Lire (lezen)
Ne lis pas —> lees niet
Ne lis jamais —> nooit gelezen
Ne lis plus —> niet meer lezen



, Je ne suis pas en vacances. Nous ne sommes pas en vacances.
(wij zijn niet op vakantie)
!Tu n’es pas en vacances. Vous n’êtes pas en vacances.

3.1.1 de enkelvoudige vraag (antwoord oui of non) wordt gevormd met:
Intonation ‘Est-ce que’ aan
montante Vous êtes het begin van de Est-ce que vous
(stijgende irlandais? zin. êtes irlandais?
intonatie) Patric est Goede vorm, Est-ce que Patric
meest voorkomende irlandais? gebruikt aan de est irlandais?
vorm! telefoon
Inversion du verbe
et du pronom
Hervatting van de
(inversie van Êtes-vous
naam door een Patric est-il
werkwoord en irlandais?
voornaamwoord irlandais?
voornaamwoord) —> geen ‘je’!
formele taal
meest beleefde
vorm! Altijd VOUS!

3.1.2 het antwoord: bevestigd of niet
De vraag ‘Vous êtes marié?’
‘Non’ ontkend de hele ‘moi aussi’
‘Oui’antwoord vraag een bevestiging

Oui, je suis marié. Non. Moi aussi!

De vraag = “vous n’êtes De vraag ‘tu travailles De vraag 'je ne suis pas
pas marié?” le samedi?’ marié.’
‘Si’ = oui
‘pas' ontkende een deel Moi non plus’
na een ontkenning
van de vraag een bevestiging
jawel tochtel
Pas le matin
Si, je suis marié. Moi non plus.
—> niet in de ochtend

HFD 4. LE NOM ET L’ARTICLE de naam en het artikel
vb. La Suède et la Norvège sont des pays voisins.

4.1 mannelijk en vrouwelijk namen van mensen.
vb. Un étudiant anglais parle avec une étudiante anglaise.
Le garçon est blond et la fille est brune.

—> Voor personen komt het geslacht van de namen overeen met het geslacht
van de mensen.

4.1.2 Om het mannelijke vrouwelijk te maken voegen we een ‘-e’ toe.
! wanneer het mannelijke al eindigt op een ‘-e’ veranderen we enkel het
artikel (un —> une)!

4.1.3 soms veranderd het einde van het woord.
Un musicien —> une musicienne -EN —> -ENNE

Un champion —> une championne -ON —> -ONNE

Un serveur —> une serveuse -EUR —> -EUSE

Un acteur —> une actrice -TEUR —> -TRICE

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michlebulinckx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd