100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Functionele Anatomie van alle spieren €3,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Functionele Anatomie van alle spieren

 87 keer bekeken  3 keer verkocht

samenvatting van alle spieren met hun zenuw en functie

Voorbeeld 10 van de 41  pagina's

  • 21 januari 2021
  • 41
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (33)
avatar-seller
wannesvanhoutte
Spier oorsprong insertie innervatie functie
m. gluteus maximus 1. smalle zone op de ala Evenwijdige bundels lopen N. gluteus inferior (L5, S1, ● Beweeglijke dij:
ossis illii lateraal en distaal naar de S2) onder m. piriformis 1. Extensie (antagonist
(dorsomediaal van achterzijde van het femur van M. iliopsoas)
onder de trochanter major
linea glutealis 2. Exorotatie
op de tuberositas glutealis
posterior) (onderste vezels) en op de
2. posterieure deel van tractus iliotibialis (samen ● Gefixeerde dij:
de crista iliaca met m. tensor fasciae latae) 1. Belet anteversie
3. spina iliaca posterior van het bekken
superior 2. Extensie: het
4. laterale boord os oprichten van de
sacrum romp uit een
5. lig. Sacrotuberale gebukte of zittende
6. onderste deel van het houding, bestijgen
oppervlakkige blad van een trap
van de fascia 3. Abductie (bovenste
thoracolumbalis vezels)
7. 7. fascia van de 4. Adductie (onderste
glueus medius vezels)
5. exorotatie
m. gluteus medius Facies glutealis ossis illi tussen Dorsale en middelste zijde N. glutealis superior (L4, L5, 1. abductie
de linea glutealis anterior en van de top van de S1) 2. anteflexie (ventrale
ventraal bedekt door tensor posterior trochanter major (dorsaal vezels)
fasciae latae, lateraal door van de insertiepees van de
3. retroflexie (dorsale
tractos iliotibialis, doorsaal m. gluteus minimus)
door gluteus maximus vezels)
4. exorotatie (dorsal
vezels)
m. gluteus minimus Facies glutealis ossis illi tussen Laterale zijde van de N. gluealis superior (L4, L5, 1. abductie

1

, de linea glutealis anterior en trochanter major (anterieur S1) boven m. piriformis 2. anteflexie
bedekt door gluteus medius, inferior van de insertiepees van m. 3. endorotatie
tensor fasciae latae, en gluteus medius)
grenst tegen piriformis
m. piriformis 1. fascies pelvica en Verlaat het kleine bekken S1, S2 (takken van de plexus 1. exorotatie
foramina sacralia lateraal doorheen het lumbosacralis) 2. zwakke abductie
oppervlakkig bedekt door pelvic 2-4 foramen ischiadicum majus N. ischiadicus
gluteus medius naar de regio glutealis →
2. art. sacro-iliaca
foramen suprapiriforme en
3. lig. sacrotuberale infrapiriforme en insereert
op de mediale zijde van de
trochanter major

Insertiepees kan versmolten
zijn met die van de gluteus
minimus of gemellus
superior
m. quadratus femoris Laterale zijde van tuber Vanaf crista Plexus sacralis: L5, S1 1. exorotatie
ischadicum intertrochanterica tot 2. adductie
ligt tussen gemellus inferior tuberositas glutealis 3. retroflexie
en adductor magnus
m. obturatorius internus Membrana obturatoria en Convergeren naar insicura Plexus sacralis: L5, S1 1. exorotatie
beenkader errond ischiadica minor en verlaat
het bekken door het Verlaat het kleine bekken
foramen ischiadicu minus langs het foramen
waarse van richting ischiadicum majus om terug
veranderen en van mediaal naar binnen te lopen via het
naar lateraal door de regio foramen ischiadicum minus
gluealis loopt in transversale om aldaar de spier te
richting naar fossa innerveren
trochanterica (samen met
de insertiepezen van de
mm. Gemelli)

2

,m. obturatorius externus Membrana obturatorius en Van medioventraal naar N. obturatorius: L3, L4 2. exorotatie
beenkader errond caudolateraal in de diepte
langs voor overdekt door m. van de regio glutealis,
iliopsoas en pectineus, langs dorsaal van het laagste deel
achter bevindt ze zich onder van het collum femoris naar
de m. quadratus femoris de fossa trochanterica
m. gemellus superior Spina ischiadica tot diep tov Fossa trochanterica Plexus sacralis: L5, S1 1. exorotatie
de craniale rand van de
obturatorius internus
m. gemellus inferior Tuber ischiadicum Fossa trochanterica Plexus sacralis: L5, S1 1. exorotatie
(proximaal)en volgt in de
diepte de caudale boord van
de m. obturatorius internus
m. iliopsoas Oppervlakkige delen: Ligt in twee lagen langs de Psoas major: ventrale 1. anteflexie
1. m. psoas major 1. wervellichamen van wervelkolom een langs de takken van L1,L2,L3,L4 2. exorotatie
T12-L4 linea terminalis, lateraal van
2. disci intervertebrales de ingang van het kleine
bekken, loopt naar
3. vezelige bogen die
laterocaudaal en ventraal,
gespannen zijn over tussen de SIAI en de
de concave zijden van eminentia iliopubica en
de wervellichamen voegt zich daar samen met
diepe delen: de m. iliacus en versmelt er
1. processus costalis L1- gedeeltelijk mee. Samen
L5 en processus lopen ze onder het
transversus van T12 ligamentum inguinale door
naar de dij en insereren op
de trochanter minor.
m. iliopsoas De hele fossa iliaca met Vanuit die brede oorsprong Ventrale takken van 1. anteflexie
2. m. iliacus uitzondering van het vertrekt een platte spier. De L1,L2,L3,L4 2. exorotatie
ventrocaudale gedeelte spierbundels convergeren
In de fossa iliaca is de spier waaiervormig naar de
oppervlakkig bedekt door de fascia bekkengordel, vanwaar ze
iliaca. De mediale boord is

3

,overdekt door de psoas. In de samen met de m.psoas door
sulcus, die door beide spieren de lacuna musculormu loopt
begrensd wordt, vindt men de N.
femoralis. De spier overdekt in onder het ligamentum
haar proximale deel het inguinale om te insereren
heupgewricht en het caput op de trochanter minor.
femoris.
m. psoas minor corpus van T12, L1 en Ligt tegen de voorzijde van Ventrale takken van L1,L2 1. anteflexie
tussenwervelschijf m. psoas major en insereert (onderstuent psoas
op het pecten ossis pubis en major)
de fascia van de m. psoas
major
m. sartorius SIAS Pes anserinus, mediaal van N. femoralis L2,L3,L4 Heup :
tuberositas tibiae 1. anteflexie
2. exortotatie
3. abductie
knie :
1. flexie
2. endorotatie
m. quadriceps SIAI Basis patellae en loopt N. femoralis L2,L3,L4 Heup:
1. rectus femoris verder in het ligamentum 1. flexie
patellae knie:
1. extnesie
m. quadriceps Linea intertrochanterica aan Laterale rand van de patella, N. femoralis L2,L3,L4 Knie:
2. vastus lateralis de basis van de trochanter de meest distale vezels 1. extensie
major en proximale 2/3 van lopen als retinaculum
het labium laterale van de patellae laterale tot op de
linea aspera condylus lateralis tibiae
(tuberculum van Gerdy)
m. quadriceps Linea intertrochanterica aan Mediale rand van de patella, N. femoralis L2,L3,L4 Knie:
1. vastus medialis de basis van de trochanter retinaculum patellae 1. extensie
minor en proximale ¾ van het mediale tot op de condylus
labium mediale van de linea medialis tibiae

4

, aspera
m. quadriceps Ventrale vlakte en laterale Bais patellae N. femoralis L2,L3,L4 Knie:
2. vastis intermedius zijde van het femur vanaf de 1. extensie
linea intertrochanterica tot
wordt bedekt door de vastus het onderste 1/3
medialis en lateralis die
ontstaan zijn op de mediale
en laterale lippen van de
linea aspera. De drie vastus
spieren vormen een goot
waarin de rectus femoris
ligt.
m. articularis genus Distale ¼ van de facies Het kapsel op het N. femoralis Spant het kapsel in het
anterior van de femur kniegewricht kniegewricht op
m. gracilis Ramus inferior ossis pubis Pes anserinus N. obturatorius L2,L3 Heup:
1. adductie
knie:
1. flexie
2. endorotatie
m. pectineus 1. ramus superior ossis Linea pectinea N. femoralis L2,L3,L4 Heup:
pubis N. obturatorius accessorius 1. anteflexie
ligt tussen m. iliopsoas en 2. pecten ossis pubis 2. adductie
adductor longus. Rust met
haar diepe zijde op de m.
obturatorius externus en
gedeeltelijk op de m.
adductor brevis. Langs
ventraal is ze distaal
gedeeltelijk overdekt door
de m. sartorius en bedekt
door een fascia pectinea thv
het pecten ossis pubis.


5

,m. adductor brevis Ramus inferior ossis pubis Proximale 1/3 van het N. obturatorius L2, L3, L4 Heup:
labium mediale van de linea 1. adductie
aspera, vanaf de trochanter 2. exorotatie
minor
m. adductor longus Facies symhysialis tot Middelste 1/3 van het N. obturatorius L2,L3,L4 1. adductie
tuberculum pubicum labium mediale van de linea 2. anteflexie
aspera 3. exorotatie
m. adductor magnus 1. caudale grens van het 1. linea aspera 1. N. obturatorius Linea aspera:
foramen 2. epicondylus 2. N. ischiadicus 1. Addcutie
obturatorium medialis (vezels van L2,L3,L4 2. Exorotatie
2. ramus inferior ossis tuber ischiadicum) Epicondylus medialis:
pubis 1. adductie
3. ramus ossis ischii tussen beide insertiepezen
4. tuber ischiadicum blijft een opening in de
spier, begrensd door
peesweefsel, nl. hiatus
adductorius
m. semitendinosus Tuber ischiadicum dicht bij Pes anserinus N. ischiadicus (N. tibialis) Heup:
het lig. sacrotuberale L5,S1,S2 1. retroflexie
het bovenste deel van Oppervlakkig van de 2. endorotatie
despier is bedekt door de semimembranosus en knie:
gluteus maximus, distaal posterieur van de pees van 1. flexie
ligt de spier oppervlakkig, de sartorius en cuadaal van
2. endorotatie
mediaal van de de gracilis. Deze drie pezen
bicepsfemoris, lateraal van stralen naar caudaal uit in
het doorsaal deel van de fascia cruris
adductor magnus
m. semitendinosus Tuber ischiadicum 1. Condylus medialis N. tibialis Heup:
tibiae 1. Retroflecie
2. Vezels lopen 2. Endorotatie
posterieur en Knie:
1. Flexie

6

, stralen uit in het lig.
Popliteum obliquum
van de capsula
articularis van het
kniegewricht
3. Fascia poplitea

m. biceps femoris 1. Caput longum: Caput fibulae 1. Caput longum: Heup:
dorsale zijde van tibiaal deel van de 1. Retroflexie
tuber ischiadicum N. ischiadicus Knie:
2. Caput breve: tussen S1,S2,S3 1. Flexie
beide lippen op het 2. Caput breve: 2. exorotatie
onderste derde van fibulair deel van de
de linea aspera N. ischiadicus
L5,S1,S2
m. tensor fasciae latae SIAS Loopt voorbij trochanter N. gluteus superior L4, L5, Heup:
Crista iliaca major in de tractus S1 1. abductie
iliotibialis 2. endorotatie
1. anteflexie
Knie stabilisatie

m. tibialis anterior 1. membrana interossea Onder retinaculum N. fibularis profundus L4, L5 Dorsiflexie met addutie en
2. facies lateralis tibiae musculorum extensorum supinatie
overdekt m. extensor 3. fascia cruris superius en inferius naar os
digitorum en hallucis longus cuneiforme mediale en
4. condylus lateralis
basis metatarsaal 1
tibiae
m. extensor hallucis longus 1. facies medialis fibulae Onder retinaculum N. fibularis profundu L5, S1 1. Dorsiflexie met
2. membrana interossea musculorum extensorum adductie en
3. tibia superius en inferius naar supinatie
basisphalanx en distale

7

, phalanx van de grote teen 2. Extensie van de
grote teen
m. extensor digitorum 1. condylus lateralis Onder retinaculum N. fibularis profundus L5, S1 1. Dorsiflexie van de
longus tibiae musculorum extensorum voet
2. proximale deel van superius en inferius naar 2. Extensie van de
lateraal van m. extensor middenste en distale
membrana interossea tenen
hallucis longus phalanx van de tenen 2-5
3. proximale ¾ van de 3. Eversie (dorsiflexie,
margo anterior van pronatie, abductie)
de fibula en caput
fibulae
4. fascia cruris
5. septum
intermusculare cruris
anterius
m. peroneus tertius Distale 1/3 van de margo Onder retinaculum N. fibularis profundus Eversie (dorsiflexie,
medialis van de fibula musculorum extensorum L4,L5,S1 pronatie, abductie)
splitst af van de m. extensor superius en inferius naar
digitorum longus basis metatarsaal 5
(dorsaal)
m. peroneus fibularis longus Boventse 2/3 van de laterale Onder retinaculum N. peroneus superficialis plantairflexie, pronatie,
loge (facies lateralis fibulae, musculorum peroneorum L5,S1,S2 abductie
fascia cruris, septum fibulorum superius en
intermusculare anterior en inferius, caudaal van de
posterior) trochlea peronealis, ronde
de laterale voetrand, kruist
de voetzool mediaal in de
sulcus op de onderzijde van
het os cuboideum naar
plantaire zijde van het os
cuneiforme mediale en
eerste metatarsaal

8

,m. peroneus fibularis brevis Onderste 2/3 van de laterale Onder retinaculum N. peroneus superficialis Plantairflexie, pronatie,
loge (facies lateralis fibulae, musculorum peroneorum L5,S1,S2 abductie
fascia cruris, septum fibulorum superius en
intermusculare anterior en inferius, boven de trochlea
posterior) peronealis naar basis
metatarsaal 5
Triceps surae ● Caput mediale: fossa Achillespees op het tuber N. tibialis S1,S2 Knie:
1. m. gastrocnemius poplitea, craniaal van calcaneum 1. Flexie
condylus medialis Enkel:
● Caput laterale: fossa 1. plantairflexie
poplitea, craniaal van
condylus lateralis
Triceps surae 1. caput fibulae Achillespees op het tuber N. tibialis S1,S2 plantairflexie
2. m. soleus 2. bovenste 1/3 van de calcaneum
facies posterior
fibulae
3. linea musculi solei
4. arcus tendineus
musculi solei
m. plantaris Fossa poplitea boven condylus Achillespees op het tuber N. tibialis S1,S2 Beschermt de bursa
lateralis calcaneum synovialis van de
achillespees en is een
Mediocraniaal van het caput kapselspanner
laterale van de m.
gastrocnemius
m. popliteus 1. sulcus popliteus Driehoekig veld boven de N. tibialis L4, L5, S1 Knieflexie
onder epicondylus linea musculi solei op de Exorotatie van de femur op
lateralis femoris dorsale zijde van de tibia de tibia (“slot”-endorotatie)
2. lig. Popliteum
obliquum


9

, 3. meniscus lateralis
4. gewrichtskapsel
m. flexor digitorum longus Mediaal deel van de facies De spier loopt uit op 4 N. tibialis S2, S3 Plantairflexie
posterior tibiae, distaal van de pezen die dicht bijeen liggen Flexie van de tenen
linea musculi solei en slechts in de voetzool
uiteen wijken. In het
onderste 1/3 van het
onderbeen overkruist haar
insertiepees deze van de m.
tibialis posterior in het
chiasma crurale. De pezen
lopen posterieur van de
malleolus medialis en loopt
verder naar de voetzool
waar ze de m. flexor hallucis
longus overkruist in het
chiasma plantare. Daarna
scheiden de vier pezen naar
de basis van de distale
phalanx 2-5
m. tibialis posterior Proximale deel van het Onder de m. flexor N. tibialis L4, L5 Inversie (plantairflexie,
membrana interossea, en digitorum longus in het adductie, supinatie)
aangrenzende delen van de chiasma crurale,
facies posterior van tibia en dorsocaudaal van malleolus
fibula medialis diep van het
retinaculum flexorum naar
turberositas ossis
navicularis, basis
metatarsaal 2-5 en os
cuneiforme mediale,
lateralis en intermedius
m. flexor hallucis longus 1. Distale 2/3 van de De pees loopt door de N. tibialis S2, S3 Plantairflexie
sulcus van de processus Flexie grote teen

10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wannesvanhoutte. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67866 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,39  3x  verkocht
  • (0)
  Kopen