KLINISCHE PSYCHIATRIE
2de master
,Inhoudstafel
1. Psychiatrische ziekteleer (p. 2)
2. Kinder- en jeugdpsychiatrie (p. 12)
3. Depressieve stemmingsstoornissen (p. 16)
4. Bipolaire stoornis (p. 21)
5. Angst- en dwangstoornissen (p. 25)
6. Slaapstoornissen (p. 30)
7. Ontwikkelingsstoornissen bij volwassenen (p. 33)
8. Symptomatisch symptoomstoornis (p. 35)
9. Nagebootste stoornissen (p. 38)
10. Ziekenhuispsychiatrie (p. 39)
11. Psychotherapie (p. 40)
12. Psychotrauma gerelateerde stoornissen (p. 42)
13. Ouderenpsychiatrie (p. 44)
14. Forensische psychiatrie (p. 48)
15. Organisatie gezondheidszorg (p. 52)
Niet opgenomen: eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen
16.
1
, 1. Psychiatrische ziekteleer
Psychiatrisch onderzoek
- Overzicht: structuur (zoals je het ook in Ψ verslag neerschrijft)
1. Reden van komst (hulpvraag)
2. Speciële anamnese
3. Antecedenten: Ψ VG, familiale VG, medicamenteuze VG
4. Sociale anamnese: 1ste, 2de en 3de milieu
5. Ψ onderzoek: status mentalis
6. Middelengebruik
7. Bijkomend onderzoek (bloedname, BV, elektrofysiologie)
8. Pyschologische tests
9. DD
- 2. Speciële anamnese: wie komt met wat, waarom net nù, naar hier?
o Open vragen -> gesloten vragen, geen kruisverhoor: heel neutrale en naïeve
houding, pt laten vertellen.
o Doorboor psychische huid waar dat noodzakelijk is.
o Klacht: wat? Wanneer? Setting? Chronologie? Invloed functioneren? of
factoren? Medicatie?
- 3. Antecedenten
o Cave: gebrek aan ziekte-inzicht (bv bij waanstoornis, een psychose ih verleden,
…) -> hetero-anamnese zeer belangrijk! Ook medicatie kan indicatie geven (‘ik
nam ooit haldol’).
- 4. Sociale anamnese
1ste Leefsituatie Alleen? Samen? Bij ouders? Kinderen? Huisvesting?
milieu Relatie met buren?
Partner, Problemen? Rol in het gezin?
kinderen
Sociale steun Heb je die? Verwacht je die?
Zelfzorg Hygiëne? Huishouden? Financiën?
2 de
Huidig werk Functie? Prestaties? Omstandigheden? Waardering?
milieu Contacten? Overeenkomstig met capaciteiten en
Huidige ambities?
opleiding
Geen werk Hoe komt dat? Toekomstverwachting?
3de Familierol Band met ouders? Broers? Zussen?
milieu
Burgerrol Deelname aan verenigingen? Organisaties?
Sociale rol Contact met vrienden? Kennissen? Justitie?
- 5. Status mentalis
o Eerste indruk: uiterlijk? Contact? Oogcontact? Houding? Presentatie van
klachten?
o Trias psychica = cognitieve + affectieve + conatieve functies.
Cognitief: oriëntatie (TRP), functie (geheugen en aandacht) en inhoud
(waarneming en denken).
Affectief: stemming, affect.
Conatief: gedrag, middelengebruik.
COGNITIEF
Bewustzijnsdaling Voelt u zich suf? Doezelig? Droomachtig? In een waas?
Bewustzijnsvernauwi Hebt u het gevoel dat u niet goed begrijpt wat er om u heen gebeurt?
ng
Concentratiestoornis Moeite om aandacht erbij te houden? Snel afgeleid?
Geheugenstoornis Moeite om dingen te onthouden? Lijstje bijhouden om te onthouden wat je
moet doen? Steeds meer dingen vergeten van vroeger?
Perceptueel- Lukt het niet meer om boodschappen te doen? Te eten en te koken? Hobby
motorische stoornis, uit te oefenen?
executieve
2
, functiestoornis
Hallucinaties Hoort u geluiden/stemmen zonder iemand in de buurt? Ziet u
onverklaarbare dingen?
Incoherentie Heeft u het idee dat u niet meer helder kan denken? Verwarde gedachten?
Mensen die je slecht begrijpen?
Wanen Het gevoel dat er iets vreemd aan de hand is dat u niet kan verklaren? Dat
mensen meer dan normaal in je geïnteresseerd zijn? Dat dingen zo in
elkaar gezet zijn dat ze een speciale betekenis krijgen? Dat u iets
vervelends zou kunnen overkomen? Dat een ander uw gedachten
controleert? Dat u speciale gaven heeft?
Obsessies Dringen zich, tegen uw zin, vervelende en ongewenste gedachten, beelden,
neigen aan u op? Moet u steeds aan bepaalde dingen denken (bv ernstig
trauma)?
AFFECTIEF
Euforie Voelt u zich (zonder duidelijke reden) erg gelukkig? Opgetogen? Vol
energie?
Depressief Voelt u zich somber? Teneergeslagen? Hopeloos? Zonder energie?
Interesseverlies, Heeft u minder belangstelling voor bijna alle activiteiten? Kunt u nog in
anhedonie dingen plezier hebben?
Suïcidaliteit Denkt u wel eens dat u beter af bent als u dood bent? Of dat u zichzelfs iets
zou willen aandoen?
Gespannen, Voelt u zich nerveus? Geladen? Gespannen? Ook zonder aanleiding?
prikkelbaar, Voelt u zich snel geprikkeld?
boos Bent u opvliegend, of echt agressief?
Angst, paniekaanval Voelt u zich bezorgd, angstig, paniekerig?
Hebt u aanvallen van heftige angst en allerlei lichamelijke klachten?
Fobieën, Treedt deze angst op in specifieke situaties?
vermijdingsgedrag Probeert u specifieke situaties uit de weg te gaan?
CONATIEF
Tics Plotse bewegingen, oncontroleerbaar? Aandrang tot maken van een geluid?
Hyperactiviteit Nauwelijks stilzitten? Continu bezig?
Compulsies Telkens dingen controleren? Telkens wassen of opruimen? Alles in
bepaalde volgorde, volgens regels? Telkens in stilte tellen?
Parafilie Ongewone seksuele verlangens?
Impulsbeheersingsst Neigig agressief te reageren? Te stelen? Brand te stichten? Haar uit te
oornis trekken? Geeft u toe?
Middelengebruik Gebruikt u volgens anderen veel alcohol? Gemiddeld >3 (man), >2 (vrouw)
glazen/dag? Gebruikt u drugs? Meer dan de voorgeschreven medicatie?
Beperkte repetitieve Sterke voorkeur voor bepaalde activiteiten, voeding, kleding? Moeilijk om
gedragspatronen, van activiteit te veranderen? Houdt u niet van onverwachte
interesses, gebeurtenissen? Erg gevoelig voor licht, geluid, geur, pijn?
activiteiten
- Vaststellen psychiatrische symptomen
COGNITIEF
Bewustzi Lichte BWZ Suf, afwezig
jn
Somnolent Wegdoezelen, wel antwoorden
Soporeus Niet antwoorden, wel opdrachtjes
Vernauwd BWZ Concentratie op bepaalde ervaring, afgesloten voor prikkels
Aandach Hypovigiliteit Niet/traag/kort reageren
t
Hypervigiliteit Overmatig oplettend, reageert snel
selectiviteit Aandacht kan niet worden gericht op de onderzoeker
verdeelbaarheid Aandacht kan niet worden gericht op >1 onderwerp tegelijk
afleidbaarheid Snel afgeleid
Hypotenaciteit Snel de draad kwijt bij lange antwoorden, cijferreeksen
mislukken
complexe aandacht Aandacht niet gericht volhouden en verdelen
3