Boekhouden voor het hbo deel 2. Theorie- en opgavenboek
Goede samenvatting met voorbeelden van het boek 'Boekhouden voor het HBO deel 2' waarmee je een hoog cijfer kunt behalen voor het vak 'Project Jaarrekening Fabrieksboekhouding'.
Boekhouden voor het hbo deel 2
H1 Inleiding
Administratie is het systematisch verzamelen: vastleggen, verwerken van
gegevens met als doel verstrekken van informatie.
Kenmerken voor de administratie (op volgorde):
Verzamelen van gegevens;
Vastleggen van gegevens;
Verwerken van gegevens, met als doel;
Verstrekken van informatie.
Boekhouding is een bijzondere vorm van een administratie. De boekhouding is die
vorm van administratie waarbij de financiële gegevens voor een persoon of instelling
worden vastgelegd.
Bij een industriële onderneming vindt een technisch omvormingsproces of
transformatieproces plaats waarbij grond- en hulpstoffen worden omgezet in
eindproducten:
Grond- en Transformatie-
Eindproducten
hulpstoffen proces
Grondstoffen gaan op in de eindproducten en hulpstoffen niet.
Het rekeningenstelsel voor de boekhouding van industriële ondernemingen
Bij de industriële onderneming heb je de volgende rubrieken nodig:
Rubriek 0: Rekeningen van vaste activa, eigen vermogen en vreemd vermogen op
lange termijn;
Rubriek 1: Financiële rekeningen;
Rubriek 2: Neutrale rekeningen;
Rubriek 3: Rekeningen voor voorraden grondstoffen en hulpstoffen;
Rubriek 4: Kostensoorten;
Rubriek 5: Rekeningen voor de verdeling van indirecte kosten;
Rubriek 6: Fabricagerekeningen;
Rubriek 7: Rekeningen voor voorraden gereed product en voorraden goederen in
bewerking;
Rubriek 8: Verkooprekeningen;
Rubriek 9: Rekeningen voor de opstelling van de winst-en-verliesrekening.
1
, Boekhouden voor het hbo deel 2
Balansrekeningen of winstverliesrekeningen:
De rubrieken 0, 1, 3 en 7 bevatten balansrekeningen.
De rubrieken 4, 5, 6, 8 en 9 bevatten winst-en-verliesrekeningen.
Rubriek 2 zijn tussenrekeningen. Als er een saldo op staat, gaat een rekening
uit deze rubriek naar de balans.
Kostenbegrippen
kosten van grond- en hulpstoffen;
kosten van arbeid;
kosten van duurzame productiemiddelen;
kosten van grond;
kosten van diensten en derden;
kosten van belastingen;
kosten van financiering.
Constante kosten zijn de kosten die niet mee variëren met de productie.
Bijvoorbeeld: afschrijvingskosten.
Variabele kosten zijn de kosten die mee variëren met de productie.
Bijvoorbeeld: kosten van grondstof, loonkosten per werknemer
Variabele kosten kan je verder onderverdelen in:
- Proportioneel variabele kosten
- Degressief variabele kosten
- Progressief variabele kosten
Proportioneel variabele kosten
Hierbij zijn de kosten recht evenredig gevarieerd met de omvang van de productie.
Verwachte productie Verpakkingskosten Verpakkingskosten per
product
10.000 € 50.000 € 50.000/10.000 = € 5,00
15.000 € 75.000 € 75.000/15.000 = € 5,00
20.000 € 100.000 € 100.000/20.000 = € 5,00
24.000 € 120.000 € 120.000/ 24.000 = € 5,00
2
, Boekhouden voor het hbo deel 2
Degressief variabele kosten
Hierbij nemen de variabele kosten verhoudingsgewijs minder sterk toe dan de
productie.
Verwachte productie Grondstofkosten Grondstofkosten per
product
10.000 € 50.000 € 50.000/ 10.000 = € 5,00
15.000 € 72.000 € 72.000/15.000 = € 4,80
20.000 € 92.000 € 92.000/ 20.000 = € 4,60
24.000 € 108.000 € 108.000/ 24.000 = € 4,50
Progressief variabele kosten
Hierbij stijgen de variabele kosten per product meer als de productie toeneemt.
Verwachte productie Arbeidskosten Arbeidskosten per product
10.000 € 50.000 € 50.000/10.000 = € 5
15.000 € 78.000 € 78.000/ 15.000 = € 5,20
20.000 € 108.000 € 108.000/ 20.000 = € 5,40
24.000 € 134.400 € 134.400/ 24.000 = € 5,60
Gedrag van vaste en variabele kosten bij een toename van de
productieomvang
Totale kosten Kosten per eenheid
Vaste kosten Blijven gelijk Dalen
Proportioneel variabele kosten Stijgen Blijven gelijk
Degressief variabele kosten Stijgen Dalen
Progressief variabele kosten Stijgen Stijgen
Directe kosten zijn de kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het product.
Voorbeeld: grondstofkosten
Indirecte kosten zijn de kosten die niet rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het
product.
Voorbeeld: afschrijvingskosten of salarissen van het leidinggevend personeel.
Productiestructuur
Massaproductie:
- Homogene massaproductie (massaproductie van één soort product);
- Heterogene massaproductie (massaproductie van verschillende soorten van
een product;
Stukproductie (productie waarbij er rekening wordt gehouden met de
specifieke wensen, eisen of aanwijzingen van de individuele afnemer).
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper henkkees. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.