Hoofstuk 1: Psychologie als wetenschap
1. Inleiding
Psychologie is geen eenheidstheorie: er zijn verschillende stromingen over kijk op de mens
- Psycholoog Freud: grondlegger van de psychoanalyse (dia 5) -> 1900
- humanisme
- evolutiepsychologie
- cognitieve psychologie: denken
- behaviorisme = gedragspsychologie door observatie
Definitie, psychologen en tijdstip kennen per stroming
Psycholoog is voor cliënten een psychisch helderziende voor wie ze bang zijn
Psychologie is moeilijk uit te leggen:
-> elke mens is anders
-> veel stromingen met elk andere kijk & moeilijke onderlinge communicatie
1ste helft 20ste eeuw: psychodynamische vs gedragstherapie
= psychoanalyse vs behaviorisme
Later 20ste eeuw: stromingen die los staan van elkaar
-> humanistische psychologie = ‘de 3de weg’
-> systeemdenken = over communicatie en relaties
Eind 20ste eeuw: nieuwe stromingen die aan de slag gaan met bouwstenen uit de vorige
Eeuwenwissel:Evidence-based therapie
2. De 8 kenmerken van wetenschap
Psychologie is een wetenschap (ongeveer, er is twijfel hierover)
-> elk mens is het onderwerp van een onderzoek
2.1 Domein
= een onderwerp waarover ze kennis verwerven: de mens (innerlijk en uiterlijk + context)
-> elke stroming heeft een verschillend onderzoeksdomein (niet altijd wetenschappelijk!)
Behaviorisme = gedragspsychologie: observeren, er bestaat geen psyché
Psychoanalyse = onbewuste
Systeemdenken = communicatie
2.2 Hypothese & theorieën
Hypothese = een nog niet bewezen wetenschappelijke stelling
Theorie = een getoetste stelling (casuaal verband)
Behaviorisme= theorieën over conditionering
Systeemdenken = theorieën over de 5 axioma’s
Evolutietheorie = theorieën over Charles Darwin
,2.3 Reductie
Wetenschap = een vereenvoudiging van de werkelijkheid
-> kracht van wetenschap ligt in isoleren van deelfacetten/systemen
Edmund Husserl: water is zoveel meer als H2O (rivier, zee, druppels, zwemmen, wassen,..)
-> Je zwemt in water en drinkt water, geen H2O
‘What is it like to be a bat?’
-> We weten hoe het is om ons als mens een vleermuis te zijn maar niet als vleermuis
-> al is je inlevingsvermogen groot, je pogingen zijn gedoemd te mislukken want je blijft
uitgaan van je eigen ervaringen
->> Ervaringen zijn altijd verbonden met diegene die ze beleefd
(subjectief en nooit vatbaar voor een anderen)
! Iedere theorie faals als ze de mens willen beschrijven (moet veel complexer) !
-> vooral de psychoanalyse
2.4 Intersubjectieve overeenstemming
Inter = tussen een relatie <-> intra = binnen een persoon, over jezelf
-> wetenschap streeft naar overeenstemming tss diegene die zich aan de wetenschappelijke
spelregels houden: iedere stroming heeft eigen canon
-> Binnen elke groep is men er overeen dat iets waar is: God, ufo,.. -> intersubjectief geloof
->> daarom niet altijd juist of waar
2.5 Formulering
Kennis zo nauwkeurig en ondubbelzinnig noteren
-> elk een eigen jargon of vaktaal (bv neurose, psychose,...)
->> zorgt voor economische en efficiënte communicatie
Zie cursus p6-7: IQ verdeling
2.6 Voortgang
Thomas Kuhn: Evolutie van een wetenschap ¹ homogeen ->overgang tss paradigma = bruusk!
Wetenschap maakt een evolutie door
-> paradigma’s volgen elkaar op + tijdsgebonden
-> door cyclische voortgang
1; -> paradigma = stelsel van met elkaar samenhangende visies, theorieën, methoden.
= referentiekader dat belangrijke vragen en oplossingen bepaald
Vb mensen met beperking: vroeger verwijderen uit samenleving en nu inclusie of burgerschapsparadigma:
iedereen heeft een rol in de samenleving
2; -> wetenschap evolueert door cyclische voortgang
1) Feiten bekijken en 2) passende hypothese vormen, 3)je toets dit in een onderzoekopzet bv
experiment of observatie, 4)wanneer alles klopt maak je een theorie (en dan opnieuw)
,2.7 Kritisch kijken
Nakijken of materiaal niet gekleurd is door subjectieve verwachtingen
100% objectief = onmogelijk -> voorleggen aan wetenschappelijk forum -> intersubjectieve
overeenkomst -> conclusie geaccepteerd in wetenschap
Elke stroming = visie waarvan theorie en onderzoek door eigen forum wordt goedgekeurd
2.8 Mensbeeld & filosofisch gedachtengoed
Voor elke wetenschap individueel, hieruit maak je een paradigma
- Organisch mensbeeld
Mens en omgeving als een geheel, als iets organisch, in zijn totaliteit
Geen lineaire relatie tss oorzaak-gevolg. Organismes > dan de som van de delen
-> stroming: Gestaltpsychologie & systeemtheorie
- Mechanistisch zelfbeeld
Mens = een machine samengesteld uit afzonderlijke delen
Geheel = som van de delen
Lineair verklaringsmodel: gevolgen vloeien uit de oorzaken
Verwerven van kennis gebeurt objectief en controleerbaar
-> stroming: behaviorisme
- personalistisch mensbeeld
We kijken naar persoon in totaliteit, als een uniek iemand
Subjectief deel telt ook!
-> stroming: psychoanalytische, humanisme
3. Situering tussen de wetenschappen (volgens Dilthey)
Elke wetenschap valt te situeren tss andere wetenschappen
-> Tijdens eeuwwissel (19-20ste) volgende situering ontdekt in Duits taalgebied:
A) filosofie of wijsbegeerte, samen met formele wetenschappen zoals wiskunde en logica.
B) ervaringswetenschappen die kunnen worden ingedeeld in nomothetisch en ideografische
-> nomothetische wetenschap/ natuurwetenschappen
Verklaring vinden vb. wiskunde en fysica maar ook psychologie
- op basis van feiten, experimenten en deductie
- doel = erklären: verklaren van iets
- algemene regels of wetten formuleren ->>> Behaviorisme
-> ideografische wetenschap/ geesteswetenschap
- doel = verstehen: begrijpen, vatten
- aanvoel van context, bedoeling,..
Psychologie bevindt zich tussen beiden: soms ene kant, soms andere kant
-> behaviorisme= nomothetische kant ->> verklaren
-> humanistische psychologie= ideografische kant ->> begrijpen
Begrijpen en verklaren sluiten elkaar niet uit!
->> We moeten eerst de algemene principes begrijpen voor we de mens kunnen verklaren
, 4. Methoden
De methodologie = discipline die omschrijft aan welke regels moet voldaan worden om tot
betrouwbare wetenschappelijke kennis te komen
-> behaviorisme = strenge wetenschappelijke methodologie, objectief
4.1 Mensenkennis (= psychometrische methode)
Iedereen heeft mensenkennis: psycholoog heeft er niet meer
Wetenschappelijke kennis Mensenkennis
Beschrijvend, verklarend en feiten Waarde gebonden
Uitgaand van theorie Uitgaand van mythen, religie en ideologie
Objectief via onderzoeksmethoden Subjectief en emotioneel
Universeel Cultuurgebonden
Wetenschappelijke kennis komt dicht bij mensenkennis: sommigen denken dat ze goeie
psycholoog zijn
4.2 Niet-psychometrische methoden
= methoden zonder strikte statistische of cijfermatige onderbouw
4.2.1 Observatie
Systematisch waarnemen en registreren
-> participerende observatie: zelf deelnemen aan proces
- one-way mirror
4.2.2 Introspectie
= Letterlijk naar binnen kijken: persoon kijkt op afstand naar eigen gedachten & gevoelens
= Een vorm van innerlijke zelfwaarneming
4.2.3 Interview
Gestructureerd: bij vergelijking nadien
Niet gestructureerd: vrij interview waar persoon zelf verloop en inhoud bepaald
Bv-intakegesprek = verkennend gesprek bij 1ste ontmoeting
Bv enquête = vragenlijst bij meerdere personen
Valkuil: suggestieve vragen (antwoord in vraag) en projectie (eigen gedachten meegeven)
4.2.4 Anamnese
= ontstaansgeschiedenis van ontwikkeling van een problematiek, kenmerk,...
-> achterhalen welke gebeurtenissen in verleden een invloed speelden
-> door betrokkene zelf laten vertellen! = persoonlijke getuigenis
= geval – of ontstaansgeschiedenis zoals subjectief door de persoon is ervaren