Dit is een samenvatting over het vak psychopedagogiek. Dit vak wordt gegeven in het tweede academiejaar van de opleiding. De cursus bestaat uit twee hoofdstukken: visie op onderwijs en visie op opvoeding.
Scholen die voor hun werking opgericht zijn door de Vlaamse overheid, provincies, steden en gemeenten
kunnen lessen aanbieden in zedenleer, katholieke, orthodoxe, protestantse, anglicaanse, joodse of islamitische
godsdienst. Scholen die niet door de overheid zijn opgericht (vrij onderwijs) en bestaan uit confessionele
scholen (één godsdienst) en niet-confessionele scholen (niet aan één godsdienst gebonden).
Er zijn ook scholen van het vrij onderwijs die niet bij een koepel zijn aangesloten.
Tot de niet-confessionele scholen uit het vrij onderwijs, behoren ook de methodescholen. ‘Methodescholen’ of
‘traditionele vernieuwingsscholen’ is een verzamelnaam, een koepelbegrip, dat we respectievelijk in België en
Nederland hanteren.
Waarin onderscheidt een methodeschool zich dan van een reguliere school?
De wijze waarop een school zij pedagogisch project en zijn uitgangspunten in praktijk brengt,
verschillen
Methodescholen accentueren hun schooleigen onderwijskundige en didactische principes en passen
dit toe tijdens hun lesverloop
1.2 ONTSTAAN EN EVOLUTIE VAN METHODESCHOLEN
In het 19e eeuwse schoolsysteem (eind 1800 – begin 1900) was het onderwijs heel leerkrachtgestuurd. Er werd
frontaal klassikaal lesgegeven. Van differentiatie was er dus absoluut geen sprake. Op Belgisch niveau ontstond
er 3 belangrijke kinderwetten die mee de komst van de methodescholen kaderen.
1889: de wet op de kinderarbeid
o Kinderen ouder dan 14 jaar zijn de enige die nog mogen werken in de fabriek. Kinderen
jonger dan 14 jaar kunnen vanaf nu naar school gaan
1912: de wet op de kinderbescherming
o De overheid kan ingrijpen wanneer kinderen verwaarloosd worden (ouders kunnen uit hun
ouderlijke macht ontzet worden)
1914: de wet op leerplicht
o Alle kinderen tussen 6-12 jaar leerplichtig zijn (niet verwarren met schoolplichtig)
Hoofdstuk 1: visies op onderwijs Pagina | 1
,Vanaf 1900 ontstonden er nieuwe scholen met eigen pedagogische ideeën. Het idee groeide dat niet de
leerstof, maar het kind centraal diende te staan in het onderwijs. Kinderen moeten naast hun hoofd, ook hun
hart en handen kunnen ontwikkelen.
1.3 DALTON – THE FEARLESS HUMAN BEING
1.3.1 GRONDLEGGER
In 1905 in Verenigde Staten: pasafgestudeerde onderwijzeres/pedagoge Helen Parhurst werd
aangesteld om aan 40 kinderen les te geven die een leeftijd hadden van 6 tot 12 jaae
Ze koos voor onderwijsvormen die afgestemd waren op het individu en ze diende kinderen
zelfgestuurd te laten leren
Tussen 1913 en 1915 werkte Helen samen met reformpedagoge Maria Montessori en ze werkten
nauw samen
In 1915: Montessori verspreid de ideeën die ze heeft opgedaan in Rome, in de VS
Er worden scholen opgericht en leerkrachten krijgen de nodige opleiding in de Montessori gedachten
In 1922 schreef Parkhurst haar visie op onderwijs neer in ‘Education on the Dalton plan’. De naam
Daltonsschool ontleent zijn naam aan de State High School in Dalton (Massachusetts) waar één van de eerste
Daltonscholen opgericht werden in 1920.
1.3.2 BASISPRINCIPES
Drie grote principes: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking
Twee basisprincipes: de school is een sociale gemeenschap waarin kinderen leren samenwerken,
elkaar helpen en verantwoordelijkheid leren dragen alsook in vrijheid kunnen werken aan taken
o In Daltonschool: sociaal-constructivistische visie op leren
o Lesopdrachten en projecten worden zo opgebouwd dat leerlingen er kunne groeien, over hun
taak feedback krijgen van de leerkracht en van een ‘leermaatje’ en zichzelf hierin laten
bijsturen
o Na deze feedbackronde stellen leerlingen zelf nieuwe leerdoelen voorop die op hun beurt
geëvalueerd zullen worden.
Hoe beter de kinderen erin slagen om deze competenties te ontwikkelen, hoe meer
vrijheid en zelfregulatie ze hierin krijgen
Leerlingen worden dus niet meer extrinsiek gemotiveerd maar intrinsiek
Er zijn labo’s (werkruimtes) waar de leerlingen kunnen leren. Parkhurst werkt met themahoeken waarbij
kinderen de hulp kunnen inroepen van klasgenootjes. Ze werkt met jaarcontracten en maandtaken. De
vorderingen van de leerling worden in grafieken gegoten.
Hoofdstuk 1: visies op onderwijs Pagina | 2
, 1.4 DÉCROLY – L’ECOLE POUR LA VIE, PAR LA VIE
1.4.1 GRONDLEGGER
De Belgische Ovide Decroly studeerde aan de UGent en groeide op in een ‘typisch Belgisch gezin’
In 1901 in Ukkel: stichtte hij een school op voor geestelijk en/of fysiek gehandicapte kinderen
In 1907: verfijning en er kwamen ook ‘normale’ kinderen naar deze scholen en toen ontstond ‘l’école
pour la vie, par la vie
In 1936: Decroly overlijdt en in Ronse krijgt hij zijn eigen Decrolyschool
In het toenmalig uitsluitend Franstalig onderwijs probeerde hij een intellectuele stoornis (of mentale
retardatie) objectief vast te stellen via observaties en via testen. Volgens Decroly kan de capaciteit van een kind
afgeleid worden uit hoe het kind werkt (via observatie) en welke scores hij/zij behaalt (cijfers).
Hij testte dit via de doos van Decroly, een houten doos die via hendels, assen en sloten te openen valt. Hierbij
onderzoekt Decroly het mechanisch-technisch inzicht.
1.4.2 BASISPRINCIPES
Het Decroly onderwijs streeft naar een nauwe verwevenheid tussen theorie en praktijk. Observatie, het
plaatsen van de interesses van het kind als leidraad tot (bij)scholing zijn hierbij cruciaal.
Enerzijds gaat de leerkracht het kind in zijn totaliteit observeren
Anderzijds gaat het kind leren door (eerst) te observeren
Observaties worden ook genoteerd op rapport/evaluatie.
Het Décroly onderwijs steunt op vier pijlers:
Concretiseren van de leerstof
Actieve deelname
Globalisatie
Belangstellingscentra.
1.4.2.1 Concretiseren van de leerstof
Alles in team, via werk- en leerateliers, ontwikkelen
Er kunnen fouten gemaakt en geremedieerd worden
‘outdoor experimenteren’ staat centraal
Kinderen leren initiatief nemen, verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en de groep, alsook solidair
en tolerant te zijn naar anderen
1.4.2.2 Belangstellingscentra, globalisatie en actieve deelname
Taak van de leerkracht: alle activiteiten aanmoedigen om zo te leren
o Ieder ontwikkelingsritme van ieder kind wordt hierbij gerespecteerd
o Geen traditionele leerboeken, maar informatieve fiches die per kind doorheen zijn
schoolloopbaan aangevuld worden
Volgens Décroly situeren de belangstellingscentra van een lagereschoolkind zich binnen vier domeinen
o Je me nourris
o Je me protège (contre les intempéries)
o Je travaille
o Je me défends
Hoofdstuk 1: visies op onderwijs Pagina | 3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Gloria20. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.