INTERNATIONAAL RECHT
ssmis@vub.ac.be of Stefaan.smis@vub.ac.be
Materiaal
- nota’s
- “Kern van het internationaal publiekrecht”
H1 Begrip en aard van het internationaal publiekrecht - lezen o
H2 actoren – belangrijk
o H3 Staten - belangrijk
o H4 Internationale organisaties – 1e bachelor –
lezen o H5 Rechtsbronnen – kennen
o H6 Verdragenrecht – in detail kennen
o H7 Aansprakelijkheid - belangrijk
o H8 Afbakening staatsgezag – in detail (samen met Staten gezien), Antartica niet
o H9 Bescherming van individuen - beperkt
o H10 Vrede & veiligheid - kennen (t.e.m. 10.6.5) o
H11 Regulering duurzame ontwikkeling - valt weg o
H12 Geschillenbeslechting - kennen
o H13 Doorwerking: niet te kennen – in de extra syllabus leren
Er komen regelmatig teksten op PC, deze zijn ter voorbereiding van het examen
Op Pointcarré komen lijsten van rechtspraak, alsook bepaalde teksten die niet in de reader en niet in
de codex te vinden zijn + stukken rechtsleer als achtergrondinformatie bij een bepaald onderwerp
Examen
Schriftelijk
5-tal multiple choice vragen (zonder giscorrectie), wel moeilijk genoeg
aantal open vragen
Er zal ook gepolst worden naar je persoonlijke mening als hij een kritische reflectie vraagt
Enkele casussen
Bij het examen zullen er een aantal casussen zijn waarbij je niet alleen theorie moet
produceren.
Bij het examen krijg je steeds een aantal bladzijden (11tal in totaal) om te antwoorden, als er een halve
bladzijde is dan mag het antwoord maximum een halve bladzijde zijn. Antwoord steeds op de vraag!
Zie dat je steeds in een volzinnen antwoordt en dat je een verhaal schrijft. Het examen duurt 3u.
Je mag een codex gebruiken op het examen, je zal hem ook nodig hebben. Je mag er niks in schrijven,
wel onderlijnen en kleuren. Geen kruisverwijzingen. Post-its als ze niet beschreven zijn
Intersentia: bronnen van het internationaal recht (wel vrij oud maar in het Nederlands)
Larcier; Code de droit international publique (veel vollediger)
Je mag kopijen nodig maar moet je hem het mailen en enkel verdragen
Hij houdt rekening met foute antwoorden!! Toon ook aan dat er verschillende meningen zijn in het
internationaal recht.
, INLEIDING
Bombardementen boven Irak en Syrië door Amerika. Is dat met toestemming van beide staten en de
internationale gemeenschap? Is dat in strijd met het internationaal recht? Is die vraag ooit gesteld
geweest? Toen Amerika besloot een aantal stellingen van IS te bombarderen, is de vraag dan ooit
gesteld geweest of dit in strijd is/was met het internationaal recht? Mag de VS zomaar beslissen om
bepaalde stellingen ergens anders te bombarderen?
Dat zijn vragen die men stelt met de bedoeling om daaruit af te leiden dat internationaal recht eigenlijk
geen recht is. Dat het allemaal een kwestie van politiek is. Dat internationaal recht eigenlijk het recht
van de sterkste is. Maar is dat wel zo?
De VN Veiligheidsraad heeft voor de bombardementen geen toestemming gegeven omdat er een
aantal grootmachten in de Veiligheidsraad zetelen die andere belangen hebben dan de belangen van
de Verenigde Staten. Zij dreigden hun vetorecht te gebruiken. De Veiligheidsraad is hier onmachtig
omdat Rusland en China duidelijk gemaakt hebben dat zij hun vetorecht zouden gebruiken indien de
vraag zou gesteld worden. Wat Syrië betreft is aangetoond dat de VN Veiligheidsraad hier in een
impasse zit. De Verenigde Staten zochten en vonden de mogelijkheid om toch tussenbeide te komen.
Ze zien dit als een grote internationale bedreiging en gebruiken dit als een politiek argument om
tussenbeide te komen. Toen wij Belgen beslist hebben om onze F16’s te sturen, hebben we beslist het
niet te doen boven Syrië maar enkel boven Irak, omdat we van Irak de toestemming gekregen hebben.
We moeten kritisch zijn, recht wordt niet altijd toegepast in de internationale betrekkingen. We
moeten een onderscheid maken tussen wat recht is en wat internationale politiek (internationale
betrekkingen) is. Wij houden ons hier bezig met recht.
Wat is internationaal recht?
Internationaal recht is het recht dat de betrekkingen tussen staten en andere subjecten van het
internationaal recht regelt. Er is een overkoepelende rechtsorde die deze bevoegdheden toekent aan
bepaalde actoren in het internationaal rechtsgebeuren en bepaalt ook het kader waarbinnen deze
bevoegdheden moeten worden uitgeoefend. Vroeger gebruikte men de term ‘Volkenrecht’. → het
behandelt een groot domein en heeft betrekking over de ganse wereld. Dit vak heeft dus universele
ambities in tegenstelling tot andere vakken
Het internationaal is een breed rechtsdomein waarin verschillende actoren betrokken zijn:
- Internationaal milieurecht
Vb. Bedreigde diersoorten
- Internationale bescherming van de rechten van de mens
- Internationaal economisch recht
Vb. trump boycot het systeem (handelsovereenkomst tussen VS/China, kan leiden tot
recessie van België
- Consulatenrecht (of gezantschapsrecht)
Vb. Rechten van gezanten en consulaten
- Internationaal lucht en ruimterecht
Vb. vraag of bepaalde grondstoffen in de maan zouden kunnen worden ontgonnen
- Internationaal strafrecht
Vb. Misdaden tegen de mensheid
Vb. oorlogsmisdaden
,Internationaal privaatrecht internationaal publiekrecht.
Internationaal privaatrecht is gewoon privaatrecht met een aantal vreemde elementen. Bv:
huwelijkstelsel van twee personen met verschillende nationaliteit.
Internationaal publiekrecht: we hebben te maken met andere soorten actoren, andere soorten
bronnen. En de kenmerken van dat internationaal recht zijn verschillend van het nationaal recht. (een
publiek element). Het kent bevoegdheden aan subjecten en bepaalt het kader waarbinnen deze
bevoegdheden moeten worden uitgeoefend. Het is niet omdat er een vreemd element is dat het over
internationaal recht gaat.
Bv: de afspraken tussen staten
Er is een horizontaal rechtssysteem want de staat is slechts gebonden door de staat zelf.
ze leggen zichzelf het recht op
Het gaat hier over internationaal publiekrecht: het betreft niet de geschillen tussen individuen
onderling. Het gaat hier om de publieke entiteiten.
Oorspronkelijk waren er enkel staten subjecten van het internationaal recht. Het was pas veel later
dat er ook andere subjecten van het internationaal recht ontstonden, maar deze blijven ondergeschikt
aan de staat. Er is een zekere hiërarchie tussen de subjecten van het internationaal recht.
Vb. Internationale organisaties, steden, Rode kruis, de Rooms-katholieke kerk, …
Staten zijn de oorspronkelijke subjecten, zij hebben de volledige internationale rechtspersoonlijkheid.
Andere subjecten hebben afgeleide rechtspersoonlijkheid. Zij hebben maar rechtspersoonlijkheid in
de mate dat staten het gewild hebben. Als individuen rechtspersoonlijkheid hebben in het
internationaal recht, is het omdat staten het zo gewild hebben. Als internationale organisaties
rechtspersoonlijkheid hebben, is het omdat staten deze organisaties gecreëerd hebben met
rechtspersoonlijkheid. Alles hangt af van de staat: de staat heeft de volle rechtspersoonlijkheid en
beslist zelf om aan andere subjecten een stukje rechtspersoonlijkheid toe te kennen, maar die niet
volledig is omdat staten beschouwd worden als de enige, oorspronkelijke, traditionele subjecten van
het internationaal recht.
De subjecten van het internationaal recht zijn de staten. Het internationaal recht regelt de verhouding
tussen staten. Het domein wordt breder. (diplomatiek recht, milieu recht enz.) De wereldoorlog is een
belangrijk besefpunt gewest over de noodzakelijkheid van de samenwerking tussen staten.
Ontstaan en evolutie
, De voorwaarde om over internationaal recht te praten is dat er staten moeten zijn (een staat is een
territoriale eenheid, een georganiseerde maatschappij). Het verschil tussen vroegere staten en
moderne staten: toen ontbrak er een overkoepelende rechtsorde. Dit zal maar ontstaan als we
spreken over ontstaan van de nieuwe orde vanaf 1648 = Vrede van Westfalen/Verdrag van Münster.
Deze verdragen maakten een einde aan de godsdienst- en burgeroorlogen die toen in Europa heersten.
Voordien ontbrak een overkoepelende rechtsorde, er waren geen soevereine staten. De staten
hadden zelf niet het hoogste gezag, ze waren onderworpen aan de heerschappij van de Paus. Na de
verdragen van Westfalen ontstonden de eerste soevereine staten (pas met de Vrede van Westfalen
gaan die soevereine staten ontstaan. Hierbij onttrekken de staten zich van Rome (de Paus) en de Duitse
Keizer. Zo ontstonden geleidelijk aan onafhankelijke soevereine staten door trage consolidering). Dit
is het beginpunt van het internationaal recht
Tot de 19de eeuw bleef de gemeenschap van soevereine staten beperkt tot Europa. Het internationaal
recht was eurocentrisch. Al wat zich buiten Europa bevond was onbekend voor EU hoewel er al
geëvolueerde ‘staten’ bestonden zoals het Aztekenrijk, Mali, India,… Deze behoorden niet tot de
statengemeenschap, ze behoorden aan niemand toe (land van niemand). Hierin zagen de Europese
staten de mogelijkheid tot kolonisatie. Het recht in deze gekoloniseerde gebieden was dus
eurocentrisch: de kolonies werden onderworpen aan de Europese tradities.
Vanaf de 20ste eeuw kwam hierin verandering door het streven naar onafhankelijkheid van de
gekoloniseerde gebieden. Zij hebben dan ook getracht hun invloed uit te oefenen op het internationaal
recht, maar toch bleef het internationaal recht vrij eurocentrisch. Het aantal landen die deelnamen
aan het internationaal recht steeg van een 20/30-tal staten naar een 200-tal staten.
Pas na WO II is het internationaal recht echt uitgebroken; men zag dat veel conflicten enkel konden
opgelost worden door samenwerking (oplossen naoorlogse problemen). Ook gingen ze van statelijke
actoren naar niet-statelijke actoren. Er is een uitbreiding van het aantal landen die deelnemen aan het
IR. Maar IR ook veel diepte gecreëerd.IR treeft in op meerdere domeinen. Staten zien in dat ze moeten
samenwerken om bepaalde problemen te kunnen oplossen. Hierdoor is het internationaal recht van
aard veranderd → recht van coëxistentie naar recht van coöperatie
Tweede helft van de 20ste eeuw; Het internationaal recht is van aard gewijzigd: staten die naast elkaar
bestaan (co-existentie) zijn geëvolueerd tot staten die samenwerken en afspraken maken
(coöperatie). De aanleiding hiertoe was het ontstaan van nieuwe uitdagingen door de opkomst van de
industrie. (Industriële revolutie) Deze vernieuwing heeft niet geleid tot het afschaffen van co-
existentie. Dit wordt geïllustreerd in art 1 lid 2 en art 2 lid 7 van VN – Handvest.
Co-existentie (passief internationaal recht): staten komen in contact met elkaar, maar blijven
soeverein. Er zijn regels omtrent de afbakening van het grondgebied (bv. door
vredesverdragen en grensverdragen) en regels over de meesterloze gebieden (terra nullius).
Dit zijn regels met het oog om langs elkaar te kunnen bestaan. Staten zijn hier belangrijk.
Co-existentie is door de industriële revolutie geëvolueerd naar coöperatie. Ook een evolutie
van passief naar actief recht. Dit gebeurde omdat men nood had aan afspraken omtrent de
immigratie, gebruik en ontwikkeling van wapens enz.
Coöperatie (actief internationaal recht): men gaat samenwerken om diverse problemen op te
lossen die men niet alleen kan oplossen (bv. 1898 afspraken over het gebruik van wapens in
Den Haag uitgenodigd door de tsaar van Rusland. Er werd beslist dat bepaalde gassen niet
meer gebruikt mochten worden.) Individuen worden subjecten van IR zo ontstaat de
veroordeling van individuen omwille van oorlogsmisdaden of misdaden tegen de mensheid.