Dit zijn de kennisclips uitgeschreven en samengevat. Hierbij gaat het om de twee kennisclips die behoren tot de werkcolleges - dataverzameling en data-analyse
WAT IS EEN CONCEPTUEEL KADER?
Integreert het theoretisch kader
Helpt bij de vertaling of koppeling aan concrete onderzoeksvragen, onderzoeksdesign,
Het komt ook steeds terug in de data-verzameling, data-analyse en de uiteindelijke bespreking van de resultaten
Rollen van het conceptueel kader
Verbindende rol
Het conceptueel kader zorgt dat de verschillende stappen in een kwalitatief onderzoeksproces, goed op elkaar
afgestemd zijn en verbonden zijn met theorie van de formulering van de onderzoeksinteresse en onderzoeksvragen
tot de keuze voor de benaderingsmethode en analyse.
Het ondersteund de congruentie van het onderzoek.
Omlijnende rol
Het conceptueel kader, ‘kadert’/omlijnt het onderzoek. Het weergeeft waar het onderzoek naar kijkt en waar het
niet naar kijkt.
Het helpt bij het expliciteren van de grenzen van het kwalitatief onderzoek. Zo blijft de onderzoeker bewust.
Het nodigt uit om hier kritisch mee aan het werk te gaan.
Het conceptueel functioneert als een kaart/plan van het onderzoeksterrein (door de 2 rollen)
Het helpt de onderzoeker verbindingen te leggen en te herkennen
Helpt bij het bewust domein voor het onderzoek te selecteren.
CK is geen vaststaand product, maar eerder een proces dat doorheen het onderzoek verfijning en aanpassing verdient
Bv. onderzoeksresultaten kunnen het belang tonen van concepten die niet vooraf in het opgestelde kader zijn
opgenomen.
EERDER PROCES DAN PRODUCT
Recursief karakter: nieuwe verbindingen, nieuwe routes op de ‘kaart’ aanbrengen door invloeden doorheen het
onderzoeksproces.
HOE STEL JE EEN CONCEPTUEEL KADER OP?
Conceptmaps en memos zijn twee praktijken binnen het CK dat elkaar aanvult ze staan dus niet los van elkaar.
CONCEPTMAPS
Kunnen helpen om een overzicht te krijgen van de concepten in je kwalitatief onderzoek en hun relaties.
Bij het opstellen van een ck wordt vertrokken vanuit het onderzoeksfenomeen (= het centrale fenomeen waar je meer over te
weten wilt komen). Vervolgens wordt het onderzoeksfenomeen gekoppeld aan andere concepten uit de literatuur (dit doe je op
basis van het theoretisch kader die hier wordt geïntegreerd) . je kan bij het maken van een conceptmap dus ook gebruik maken
van de memo’s die je hebt opgesteld voor je theoretisch kader. Door de concepten aan het onderzoeksfenomeen te koppelen,
maak je als onderzoeker jezelf bewust van waar je als onderzoeker precies naar gaat kijken. Zo komen de aannames ten aanzien
van de kenmerken en het aarzelend onderzoeksfenomeen naar voren. De concepten kunnen tevens aan elkaar gerelateerd zijn
als dit blijkt uit het theoretisch kader. Aangezien het CK breder is dan het TK, kunnen ook andere kenmerken van het fenomeen
naar voren komen. Bv. eigenschappen die specifiek zijn aan de manier waarop het fenomeen in jouw onderzoekscontext of in
een specifieke tijdsperiode zich gedraagt of zich manifesteert. Hoe meer concepten en kenmerken er worden toegevoegd hoe
meer gefocust het onderzoek wordt. Er zijn niet veel concepten nodig om een gerichte focus op het onderzoeksfenomeen te
brengen. Belangrijk is dat in Kwali Oz wordt gekeken naar relaties ipv oorzaken of richtingen. Verbindingen tussen de concepten
worden dan ook weergegeven in een dubbele pijl of lijn. Het is belangrijk om ruimte te houden voor een specifieke definiëring
van de concepten. Om zo zeker te zijn dat de betekenis van de concepten doorheen het onderzoek helder blijven. Op deze
manier wordt het heel herder gemaakt, hoe er naar het onderzoek gekeken wordt en daarmee wordt het onderzoeksterrein
afgebakend (omlijnende rol).
, MEMOS
Het ondersteund de verbindende rol van het conceptueel kader.
Memo’s (= zijn notities van het gedachtenproces van de onderzoeker.) ze helpen de onderzoeker overzicht te behouden van de
keuzes die doorheen het onderzoek zijn gemaakt en om op deze keuzes te reflecteren. Dit zodat men ook kan kijken of men
steeds aan het verder bouwen is op dezelfde concepten.
Koppeling maken tussen fenomeen, gerelateerde concepten en hoe deze terug te zien zijn in de onderzoeksinteresse. Een
memo waarin je als onderzoeker uiteenzet wat het doel is van het onderzoek, en hoe je dit relateert aan eerder onderzoek helpt
om deze koppeling te maken en de relevantie van het onderzoek duidelijk te maken. Begeleidende vragen voor een dergelijke
memo zijn: “welke verbanden tussen concepten zijn gekend en wat mist er nog in eerder onderzoek?”, “Welke nieuwe
verbanden zou mijn onderzoek adresseren en waarom moeten we daar juist meer over te weten komen?”.
Andere memo’s helpen om te overzien of de juiste concepten centraal blijven staan in de onderzoeksvraag. Deze memo
beantwoorden vragen zoals: ‘Naar welke concepten gaat het onderzoek precies kijken?”, “Welke mogelijke relaties zijn er tussen
concepten?’ en welke mogelijke relaties worden onderzocht?’
De concepten dienen gepositioneerd te worden vanuit een specifieke onderzoeksbenadering. De vraag die hier centraal staat
is: ‘worden concepten aan elkaar verbonden vanuit mijn onderzoeksbenadering en heb ik nog nieuwe of andere concepten
nodig om deze juist te positioneren?’
Vervolgens worden deze concepten meegenomen bij het selecteren van participanten, de setting, en bij het vorm geven aan
de dataverzamelingsmethoden. (dit word ook operationaliseren genoemd) Het omzetten van de concepten in een
onderzoekspraktijk. Dit zijn de concepten die eigenlijk vragen aan een bepaalde groep van participanten, bv. vanwege leeftijd, of
vanwege beroepskeuze vragen de concepten om een bepaalde onderzoekssetting zoals bv. een organisatie of een klaslokaal. En
zo zorgt het dataverzamelingsinstrument, bv. interviewleidraad, observatieprotocol,… ervoor dat er op de juiste concepten
wordt gefocust.
Ten slotte reflecteer je je op de concepten in de data-analyse. Waarbij het conceptueel kader helpt om bepaalde data uit te
lichten. Dit betekent dat je jezelf vragen stelt zoals welke datafragmenten verdienen meer aandacht? Waar dienen deze
fragmenten over te gaan?, op welke manieren zou ik de datafragmenten aan elkaar doen relateren?,…
Bij het opschrijven van de memo’s zorg je ervoor dat aan alle stappen dezelfde concepten tegen de grondslag liggen.
Het is nodig om doorheen het volledige onderzoeksproces hierop te reflecteren. En het CK aan te passen indien nodig, gegeven
het recursieve karakter van het onderzoeksproces. Bv. wanneer tijdens de dataverzameling naar voor komt dat het
onderzoeksetting vraagt om een specifieke specificering van de concepten, die je ook moet integreren in de onderzoeksvragen.
Uiteindelijk zorgen deze stappen voor een congruentie in de rapportage van het onderzoek. Aangezien alle stappen rond
dezelfde begrippen zijn opgebouwd. Dit zou helpen je onderzoek inzichtelijker en overzichtelijker te maken, en daarbij ook de
kwaliteit van de studie ondersteunen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DohaRamzi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.
