Kindertekeningen in ontwikkelingspsychologisch en diagnostisch perspectief
Alle documenten voor dit vak (1)
5
beoordelingen
Door: lucyvanwijk • 2 jaar geleden
Door: baberette • 5 jaar geleden
Door: DavidGerritsen91 • 5 jaar geleden
Door: DavidGerritsen91 • 5 jaar geleden
Vertaald door Google
Thank you!
Door: charlottekerstens • 6 jaar geleden
Door: DavidGerritsen91 • 5 jaar geleden
Thank you!
Door: nathalie_hoogstraten • 6 jaar geleden
Door: DavidGerritsen91 • 6 jaar geleden
4 sterren?! Matig..
Door: hildutziej • 7 jaar geleden
Door: DavidGerritsen91 • 6 jaar geleden
Merci, prachtige samenvatting toch?
Verkoper
Volgen
DavidGerritsen91
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Kindertekeningen in ontwikkelingspsychologisch en diagnostisch perspectief
Deel 1: de ontwikkeling van het tekenen als referentiebasis voor diagnostiek
H1 - de ontwikkeling van tekenstrategieën
Specifieke kenmerken bij tekeningen van kinderen < 7 jaar
- Opgebouwd door een samenvoeging van verschillende meetkundige figureren en dus niet schetsmatig
gemaakt.
- De structuur van voorwerpen krijgt voorrang op het gezichtspunt van waaruit getekend wordt. Kinderen
zijn geneigd te tekenen wat ze weten en niet zozeer wat ze zien (canonieke representatie).
- Er wordt niet getekend met overlapping.
- Er is een voorkeur voor symmetrie en voor lijnen die loodrecht staan. De verticale dimensie wordt eerder
beheerst dan de horizontale (verankeringseffect volgens freeman: verticale uiteinden en vooral de
bovenste pool krijgen voorrang. De schuine richting is het moeilijkst).
- Jonge kinderen tekenen vanuit een egocentrisch referentiepunt.
- De grootte van tekeningen wordt o.a. bepaald door de hoeveelheid details die ze gaan tekenen.
Canonieke representatie; het tekenen/presenteren van een voorwerp vanuit het gezichtspunt waaruit je de
meeste relevante informatie verkrijgt. Bv. een mens en huis wordt bijna altijd van de voorkant getekend en
een auto en een paard meestal van de zijkant.
Canonical bias; als een kenmerk ook getekend wordt als het niet zichtbaar is vanuit de gekozen invalshoek.
Egocentrisch referentiepunt; het eigen lichaam is het centrale referentiepunt. Een cirkel wordt bv. van onder
naar boven getekend, vertrekkend vanuit het eigen lichaam.
H2 - algemeen overzicht van de ontwikkeling van het tekenen
Fase van het beginnend tekenen / prefiguratieve tekenen / kribbelstadium
Tussen 6- - Eerste tekenen ontstaat door exploratie (ontdekken) met de vinger in contact met
18 verschillende materialen, bv gemorste dingen uitsmeren. Volgens Tisseron komen deze
maanden eerste sporen van tekenen toevallig tot stand en is dit niet vanuit interesses.
- Kind begint verband te ontdekken tussen beweging met een potlood en een spoor dat op
jet blad verschijnt. Kind is nog niet in staat visuele controle uit te oefenen. De grafische
activiteit bestaat uit 2 opeenvolgende fasen: kind voert eerst beweging uit (motorische
beweging) en ziet daarna pas dat het een spoor heeft achtergelaten (visuele opname van
beweging).
Tussen 18- - De echte evolutie van het tekenen komt op gang, volgens Tisseron.
24 - Het eerste experimenteren met lijnen is nog vormloos en weinig georganiseerd. Het is
maanden
vooral het oefenen van oog-handcoördinatie.
- De mogelijkheid tot visuele controle over gebaren ontstaat. De lijnvorming zelf wordt nog
niet visueel gecontroleerd. Wel volgen de ogen de hand, maar nog zonder de leiding te
nemen.
- Belangrijkste kenmerk van elke grafische activiteit in deze fase: een motorische activiteit
krijgt neerslag op een blad papier en pas achteraf wordt het onderworpen aan de blik van
het kind.
- Lijnpatronen die in deze fase worden ontwikkeld: vegende lijnen, stippelen, gebogen lijnen
en spiralen.
Vanaf 3 - Losse kribbelpatronen worden nu meer verspreid over het blad.
jaar - Gesloten vormen ontwikkelen zich in een spel van assemblages, met insluiten van andere
vormen en in composities die steeds beter geordend worden.
- De stap naar figuratie komt vanaf nu steeds dichterbi, dat merk je o.a. aan de verbale en
communicatieve signalen die het kind afgeeft. Ze benoemen naderhand namelijk wat ze
hebben getekend, van te voren weten ze dat vaak nog niet.
- Lijnpatronen die in deze fase worden ontwikkeld: gesloten cirkel, cirkels met stralen,
kruisen van de assen, ontdubbeling van horizontale lijn.
Contactsporen; sporen die met vieze vinger worden aangebracht of indrukken die in zachte oppervlakken
worden achtergelaten (vinger in boter gedrukt bv).
, 'Echte' lijnen; weggaande lijnen als resultaat van de beweging van één of andere hand die zich verwijdert
van de centrale as van het lichaam > rechterhand trekt lijnen naar rechts! linkerhand naar links.
Symbolische evocatie; inscripties in het verlengde van motorische impulsen die nog geen symbolen zijn,
maar toch de basis ervoor vormen.
Paradoxale spiraal; spiralen die zich ontrollen in wijzerzin, vertrekkend van het middelpunt.
Tisseron benadrukt dat tekenen een dubbele functie heeft: elke tekening is via haar figuratieve dimensie
steeds drager van betekenis. Anderzijds is elke tekening ook een schakel in de voortschrijdende
symbolisatiemogelijkheden. Zo is is een tekening volgens Tisseron en Barbey een bouwsteen voor de
verdere structurele opbouw van de persoon. Het kind moet dus niet alleen de basispatronen voor het
tekenen verwerven, maar ook de basisprocessen die het verder verfijnen van de vormgeving en het verlenen
van betekenis aan deze vormen mogelijk maakt. Beide functies zijn complementair (aanvullend, tot geheel
makend), maar aanvankelijk (eerst, in het begin) staat de opbouwfunctie op die voorgrond omdat de
basiscapaciteit tot symbolische zelfexpressie nog vorm moet krijgen.
Verschillende lijnpatronen tussen 18-24 maanden
Vegende lijnen Heen en weergaande lijnen / zigzaglijnen. Haag onderscheidt 2 vormen van deze
vegende lijnen: lijnen die dicht opeen gedrongen getekend worden als bij het opvullen
van een grondlaag of een vorm & lijnen volgens zaagtandpatroon (lijnen worden hier
meer uit elkaar getekend).
Vergeleken met: moment van ontmoeting of basale uitwisseling tussen moeder en kind
in de ervaring van een gemeenschappelijke huid.
Stippelen Ontstaat vlak na of zelfs tegelijkertijd met de vegende lijnen. Het is vooral een
motorische vorm van gedoseerd contact nemen en weer loslaten van het blad.
Vergeleken met: ervaringen van binnendringen, die teruggaan op belevingen tijdens
momenten van oogcontact.
Gebogen lijnen Vanaf 18 maanden ontstaan ook afgeronde vormen.
en spiralen Vergeleken met: de voorkeur voor ronde vormen met het orale moederbord dat het
kind zich tijdens de voedingsindustrie eigen maakt vanuit de ervaring van het 'ronde'
aangezicht van de moeder. De ononderbroken cirkelende bewegingen worden
begrepen als de weerspiegeling van een 'ik' dat nog niet is afgegrensd van zijn
omgeving.
Verschillende lijnpatronen vanaf 3 jaar
Gesloten cirkel Vanaf dit moment kan de cirkel verwijzen naar een persoon die is losgekomen van zijn
omgeving en die beschikt over voldoende tekens die verwijzen naar zijn
basiservaringen. De evolutie naar een menstekening en naar andere herkenbare
voorstellingen kan nu snel ontstaan.
De cirkelvormen zijn nu een resultaat van psychische processen, nml het in beeld
brengen van de eerste structurele voorstellingen. De gesloten ronde vormen
symboliseren het onderscheid dat het kind begint te maken tussen zichzelf en de
buitenwereld.
Cirkels met Fleck-Bangert noemt het tastorganen of tastlichamen en associeert deze cirkels met
stralen het beginnend verkennen van de omgeving, dankzij een zintuiglijkheid die meer naar
buiten en op de ruimere omgeving gericht wordt.
Deze tussenvorm wordt als belangrijk gezien, omdat het elementen aanreikt voor het
tekenen van een zon, ledematen, handen, haren, etc.
Er ontstaat een echt trotseren van de ruimte (tussen lichamen, huiden en psyches) in
een oefenen van interne samenhang (gesloten cirkel) en het tegelijkertijd op zoek
gaan van de landing, waarna de processen van ontstaan en individuatie kunnen
hernemen.
Kruisen van Tekenen van kruisen wordt mogelijk tussen de 3 en 4 jaar. De kruisen worden vaak
assen ingesloten in cirkels en in de eerste vierkanten. Volgens Haag is het een teken van
vroege integratie en de verwijzing naar het ondersteunen van een soort innerlijk
skelet, dat nog niet echt geordend is.
Ontdubbeling Dit is een stap in de ontwikkeling van de capaciteit om perspectief weer te geven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DavidGerritsen91. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.