100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Linguïstiek €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Linguïstiek

 0 keer verkocht

Samenvatting van de cursustekst linguïstiek

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • 16 januari 2021
  • 42
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (24)
avatar-seller
kaatbakelants
LINGUÏSTIEK
1) Inleiding
Verschil: - Taal= code, symboolsysteem  alleen maar vertalen in spraak
- Spraak= product van taal
 Vereisen elk een andere behandeling bij een stoornis

Hiërarchische structuur van taal = universeel
+ voor elke taal een aantal taalspecifieke regels

VRAAG: Hoe is taal gestructureerd?
- Fonetiek= Het fysische proces van het spreken en spraakverstaan; de
klankvorming
- Fonologie= Klankleer; de studie van klanken binnen een bepaald
klanksysteem
- Morfologie= Woordvormingsleer: studie van vormveranderingen
binnen woorden
- Semantiek= Betekenisleer; taalinhoud
- Pragmatiek= Taal-in-gebruik; studie van taal en de effecten die je ermee
kan bereiken



2) Taal en taalvermogen
Linguïstiek= taalwetenschappen
Grammatica= onbewuste kennis die mensen hebben over taal
TAAL:
 Abstract denkproces
 Symboolsysteem
 Kan je niet zien, zit in denkvermogen
 Blijft constant evolueren (Er komen woorden bij, er verdwijnen woorden)

1. Soorten taal
a) Menselijke (natuurlijke) talen
- CREATIEF
Taal bestaat uit een aantal bouwstenen en regels waarmee er een
oneindig aantal mogelijkheden zijn voor het vormen van woorden en
zinnen (in theorie).
VB: Wetteksten (heel lange zinnen, maar veel moeilijker te begrijpen)

- INTERACTIEF
Taal is een communicatiemiddel; een wisselwerking tussen minstens 2
personen.
 Sociaal: cultuur vormgeven, maatschappij organiseren

,  Basis wordt gevormd in de eerste levensjaren, als je als kind dan
geen taal ontvangt zal dit sowieso sporen nalaten.

- SPONTAAN
Geen directe aanleiding of stimulus nodig
+
Taal is spontaan ontstaan en geëvolueerd in de menselijke soort: taal is
niet ‘gemaakt’
 Spreken komt vanzelf, schrijven niet!

- WILLEKEURIG
 Arbitraire relatie tussen vorm en betekenis: geen logisch verband
tussen vorm en betekenis van het woord
VB: vis: klankvorm lijkt in niets op het dier waarnaar het verwijst
 Conventionele relatie tussen vorm en betekenis: impliciete
afspraken tussen sprekers van eenzelfde taal  je kan niet zomaar
autonoom iets veranderen

UITZ. 1: onomatopeeën of klanknabootsingen
VB: vaak bij namen van vogels “koekoek”, “tjiftjaf”
VB: “kukeleku”, “niezen”
UITZ. 2: Gebarentaal: veel meer een relatie tussen vorm en
betekenis (= iets minder arbitrair)

 Deze 4 kenmerken zijn UNIVERSEEL. Ze maken deel uit van de
competence (=vermogen) van de gebruiker.

VERSCHIL:
- Competence= alles wat je kent van taal. Linguïsten proberen dit in kaart
te brengen
Universeel + taalspecifiek
Impliceert grammatica= set van regels over fonologie + morfosyntaxis +
semantiek
- Performance= alles wat je gebruikt: taalgebruik in een bepaalde situatie
Zichtbaar in: versprekingen, gekozen registers, ellipsen


Ellips: deel van de zin weglaten in de veronderstelling dat partner begrijpt
waarover het gaat. Veronderstelt veel cognitief vermogen.
VB: “Wanneer kan je het mij laten weten?”
“Morgen (laat ik het weten)”

GESPROKEN VS GESCHREVEN TAAL
 Geen enkele taal die alleen geschreven wordt!

,  Gesproken taal gaat altijd vooraf aan geschreven taal
 DOEL: uitwisselen van ideeën

Gesproken taal Geschreven taal
Doel Uitwisselen van ideeën
Vorm klanken Geen of letters of
vaak interactief tekens (≠systemen)
vaak individueel
Tijd(sduur) snel, vergankelijk traag, blijvend
Metalinguïstische Idee krijgt Idee vormgeven
processen impulsief vorm vraagt meer
planning en
organisatie
Leerproces Impliciet en Expliciet op school
spontaan
Ontstaan miljoenen jaren ‘vrij’ recent met
geleden met homo spijkerschrift bij
sapiens Egyptenaren

VERBALE VS NON-VERBALE COMMUNICATIE
 Non-verbale : vooral gebruikt om het verbale te ondersteunen,
beperkter dan verbale
Bevat GEEN grammatica, combi van gebaren leidt meestal niet tot
andere betekenis, betekenis van één gebaar kan wel wijzigen aan de
hand van context en gebruiker
= communicatie zonder woorden
Belangrijk in de pragmatiek  je moet het leren!
MAAR: ook universeel, maar: je kan niet elk handgebaar gebruiken in
om het even welke cultuur
VB: handgebaren, lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen…
Niet alleen mondeling ook schriftelijk  emoticons!


 Gebarentaal: = volwaardige taal

,  Verschillen met gesproken taal
 Modaliteit: visueel-manueel
 Iets minder arbitrair: meer gebaren waar er toch een
relatie is tussen vorm en betekenis (~ iconisch bij 1/3 van
de woorden)
 Gelijkenissen gesproken taal
 Bevat eigen grammaticale structuur
 Spontaan, creatief en interactief
 Universele kenmerken: gebruik gebarenruimte,
simultaneïteit (= bepaald concept met verschillende tekens
tegelijk uitleggen), gebruik non-manuele signalen
 Taalspecifieke kenmerken
 Gesproken taal= sequentieel (= woord na woord)
 Gebarentaal= sequentieel + simultaan

TAALVARIATIES & MEERTALIGHEID
VRAAG: Wanneer spreekt men van een dialect? Wanneer van een andere
taal?
 Niet te bepalen door puur linguïstische argumenten
 Op basis van maatschappelijk/ politieke argumenten
VB: Noors en Deens lijken op elkaar toch twee talen
Amsterdams en Limburgs lijken veel minder op elkaar, toch 1
taal
 Alle talen zijn gelijkwaardig MAAR wordt beïnvloedt door
maatschappelijke visie

Taalvariaties= geen homogene eenheid, maar veel variatie.
 Regionaal: Kempisch vs Limburgs, Vlaams vs Nederlands …
 Sociaal: Arbeider vs professor, jongeren vs ouderen …
 Historisch: Nederlands uit 1918 vs Nederlands uit 2018 …

 Van taalvariatie naar taalverandering: taalvormen verdwijnen en
ontstaan; OORZAAK: prestige, veroudering of vernieuwing …

Taalvariaties:
- Standaardtaal:
 Vastgelegd in woordenboeken
 Variatie door overheid, media en onderwijs gebruikt
 “Correcte” variatie onder vermelding van woordenschat,
zinsbouw, spelling en uitspraak


- Dialecten:
 Enkel een gesproken vorm

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kaatbakelants. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd