Hier vind je een samenvatting van het boek psychologie en sociologie. Dit boek is best een beetje zwaar om te lezen en daarom hier een samenvatting met alleen de belangrijkste dingen erin!!
Samenvatting Psychologie en Sociologie, opleiding Communicatie
Samenvatting Psychologie en sociologie, ISBN: 9789001875633 Humanities
Samenvatting Psychologie en sociologie, ISBN: 9789001875633 Psychologie en Sociologie (FMAPSS22)
Alles voor dit studieboek (35)
Geschreven voor
Hogeschool Rotterdam (HR)
Facility Management
Psychologie En Sociologie
Alle documenten voor dit vak (9)
3
beoordelingen
Door: rickderuijter • 1 jaar geleden
Door: lotteboers • 2 jaar geleden
Door: 0990608 • 3 jaar geleden
Verkoper
Volgen
SannevanBeek26
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Psychologie en sociologie
Inhoud
Hoofdstuk 1, gedrag en invloed op gedrag.............................................................................................2
Hoofdstuk 2, persoonlijkheid.................................................................................................................4
Hoofdstuk 4, Motivatie...........................................................................................................................9
Hoofdstuk 5, Attitude...........................................................................................................................12
Hoofdstuk 6, Perceptie.........................................................................................................................14
Hoofdstuk 9, Groepsprocessen............................................................................................................17
Hoofdstuk 10, Leiderschap en leidinggeven.........................................................................................20
Hoofdstuk 11, Sociale beïnvloeding.....................................................................................................23
Hoofdstuk 12, Sociologische visies op de maatschappij.......................................................................25
Hoofdstuk 13, Cultuur..........................................................................................................................27
Hoofdstuk 14, Sociale ongelijkheid......................................................................................................30
Hoofdstuk 15, Sociale verandering.......................................................................................................33
,Hoofdstuk 1, gedrag en invloed op gedrag
Paragraaf 1.1, Psychologische perspectief
Een psycholoog bestudeert het gedrag van mensen en probeert te verklaren waarom mensen doen
zoals ze doen. Voordat zij verklaringen zoeken doen zij eerst zorgvuldig observeren en neutraal het
gedrag omschrijven. Psychologische kennis stelt je in staat meer oorzaken te koppelen aan gedrag.
Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gedrag van mensen, van
de mentale processen die aan dat gedrag ten grondslag liggen en van de factoren die op gedrag van
invloed zijn. Sociale psychologie is de psychologie die de wisselwerking tussen het individu en zijn
sociale omgeving bestudeert. De sociologie bestudeert de manier waarop mensen samenleven.
Paragraaf 1.2, Gedrag
Gedrag staat voor waarneembare activiteiten, zoals koffiedrinken, met de ogen knipperen.
Psychologen onderzoeken ook de innerlijke processen die gedrag beïnvloeden. Veel gedrag is bewust
en opzettelijk van aard maar er zijn ook activiteiten die we onbewust uitvoeren. Reflexen zijn ook
onbewuste automatische activiteiten. Versprekingen en vergissingen zijn ook onbewuste
handelingen.
Paragraaf 1.3, Factoren die gedrag beïnvloeden
Gedrag wordt beïnvloed door erfelijke en
omgevingsfactoren. Factoren die gedrag beïnvloeden
worden hieronder genoemd:
Lichamelijke factoren
Genen bepalen sterk het uiterlijk en lichamelijke
functioneren zijn van invloed op persoonlijke
eigenschappen. Een andere belangrijke factor is het wel
of niet goed functioneren van de hersenen en het
zenuwstelsel. Ook andere lichamelijke toestanden
hebben effect op gedrag.
Psychische factoren
De volgende Psychische factoren kunnen het lichamelijk functioneren beïnvloeden:
o Vermogens en leerervaringen (intelligentie, ruimtelijk inzicht, muzikaal, technisch etc.)
o Persoonlijkheidseigenschappen (introvert en extravert)
o Drijfveren (honger, dorst, seks, sociaal contact, erkenning, geestelijke uitdaging)
o Attitudes (houding ten opzichte van jezelf, anderen en bepaalde onderwerpen)
o Zelfbeeld (gekoppeld aan uiterlijk, lichamelijk functioneren en sociale omgeving)
Sociale factoren
Ouders, partner en kinderen behoren tot de primaire groep, zij hebben de meest invloed op iemand
gedrag. Mensen stemmen hun gedrag af op de verwachtingen en het gedrag van andere mensen.
Sommige mensen fungeren als imitatiemodel. Er wordt dan bewust en onbewust gedrag van hen
overgenomen. De werksituatie is een bijzondere sociale situatie. Het contact is vaak formeler en je
ontmoet mensen in bepaalde rollen. Als werk wegvalt, kan dat leiden tot persoonlijke problemen.
Culturele en spirituele factoren
Vanaf de kindertijd krijgen mensen te maken met opvattingen, waarden en normen van de
samenleving. In een cultuur leven er subculturen die vaak andere gewoontes hebben. Mensen
kunnen in hun gedrag sterk beïnvloed worden door hun geloofsovertuiging. Spirituele factoren zijn
moeilijk te scheiden van sociale en culturele factoren. Ga je zondag niet sporten omdat het niet kan
volgens je geloof om omdat je sociale afkeuring vreest?
,Fysische en geografische factoren
Fysische factoren zijn jaargetijde en het klimaat. In de zomer is iedereen vaak veel vrolijker. Het
klimaat beïnvloed verschillende zaken, zoals woningbouw en kleding. Psychologische inzichten
kunnen het leven aangenamer maken. Mensen ergeren zich bijv. aan een lang blijvend rood stoplicht,
door een wachttijdvoorspeller te installeren hebben mensen meer het gevoel dat ze de control hebben
waardoor ze zich minder ergeren.
Gedrag wordt beïnvloed door mensen, groepen, geuren, geluiden, verkeersborden en heel veel
andere prikkels. Deze factoren kunnen gelijktijdig van invloed zijn op het gedrag van mensen.
Paragraaf 1.4, Psychologische visie
Als je het vergelijkt met een auto, dan richt Wundt zich op de samenhangende onderdelen onder de
motorkap en James richt zich op de vraag: hoe werkt de auto?
1.4.1 De eerste stroming: de psychoanalyse
Sigmund Freud is grondlegger van psychoanalyse en van psychologie. Freud gaat ervan uit dat
onbewuste krachten een sterke invloed hebben. De eerste zes jaar zijn bepalend voor de rest van je
leven. Om met andere te kunnen samenleven moeten mensen leren hun onbewuste lusten en
impulsen te sublimeren. Bij sublimeren worden lusten omgezet in sociaal geaccepteerd gedrag.
1.4.2 De tweede stroming: behaviorisme
John B. Watson is de grondlegger van behaviorisme. Watson vindt dat psycholoog waarneembaar
gedrag moet bestuderen omdat dat de enige objectieve manier is om kennis over mensen te krijgen.
Hij is van mening dat omgevingsfactoren veel meer bepalend zijn dan innerlijke processen. (Black
box). Hij beweert dat elk gedrag is aan te leren als de juiste omgevingsfactoren kunnen worden
ingezet. (Andere belangrijke mensen: Pavlov, Burrhus Skinner)
1.4.3 De derde stroming: de humanistische
Eerste grondlegger: Abraham Maslow. Carl Rogers neemt stelling in tegen de
natuurwetenschappelijke benadering die de mens als een soort object beschouwen die je kunt
ontleden en manipuleren. Psychologen van deze stroming zijn het niet eens met de psychoanalyse,
zij vinden dat verdere groei in volwassenheid mogelijk is. Zelfontplooiing komt hiervandaan.
1.4.4 De vierde stroming: de cognitieve psychologie
Cognitieve psychologen denken dat mensen niet uitsluitend worden bepaald door genen,
aangeboren behoeften of omgevingsinvloeden. Mensen kunnen nadenken, afwegen en eigen keuzes
maken. Mensen ontwikkelen persoonlijke constructies bij het omgaan met de wereld. Cognitie is
afgeleid van cognitio: leren kennen, kennis, inzicht. De psychologen gebruiken een ruimere definitie,
hierbij gaat het ook om verwachtingen, voorstellingen en overtuigingen. Deze theorie wordt veel
gebruikt bij psychische problemen. Grondlegger: Aaron Beck en Albert Ellis.
1.4.5 De vijfde stroming: de positieve psychologie
Wil bijdrage leveren aan het optimaal functioneren van mensen en groepen. Accent wordt gelegd op
alles wat goed gaat, sterke kanten en mogelijkheden voor ontwikkeling. Grondleggers: Seligman en
Csikszentmihalyi. Hij is ook bekend geworden vanwege onderzoek naar flow: volledig opgaan in een
activiteit. Positief psychologen doen meer wetenschappelijk onderzoek.
Andere stromingen: systeemtheorie, biologische psychologie en omgevingspsychologie.
, Hoofdstuk 2, persoonlijkheid
Paragraaf 2.1, persoonlijkheid en persoonlijkheidsrheorieën
Ieder mens heeft een eigen combinatie van persoonseigenschappen en gedraagt zich op een
kenmerkende manier die in verschillende situaties en in langere periode redelijk stabiel blijkt. Deze
kenmerkende manieren is iemands persoonlijkheid. Persoonlijkheid is de verzameling van duurzame
eigenschappen die iemand kenmerken. Die eigenschappen bepalen hoe iemand denkt, voelt en zich
gedraagt. Persoonlijkheid kan en zal in de loop van het leven veranderen door invloed van wat je
meemaakt. Gedrag en persoonlijkheid zijn nauw met elkaar verbonden: iemand persoonlijkheid komt
tot uiting in gedrag. Persoonlijkheid worden bepaald door erfelijke factoren en omgevingsfactoren. In
de twintigste eeuw dacht men dat er een verband was tussen persoonlijkheid en lichamelijke
kenmerken en waren toen drie typen mensen: lange dunne, breed gespierde en kleine dikke.
Paragraaf 2.2, Psychoanalyse
2.2.1 Freuds visie op de persoonlijkheid?
Volgens Freud bestaat uit drie delen; ID, ego en superego. ID driften of lusten, driften zijn van
seksuele of agressieve aard. Je leert hier controle over te krijgen ego. Het ego is een centrale,
besturende deel van de persoonlijkheid. Het superego is te beschouwen als een soort geweten, de
verinnerlijkte ouderlijke geboden en verboden en de idealen die je voor jezelf hebt. Het superego
staat het ego vaak bij in de strijd tegen ongewenste driftimpulsen. Deze theorie is samen te vatten in
drie stellingen: de mens is een conflictwezen, een driftwezen en is psychisch gedetermineerd.
2.2.2 Het Oedipuscomplex
Freud onderscheidt verschillende fasen in de kinderlijke ontwikkeling;
1. Orale fase: lust of onlust wordt beleefd via de mond. Leert verzorgende vertrouwen.
2. Anale fase: beleeft plezier aan poepen en plassen, tenzij daar angstige ervaringen zijn en
ontwikkelt daardoor eigen wil en enige zelfstandigheid.
3. Fallische fase: lust beleven aan eigen geslachtsorgaan. Oedipuscomplex speelt een rol.
4. Na de fallische fase gaat de seksuele lust een tijdje ondergronds, de latente fase.
5. Als het kind biologische rijpheid bereikt op twaalfjarige leeftijd is de adolescent in staat om
een betekenisvolle relatie aan te gaan met personen van andere geslacht. Genitale fase.
Oedipuscomplex: het kind ontwikkelt gevoelens van liefde voor de ouder van het andere geslacht en
reageert met vijandigheid en ambivalentie op de ouder van hetzelfde geslacht. Doordat het kind zich
identificeert met de ouder van het eigen geslacht kan het complex worden opgelost. Voor meisjes
wordt het, het elektracomplex genoemd. Het meisje kan haar moeder verantwoordelijk stellen voor
het gemis van een penis, er wordt penisnijd ervaren.
2.2.3 Het onbewuste
Het bewuste wordt gezien als het topje van de ijsberg, de grote ijsmassa onder water staat voor het
onbewuste. Fehlleistung is een ongewenste vergissing met een duidelijke bedoeling. Volgens Jung is
er een collectief onbewuste. Dit baseert hij op het terugkomen van dezelfde verhalen etc.
Paragraaf 2.3, Neofreudianen en andere psychologische visies
Neofreudianen benadrukken het belang van culturele factoren bij de ontwikkeling van de
persoonlijkheid. Zij zijn van mening dat de ontwikkeling het hele leven kan doorgaan en dat een
zeker herstel van negatieve invloeden mogelijk is. Karen Horney beschouwt basisangst als veel
belangrijker dan de seksuele drift. Ook denkt zij dat vrouwen penisnijd meer symbolisch ervaren en
dat mannen baarmoedernijd ervaren. Erik Erikson is sterk van mening dat de ontwikkeling van de
mens na de jeugdjaren doorgaat en dat herstel mogelijk is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SannevanBeek26. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.