Sociologie
D1: De sociologie ontdekken
H1: De sociologische verzuchting
1.1 Wat is sociologie?
Een definitie schrijven van sociologie is niet zo makkelijk en iedereen heeft er een eigen kijk
op. Ze zijn vaak oppervlakkig en nietszeggend.
De grondleggers van de sociologie worstelden met dit probleem.
Max Weber: de wetenschappelijke poging om het sociaal handelen te begrijpen, met de
bedoeling op die manier tot een causale verklaring van het verloop& de effecten van dat
handelen te komen.
2 kanttekening:
o De opgelegde taak is ook te vinden in andere sociale wetenschappen.
In de praktijk groeien de verschillende sociale wetenschappen weer dichter naar
elkaar. Wat ze doen tonen grote gelijkenissen.
o De sociologische verklaring moet hier causaal of oorzakelijk zijn dus dit is een
oorzaak-gevolg verklaring.
Zeer algemene definitie die niet door iedereen wordt gehanteerd.
Definities kunnen we gebruiken om sociologische verschijnselen vast te leggen, niet om het
te begrijpen. Sociologie is al moeilijk vast te leggen want ze wordt regelmatig hernieuwd
door eigen bevindingen en inzichten.
1.2 Wat de sociologie ons leert.
1. De belangrijkste les
Sociologie kijkt naar da manier waarop mensen samenleven.
De les: Zo goed als alles wat in de maatschappij bestaat, had anders kunnen zijn. De dingen
we soms zelfs als vanzelfsprekend vinden, hadden zich tijdens de geschiedenis anders kunnen
ontwikkelen. Ze zijn contingent.
Contingent= het noodzakelijke is nog onmogelijk en had anders kunnen zijn.
Het contingente is niet arbitrair: in andere culturen kan iets een andere vorm hebben (vb
huwelijk) en er is geen goede redenen dat het bij ons op die bepaalde manier loopt.
= de dubbele les.
Sociologie leerde ons dat gewoontes, opvattingen& de instellingen die wij als
vanzelfsprekend zien, elders totaal verschillend zijn en bij ons had het ook anders kunnen
gaan.
,Vb: de murdock-files bevatten 565 verschillende culturen en hun eigenschappen. Het monogame
huwelijke komt in 20% van die culturen voor. In 80% koos men voor polygamie.
De sociologie& antropologie hebben dat bewustzijn van de diversiteit van culturen
verspreid. Vanaf 17e E dringt bewustzijn van het contingente door bij Europese intellectuele
elite.
2. Contingentie
Het besef van contingentie is belangrijk binnen de sociologie. H. Becker schrijft dan ook dat
afwijkend gedrag wordt geproduceerd door de samenleving. Dit adhv de normen, regels, …
die we gebruiken om afwijkend gedrag te definiëren. En dat is verschillend van de plaats en
de tijd.
Sociologie heeft een dubbele taak: verklaren waarom bepaalde individuen tot afwijkend
gedrag komen& verklaren waarom bepaalde gedragingen in bepaalde samenlevingen
afwijkend is.
1.3 Contingent, maar niet arbitrair
Zorgen over waarden& normen is iets van altijd.
Vb: J-J Rousseau vraagt zich af hoe we mensen de wet laten volgen, terwijl ze zicht ervan
bewust zijn dat ze die zelf hebben gemaakt. Respect kan verdwijnen als mensen beseffen dat
de gevolgde wetten, gewoontes conventies zijn en niet opgelegd worden van buitenaf.
Mensen respecteren en volgen de rechten& plichten als een religie hen ertoe aanzet.
Religies dragen doelbewust bij aan burgerdeugd: goede, degelijke burgers kweken. Religies
die dat centraal stelden= civiele religies.
Deze gedachten impliceert geen optimistisch geloof in de totale beheersbare/ maakbare
wereld.
Marx schrijft dan ook dat mensen hun eigen geschiedenis schrijven, maar niet onder eigen
voorwaarden.
Deze inzichten zijn geen comfortabel bewustzijn.
Belangrijkste les van sociologie: waarom is het contingente niet arbitrair of willekeurig?
Nog geen pasklaar antwoord op gevonden.
Die vraagstelling werd doorheen de geschiedenis op 3 brede verschillende manieren
aangepakt:
1. Verlichting& Tegen-verlichting
Na de Franse Revolutie stond die vraag centraal tussen Verlichters& Tegen-Verlichters.
De Verlichting leidde tot secularisering, individualisering& rationalisering en verwierpen de
religie als handhaver van orde. Het goede samenleven volgde eigen redeneervermogen. De
rede was de grondslag van maatschappelijke orde. Als. Mensen redelijk gaan handelen, gaat
de samenleving vooruit. Rede en wetenschappelijk denken brengt rust, geluk en
vooruitgang.
,De Tegen-Verlichting vreesde dat redelijk handelen tot egoïsme, vervreemding& sociale
ontreddering kon leiden. Als mensen beseften dat regels niet van goddelijke oorsprong
opgelegd werden, gingen mensen ze met de voeten lopen om eigen belang te redden. DUS:
godsdienst& gezag waren vereist om de regels te laten volgen.
De fundamenten van de sociologie werden hier gelegd.
Vroege 19e E sociologie= poging om these van Verlichting vs Tegen-Verlichting te verzoenen.
2. Grondlegger van de sociologie: Auguste Comte
Hij heeft de term ‘sociologie’ in de wereld gebracht in zijn intellectueel werk.
Hij pleitte voor een zakelijke, op strakke wetenschappelijke observatie en logica gebaseerde
sociologie= positieve/positivistische benadering van sociale werkelijkheid. Onze aandacht
moet gaan naar het ontdekken van regelmaten in gedrag en die regelmaten moeten de
onveranderlijkheid van wetmatigheden hebben. Kennis& theorie moesten waargenomen
feiten tot een groter geheel brengen.
Comte als radiaal en extreme erfgenaam van de Verlichting.
3 opeenvolgende stadia in het menselijke handelen:
o Het religieuze
o Het metafysische
o Het wetenschappelijk denken: het menselijk handelen en samenleven wordt door de
rede geleid.
Comte ook aandacht voor de Tegen-Verlichters: het volgen van de rede leidt niet
automatisch tot een geregelde, goede samenleving.
Maatschappelijk orde vloeit niet spontaan voort uit individueel redelijk gedrag, maar ook
niet enkel door dwang. Respect voor wetten heeft een irrationele grondslag. Het steunt op
(bij)geloof, onverklaard respect voor gezag, verleiding door& fascinatie voor rituelen. Religie
moest voor Comte praktische, maatschappelijke doelstellingen nastreven en aangepast zijn
aan nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Comte zocht naar een manier om mensen bewust te laten worden van de rol die ze zelf
hebben in het scheppen van sociale orde, zonder dat dit leidt tot sociale wanorde.
Antwoord van Comte: menselijk handelen wordt geleid door de rede, alsook door impulsen,
gevoelens& emoties. Dus je moet die emotionele elementen en de rede kanaliseren om
goede, voor de mens positieve doelen te zorgen. De rede moet via wetenschappelijk denken
aangesproken worden. Dit adhv een nieuwe religie: de religie van de Mensheid. Centraal: de
capaciteiten van de mens om hun energie op wenselijke doelen te richten.
3. Debat tussen Habermas& Luhmann
Vraag: hoe nemen mensen hun eigen leven in handen, gezamenlijk, zonder dat hun
samenhang steunt op macht?
Habermas juicht wetenschappelijk werk toe. De gedachte dat de geschiedenis door de mens
is gemaakt, is een overwinning van de rede. Die wetenschappelijke rede zegt niet wat we
moeten doen, wel hoe we iets doeltreffend/ efficiënt kunnen doen. De keuze hoe we iets
doen is subjectief en irrationeel. Het arbitraire hier is moeilijk, dus we moeten kennis- &
handelingswijzen ontwikkelen om onze doelen& dus de geschiedenis redelijk te kiezen&
beheersen. Wetenschap is een manier om open te communiceren. Ongedwongen
communicatie zorgt dat iedere redelijke mens in debat een compromis kan vinden
, verlangde van de verlichting, maar is een onvoldragen proces volgens Habermas. Door open
communicatie zijn de regels& instellingen die we maken niet meer willekeurig en arbitrair,
want alle eerlijke& redelijke mensen zijn ermee akkoord.
Luhmann gelooft dit niet. Welke doelen juist zijn, zijn zinloze vragen. We moeten met at
contingente leren leven door het arbitraire te aanvaarden. Het arbitraire verheffen tot
bepaalde instellingen want over sommige doelen wordt men het nooit eens.
Oplossing: meerderheidsregel= helft van de stemmen + 1 is een meerderheid& die hun
beslissingen volgen we, ook al is die fout. Een wet verdient respect, ongeacht de inhoud of
de doelen die zij dienen, zolang zij op correcte wijze& volgens juiste procedures tot stand is
gekomen. Over rechtvaardigheid geraakt men het nooit eens, dus eens de meerderheid
heeft beslist worden die regels gevolgd, ook al vind je dat zelf niet rechtvaardig.
Habermas stelt dat het recht toch rechtvaardig moet zijn& obv het rechtvaardigheidsgevoel
moet& kan het bekritiseerd worden, ook de meerderheid.
Luhmann is het verlengde van de Tegen-Verlichting. Chaos kan enkel vermeden worden door
de keuzemogelijkheden te beperken. Religie, respect voor traditie, … zijn middelen om het
contingente te aanvaarden& respecteren, alsof het niet arbitrair is.
Sociologie is een manier tegenwoordig om te zoeken naar wat orde mogelijk maakt&
verklaringen geeft in een maatschappij die beeft dat ze haar eigen regels maakt.
Beide willen via een denkoefening tot een uitspraak komen over de wijze waarop met dat
beseft van het contingente moeten omgaan.
Meeste sociologen doen dit op een zakelijke manier.
1.4 Waarom die zorgen om orde?
Het is hoopgevend want de mens lijkt over zijn samenleving te beslissen en als dit fout was,
kunnen we dat aanpassen& beter maken.
Met sociale orde, bedoelt men niet de bestaande orde& het ongewijzigde ervan, maar wel
het behoud van de mogelijkheid om tot nageleefde regels te komen. Hoe we tot een
compromiskomen maakt niet uit, wel dat we er uiteindelijk 1 vinden. De antwoorden zijn
uiteenlopend.
Sociale orde= datgene wat he leven een mate van voorspelbaarheid en berekenbaarheid
geeft, en het leefbaar maakt, tot is situaties van extreem conflict.
Om sociale orde te zien, moeten we afstand nemen van ons eigen handelen, het
vanzelfsprekende in vraag stellen.
Sociologie wou de tegenstellingen tussen Verlichting en Tegen-Verlichting overstijgen in haar
oorsprong, maar is toch vooral een kind van de Verlichting en deel van een
emancipatieproces. Door bewustwording van het contingente, kan de mens de orde waarin
die leeft in eigen handen nemen. Zonder bepaalde regels en verplichtingen is het leven zo
onvoorspelbaar en dus onleefbaar oorlog van allen tegen allen.
2 fundamentele sociologische vragen:
o Hoe worden voorspelbaarheid& mate van rode gerealiseerd?
= probleem van de orde.
o Welke regels zijn absoluut nodig en niet-arbitrair? Blijft grotendeels onbeantwoord.
= probleem van de niet-arbitraire contingentie