Psychologie 1: HS1: geest, gedrag & psychologische
eigenschap:
Psychologie = breed veld met vele specialismen
Psychologie = wetenschap van gedrag & geestelijke processen:
1. Interne geestelijke processen
2. Externe (zichtbare) gedragingen
3. Wetenschappelijke dicipline
3 soorten psychologen:
1. Experimentele psychologen = universiteit, onderzoek!
2. Docenten psychologie = lesgevers
3. Toegepaste psychologen = verschillende werkplekken:
Arbeids- en organisatiepsychologen, Sportpsychologen, Schoolpsychologen, Klinisch psychologen,
Forensisch psychologen, Omgevingspsychologen, Gerontopsychologen
4. Psychologisch consulenten
(12&3 = unief, 4= hoge school bachelor toegepaste psychologie)
Psychologie = geen psychiatrie
Psychiatrie = medisch specialisme dat zich richt op diagnose en behandeling van mentale stoornissen.
Pseudopsychologie = Niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden
worden gepresenteerd zoals tarotkaarten, geesten oproepen, zesde zintuig, …
Zesde zintuig = proprioceptie
Kritisch nadenken over psychologie & pseudopsychologie: Wat is kritisch denken?
Stellen van zes vragen
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie beïnvloed zijn door bias?
Emotionele bias & Confirmation bias
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
6 belangrijkste perspectieven van psychologie:
1. Scheiding van lichaam en geest en het moderne biologische perspectief
1.1. Descartes
Scheiding tussen spirituele geest en lichaam
Biologische processen liggen aan de basis van sensaties en reflexen
Behoorde tot de rationalisme: denken is het enige middel om wetenschap te verrichten
Kritiek vanuit het empirisme: waarnemingen en ervaringen zijn de enige bronnen van kennis (Bacon, Locke,
…)
1.2. Het moderne biologisch perspectief
Zoekt de oorzaak van gedrag in het functioneren in de genen, de hersenen, het zenuwstelsel
en het hormonaal stelsel
Onze persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen en vaardigheden vloeien uit onze
lichamelijke eigenschappen
Lichaam en geest worden terug samengevoegd
, De geest is het product van de hersenen
1.3. Twee variaties op het biologisch thema
Neurowetenschappen: vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten,
gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren
Evolutionaire psychologie: een vakgebied dat gedrag en mentale processen beschouwt op
basis van genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting
→ natuurlijke selectie
2. Het begin van de wetenschappelijke psychologie en het moderne cognitieve perspectief
2.1. Introspectie naar de elementen van de bewuste ervaring
Scheikunde: periodiek systeem
Eerste experimenten in een psychologisch laboratorium werden uitgevoerd door Wilhelm
Wundt
Gebruik van introspectie: beschrijving van eigen innerlijke, bewuste ervaringen
2.2. De erfenis van Wundt: structuralisme
Structuralisme: stroming die de basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te
ontrafelen en zochten naar de elementen van de bewuste ervaring
Veel kritiek: introspectie is te subjectief
Toch grote invloed
2.3. Gestalt reactie: ‘Het geheel, niet de delen’
Bewustzijn is meer dan de zintuiglijke ervaringen
Het geheel is meer dan de som van de delen
2.4. William James en de functie van geest en gedrag
Functionalisme: stroming die meende dat psychische processen het beste begrepen kunnen
worden in het licht van hun adaptieve nut en functie
Psychologie zou moeten verklaren hoe mensen zich aanpassen aan hun omgeving
(gebaseerd op Darwin)
Ontwikkelde toegepaste psychologie: hoe kan psychologie worden toegepast om het
menselijk leven te verbeteren?
Kritiek: te subjectief samenwerking met andere disciplines
2.5. Het moderne cognitieve perspectief
De nadruk ligt op mentale processen zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen
van informatieverwerking
Gedachten en handelingen zijn het resultaat van het unieke cognitieve patroon van
waarnemingen en interpretaties van ervaringen
3. Het behavioristisch perspectief: nadruk op waarneembaar gedrag
3.1. Watson, Skinner en het behaviorisme
Wetenschap van het gedrag en van de meetbare omstandigheden in de omgeving die dit
gedrag beïnvloeden
Focus op het waarneembare: stimuli van de omgeving en de reactie daarop
Psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen zoekt in stimuli vanuit de
omgeving, in plaats van innerlijke mentale processen
Bij de geboorte: tabula rasa → gedrag gevormd wordt door de consequenties
, 4. De perspectieven vanuit de gehele persoon: psychodynamisch, humanistisch en karaktertrekken
en temperament
4.1. Psychodynamische psychologie
Legt de nadruk op het begrijpen van het menselijke functioneren in termen van onbewuste
behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten
Persoonlijkheid en psychische stoornissen ontstaan voornamelijk uit processen in de
onbewuste geest en niet in het bewustzijn
Verklaring voor de gehele persoon, niet enkel bepaalde delen
Grondlegger: Sigmund Freud
Ontwikkelt psychoanalyse: eerste methode voor psychotherapie
Kritiek: niet falsifieerbaar
4.2. Kernbegrippen binnen de psychoanalyse
Overdracht: het verschijnsel dat mensen gevoelens, wensen en ervaringen (uit het verleden)
projecteren op een andere persoon, vaak de therapeut
Tegenoverdracht: overdracht van de therapeut op de patiënt, door de eigen associaties die
de patiënt oproept = Onbewuste overdrachtsreactie van de therapeut op de overdracht van
de patiënt
4.3. Humanistische psychologie
Legt de nadruk op de mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens
Grondleggers: Rogers en Maslow
Kernbegrip is de vrije wil: mensen maken keuzes en beïnvloeden zo het leven
Grote invloed op de psychotherapie: empathie, onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid
4.4. Psychologie van karaktertrekken en temperament
Een psychologisch perspectief dat gedrag en persoonlijkheid ziet als de producten van
fundamentele psychologische kenmerken
Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in stabiele kenmerken en neigingen, die
karaktertrekken en temperament worden genoemd
Consistent
Deels biologisch bepaald
5. Het ontwikkelingsperspectief: veranderingen die ontstaan door nature en nurture Het
ontwikkelingsperspectief
Nadruk op erfelijkheid én omgeving, en op voorspelbare veranderingen die zich voordoen
tijdens de levensloop
Psychologische verandering is het gevolg van de interactie tussen nature en nurture
Mensen veranderen op voorspelbare wijze doorheen het leven
6. Het socioculturele perspectief: het individu in context
Legt de nadruk op het belang van sociale interacties, sociaal leren en een cultureel
perspectief
Kracht van de situatie
(zie handboek psychologie pagina 18, tabel 1.1 de zes perspectieven v/d psychologie)
(zie handboek psychologie pagina 21, figuur 1.4 samenvatting v/d zes belangrijkste perspectieven op de
moderne psychologie)
, (zie handboek psychologie pagina 38, figuur 1.9 de zes belangrijkste perspectieven in de psychologie
(samenvatting hoofdstuk) )
Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Net als onderzoekers in alle andere vakgebieden gebruiken psychologen de wetenschappelijke methode
om hun ideeën empirisch te toetsen
1. Empirisch onderzoek
Een onderzoeksbenadering waarbij gegevens worden verzameld door middel van objectieve
informatie uit de eerste hand, gebaseerd op sensorische ervaring en observatie
Helpt om theorieën of verklaringen te ontwikkelen voor gedrag en geestelijke processen te
ontwikkelen
Theorie: toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observaties
Vier stappen van de wetenschappelijke methode
1. Een hypothese ontwikkelen
Voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een bewering over de
relatie tussen variabelen in een onderzoek
Moet falsifieerbaar zijn
Variabelen definiëren: operationele definities
2. Het toetsen van de hypothese: objectieve data verzamelen
Gecontroleerd experiment
Experimentele groep
Controlegroep
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
Randomisering
3. De resultaten (data) analyseren en de hypothese accepteren of verwerpen
Bekijken of de resultaten significant zijn
Statistische term die aangeeft dat het waarschijnlijk is dat het waargenomen effect niet door
toeval is ontstaan, maar door de onafhankelijke variabele te veranderen
Significant effect: hypothese weerhouden
Geen significant effect: hypothese verwerpen
4. De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
Publicaties → kritiek → replicatie
(zie handboek psychologie pagina 23, figuur 1.5 de 4 stappen v/d wetenschappelijke methode)
Vijf soorten psychologisch onderzoek:
1. Experimenten
Type onderzoek waarbij de onderzoeker gebruik laakt van vergelijkbare groepen en alle
omstandigheden controleert en rechtsreeks manipuleert, inclusief de onafhankelijke
variabele
Om causaliteit vast te stellen
2. Correlatieonderzoek
Vorm van onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder een
onafhankelijke variabele te manipuleren