Fysiologie 1
1. Inleiding
Fysiologie = studie van de werking en functie van levende materie. We bestuderen de
biologische functies. Het gaat ook samen met andere wetenschappen:
Anatomie = opbouw van het lichaam
Biochemie = processen die gebeuren in het lichaam
Chemie = bv. prikkelgeleiding
Fysica = bv. bij de bloeddruk en de zwaartekracht
Leven = bevat stofwisseling/metabolisme (biomedische reacties in het lichaam), kan zichzelf
handhaven (+/- afhankelijk van milieu) en heeft het vermogen zich te vermenigvuldigen
Pathofysiologie = studie van het lichaam bij ziekte
2. Fysiologie van de cel en van een organisme
2.1. Opbouw van een organisme
Elke baksteen zorgt mee voor het ondersteunen van
het huis
Celfysiologie = hoeksteen van de menselijke
fysiologie
2.2. Organisatie-niveau’s
Chemische of moleculaire niveau
o Atoom = kleinste stabiele bouwsteen van materie (bv. koolstof)
o Molecule = atomen die verbindingen aangaan met elkaar (bv. glucose)
Celniveau
o Cel = kleinste levende eenheid van het lichaam (bv. hartspiercel)
Weefselniveau
o Weefsel = groepering van gelijkaardige cellen die samenwerken om specifieke
functies uit te voeren (bv. hartspierweefsel, hartspiercellen)
Orgaanniveau
o Orgaan = 2 of meer verschillende weefsels die samenwerken om specifieke
functie uit te voeren (bv. hart = hartspierweefsel + zenuwweefsel + …)
Orgaanstelselniveau
o Orgaanstelsel = organen die samenwerken (bv. bloedvatenstelsel = hart +
bloed + bloedvaten)
Organisme-niveau
o Hoogste organisatie-niveau
o Alle orgaanstelsels in het lichaam werken samen om het leven en de
gezondheid in stand te houden (bv. de mens, het menselijk lichaam)
2.3. De cel als functionele eenheid
We moeten een cel bekijken onder een microscoop, want het is iets heel erg klein.
1
,2.4. Eencellig tegenover meercellig
Cel = functionele eenheid = kleinste leefeenheid
Eencellige organismen = 1 cel die op zichzelf kan leven en zich kan voortplanten (bv.
bacterie, pantoffeldiertje)
Meercellige organismen = “grote groepering/kolonie van eencellige organismen”
o Onderling afhankelijk
o Differentiatie = cellen krijgen eigen specialisatie verschillen qua
bouwfunctie
o MAAR toch heeft elke cel basisbehoeften
Menselijk lichaam = 1 000 000 000 000 000 cellen
Hoge “turn-over” = rode bloedcellen 2 500 000 cellen/seconde
2.5. Bouw van de cel
Cel = kan vergelijken met een fabriek
o Transport stoffen, stofwisseling, excretie/secretie, groei en
vermenigvuldiging
Cel = plasmamembraan + kern + cytoplasma
o Cytoplasma = celorganellen + cytosol
o Cytosol = vloeistof tussen organellen
2.6. De celmembraan: structuur
Celmembraan = scheiding MAAR ook selectief doorlatend
Microscopisch onderzoek
o 5-10 nm dik
o Lichtmicroscopie = niet te zien
o Elektronenmicroscoop = 3 lagen
Scheikundig onderzoek
o Lipidedubbellaag
o Membraan bevat …
Vetten (fosfolipiden + cholesterol)
Eiwitten
Koolhydraten
2.7. Transport doorheen membraan
Barrière <-> uitwisseling nodig
Specifieke transportmechanismen aanwezig
Transport verloopt passief of actief
2.8. Passief transport
= bewegen van deeltjes doorheen membraan door de aanwezigheid van een
chemische en/of elektrische gradiënt
Passief = cel moet zelf geen energie leveren
Chemische gradiënt = elektrische potentiaalverschil
Elektromechanische gradiënt = concentratie- en elektrisch potentiaalverschil
2
, 2.8.1. Chemische gradiënt
2.8.1.1. Diffusie
= proces waarbij opgeloste deeltjes zich door heel de vloeistof verplaatsen van
gebied met hoge concentratie aan opgeloste deeltjes naar gebied met lagere
concentratie
Bv. gassen
Diffusie veronderstelt
o Concentratie-verschil
o Permeabel membraan
2.8.1.2. Geleide diffusie
= opnamen van grotere deeltjes door transporteiwitten (carriers)
Selectief
Passief transport = van hoge naar lage concentratie (geen energie nodig)
Bv. glucose
2.8.1.3. Osmose
“Diffusie van het oplosmiddel”
Oplosmiddel verplaatst zich van HOGE naar LAGE concentratie
Treedt op bij halfdoorlatend of semi-permeabel membraan
Systeem streeft naar evenwicht
2.8.2. Elektrische gradiënt
Geladen deeltjes:
Ondervinden chemische gradiënt en elektrische gradiënt
Ion verplaatst zich
Evenwichtssituatie:
Concentratie- en elektrisch potentiaalverschil heffen elkaar op
Inwendige van de cel is negatief geladen t.o.v. extracellulaire ruimte
Ontstaan van (trans)membraanpotentiaal(verschil)
2.8.3. Verschillende soorten gradiënten
Chemische gradiënt = diffusie concentratieverschil
Elektrische gradiënt
o Elektrodiffusie
Elektrisch potentiaalverschil
Diffusie van geladen deeltjes (ionen)
Via ionenkanalen
o Elektrochemische gradiënt = concentratieverschil + elektrisch
potentiaalverschil
Geladen deeltjes = ondervinden chemische gradiënt + elektrische
gradiënt ion verplaatst zich
Evenwichtssituatie = conc.- en elektrisch potentiaalverschil heffen
elkaar op + inwendige v/d cel is negatief geladen tov extracellulaire
ruimte ontstaan van (trans)membraanpotentiaal(verschil)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julievancalster. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.