Hoofdstuk 1: gedrags- en emotionele problemen
Doelstellingen!
- Omschrijven wat wordt bedoeld met een ‘ecologische visie’ op
probleemgedrag/probleemsituaties
- Aangeven wat de consequentie is van een ecologische visie voor de orthopedagogische praktijk
- Het balansmodel hanteren als een instrument om situaties te analyseren
- Een aantal voorbeelden geven van hoe je als opvoeder preventief te werk kan gaan
- Verduidelijken wat men bedoelt met ‘gedragsproblemen’, ‘opvoedingsproblemen’,
‘probleemgedrag’, ‘gedragsstoornissen’
- Verduidelijken waarom gedragsproblemen normatief en subjectief van aard zijn
- De definities van gedragsproblemen weergeven volgens Hellinckx en Van der Ploeg
1) Wat is probleemgedrag? Wat zijn gedragsproblemen?
® Storend gedrag, impulsief gedrag, agressief gedrag, regel overtredend gedrag, uitdagend
gedrag, eisend gedrag, dominant gedrag, druk gedrag,…
® Teruggetrokken gedrag, angst, faalangstig gedrag, depressief gedrag, psychosomatische
klachten,…
® Leeftijd ongepast gedrag, bizar gedrag, stereotiep gedrag, dwangmatig gedrag,...
Wat zijn gedragsproblemen: terminologie
® Een algemene definitie van probleemgedrag
“... kinderen die zich zichtbaar ongewoon of ‘abnormaal’ gedragen en dit afgezien van de
ernst, de oorzaak of de context van het gestelde ongewone gedrag”
® Dit is een zeer brede definitie
- ook emotionele en psychosomatische klachten
- geen rekening houdend met duur, frequentie, intensiteit, context,…
® Deze kinderen gedragen zich ‘anders’
® Lichte, tijdelijke problemen als reactie op een nieuwe situatie
® Slechts moeilijkheden in bepaalde situaties of bij bepaalde personen
® Moeilijkheden verbonden met een bepaalde leeftijd of ontwikkelingsfase
® Ernstige problemen die in vele verschillende contexten voorkomen
® ‘GES-kinderen’ -> GES = ‘gedrags-en emotionele stoornissen’ -> het gaat over kinderen
met dit probleemgedrag
,Aandachtspunten bij het definiëren van gedrags- en emotionele problemen (Hellinckx)
® Gedrags- en emotionele problemen zijn geen eenduidig waarneembare en objectief te
identificeren entiteiten
® Wanneer is het gedrag te beschouwen als een probleem?
- Waar ligt de grens? Wanneer wordt het problematisch?
- Wanneer kinderen niet tegemoet komen aan de gestelde verwachtingen en zich niet
houden aan de geldende regels?
à Zo éénvoudig is het niet!
à Probleemgedrag is een subjectief en normatief begrip
- Subjectief = wat ik lastig en moeilijk vind is niet voor iedereen hetzelfde
- Normatief = wat niet aan een bepaalde norm voldoet wordt als problematisch
gedrag gezien
® Men moet rekening houden met:
1. het ontwikkelingsperspectief
2. de continuümgedachte: is het gedrag kwantitatief of kwalitatief van aard?
3. de context => de pedagogische aanpak
4. de informant: wie beoordeeld het gedrag?
1. Het ontwikkelingsperspectief
® Hoe oud is het kind?
® Wat is nog gepast voor zijn/haar leeftijd?
® Voorbeelden van gepast gedrag voor de leeftijd:
- nachtelijk huilgedrag bij baby van 6 maand
- koppig gedrag bij 2-jarige
- woedebuien bij kleuter van 5 jaar
- protestgedrag bij puber van 13 jaar
® Voorbeelden van ongepast gedrag voor de leeftijd:
- 9-jarige die nog elke nacht in bed plast
- 5-jarige die altijd hevig tegenstribbelt als hij naar school moet
- baby die blijft doorhuilen ’s nachts
® Kennis van ontwikkeling van kinderen is belangrijk om gedrag in te schatten
2. Continuümgedachte: is het gedrag kwantitatief of kwalitatief van aard?
® Alle kinderen stellen wel eens gedragsproblemen, hoeft niet problematisch te zijn
® Gedragsproblemen verschillen in ernst, duur en frequentie (= mate waarin ze
voorkomen)
o Bijvoorbeeld: lichte woedebuien versus zeer ernstige woedebuien
o Ernstige gedragsproblemen zijn niet te keren en verdwijnen niet van zelf, ze
escaleren en het kind verliest controle over zichzelf
o Is het gedrag kwantitatief of kwalitatief van aard?
- Kwantitatief = wat dat kind doet, doen alle kinderen van die leeftijd,
maar bij dat kind is het meer en uitgesprokener aanwezig
- Kwalitatief = gedragingen dat niet elk kind doet
bijvoorbeeld: niet elk kind sticht brand
® Grens tussen normale variatie en ernstig afwijkend gedrag is soms onduidelijk
, 3. Context!
® Gedragsproblemen doen zich altijd in een bepaalde situatie voor
® Soms is er enkel een probleem in één situatie, bijvoorbeeld:
- thuis, niet op school
- op school, niet thuis
- bij één ouder
- bij leeftijdgenoten
- …
à Pedagogische aanpak
® Grote impact op het gedrag van een kind
® Hoe gaat men om met het kind, wat zijn hangbare omgangsvormen, wat
wordt er van kinderen/jongeren verwacht,…
® Jonge/ervaren opvoeder
® Opvoedingsstijl
® Als opvoeder hebben we hier een belangrijke taak!
4. Informant: wie beoordeeld het gedrag?
® Wie meldt de gedragsproblemen?
® Soms hebben verschillende informanten een verschillende perceptie van het
gedrag van een kind, door:
o Persoonlijkheidsfactoren, bijvoorbeeld:
- overbezorgde ouder
- depressieve moeder
- ouder met verleden van mishandeling
- …
o Band met kind is verschillend
o Gedrag van het kind is verschillend
Klinische definitie van gedragsproblemen (Van der Ploeg)
“... een relatief concept dat aan de orde is als de op dat moment in een bepaalde omgeving
heersende normen en geldende regels worden overschreden.
De ernst van het probleemgedrag wordt verder bepaald aan de hand van de frequentie, de duur
en de omvang alsmede door de mate waarin de betrokkene zichzelf en/of zijn omgeving
psychische schade berokkent”
Conclusie
® Gedragsproblemen:
o Subjectief begrip = wat ik lastig en moeilijk vind is niet voor iedereen hetzelfde
o Normatief begrip = wat niet aan een bepaalde norm voldoet wordt als problematisch
gedrag gezien
o Aangepast versus onaangepast gedrag
o Normaal versus abnormaal gedrag
o Ziek versus gezond
o Opvoedingsproblemen zijn niet hetzelfde als gedragsproblemen