H01: Geest, gedrag en psychologische wetenschappen
1. Wat is psychologie?
= humane wetenschap van gedrag en geestelijke processen
= humane wetenschap van denken, handelen en voelen
2. Zes belangrijke perspectieven die het snel veranderde veld van de moderne psychologie domineren
- Het biologisch perspectief
- Het cognitief perspectief
- Het behaviouristisch perspectief
- Het whole person perspectief
- Het ontwikkelingsperspectief
- Het sociocultureel perspectief
2.1. Scheiding van lichaam en geest/het moderne biologisch perspectief
2.1.1. Scheiding van lichaam en geest
R. Decartes heeft gezorgd voor de scheiding van lichaam en geest: biologische processen liggen aan de basis van
sensaties en reflexen. Behoorde tot het rationalisme.
Rationalisme = stroming die het denken als enige middel om wetenschap te verrichten ziet.
Emirisme = stroming die het denken bant uit de wetenschap want ‘alles wat met denken te maken heeft, heeft men
interpretatie te maken’. Het denken vertroebelt de waarneming en is dus niet interessant voor de wetenschap.
2.1.2. Moderne biologische perspectief
Onze persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen en vaardigheden vloeien uit onze lichamelijke eigenschappen. De
bio-psychologen zoeken daarom de oorzaak van ons functioneren in de genen, hormonen en het zenuwstelsel.
De geest is het product van de hersenen, er wordt gezocht naar de lichamelijke achtergrond van de psychologische
processen.
In het moderne biologische perspectief worden lichaam en geest dus niet gescheiden van elkaar.
2.1.3. 2 variaties op het biologisch thema
Neurowetenschappen: aandacht voor de manier waarop hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn,
herinneringen en andere mentale processen beïnvloeden, men werkt op celniveau.
Evolutionaire psychologie: houden zich bezig met hoe we ons aanpassen aan onze omgeving. Beschouwt gedrag en
mentale processen in termen van genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting.
,2.2. Het begin van wetenschappelijke psychologie en het moderne cognitieve perspectief
Introspectie = je gaat nadenken over wat in je lichaam gebeurt omtrent denken, voelen en doen (= beschrijving van
eigen innerlijke bewuste ervaringen)
Het is een subjectieve methode om bij jezelf te denken “Wat doe ik, denk ik en voel ik in situatie X?”
Sensorisch (lichamelijke gewaarwordingen) en emotionele reacties op verschillende prikkels onderzoeken
2.2.1. Het moderne cognitieve perspectief
De nadruk ligt bij mentale processen (taal, geheugen, leren, waarnemen, interpretatie). Bij deze activiteiten moeten
mensen denken (personen die zich met deze studie bezig houden focussen zich op de lijn van het denken in de cirkel
van denken, voelen en doen), het interpreteren van inkomende info.
Er is aandacht voor de verwerking va de hersenen (= link met bio-psychologie)
2.3. Het behaviouristisch perspectief: nadruk op waarneembaar gedrag (handelen en doen)
Behaviorisme = de wetenschap van het gedrag en de omstandigheden in de omgeving die dit gedrag beïnvloeden.
Waarneembare gebeurtenissen = een stimulus van de omgeving (binnenin of buitenaf) waarop een organisme reageert
(= reactie op stimulus)
De behavioristen:
- Verwerpen de subjectieve mentale processen (introspectie, denken en voelen, innerlijke ervaringen)
- Hebben aandacht voor het effect van mensen, objecten en gebeurtenissen op gedrag en op concreet
waarneembaar gedrag
2.4. De perspectieven vanuit de gehele persoon: psychodynamisch, humanistisch en karaktertrekken en temperament
2.4.1. Psychodynamische psychologie
Freud
= voortvloei uit de psychoanalyse (= methode om psychische stoornissen te behandelen)
Dit perspectief bekijkt de mens in zijn totaliteit in een kader van: “we zijn ons niet altijd bewust van hoe we ons
gedragen, wat we denken en hoe we ons voelen” (bewuste vs onbewuste)
De basis is het onbewuste, bewust maken.
2.4.2. Humanistische psychologie
Aandacht voor de mogelijkheden, groei en potenties van de mens en voor de vrije wil, keuzes maken en eigen leven
beïnvloeden.
Heeft de kernpunten voor therapie (counseling) uitgeschreven. “Waar is de groeimogelijkheid, waar zijn de
ontwikkelingsmogelijkheden, ... “
Het gaat over opvattingen over jezelf en de fysieke en emotionele behoeften, die een grote invloed hebben op
gedachten emoties en handelingen.
, 2.4.3. Karaktertrekken en temperament
2.5. Het ontwikkelingsperspectief: veranderingen die ontstaan door nature en nurture
Aandacht voor de interactie tussen erfelijke eigenschappen die in onze genen vastgelegd zijn en de invloed van de
omgeving. Niet is puur nature en puur nurture.
Nature = erfelijke eigenschappen die een invloed hebben op het gedrag “Ik kan er niks aan doen, ik ben zo”
Nurture = omgevingsfactoren die een invloed hebben op gedrag “Ik heb het zo geleed dus ik kan het ook wel afleren”
met marge om bij te leren!
2.6. Het socioculturele perspectief: het individu in context
Legt de nadruk op het belang van sociale interacties, sociaal leren en het cultureel perspectief. Het is een benadering
op een groepsgebeuren, je kijkt niet naar het individu.
Aandacht voor:
- Sociale interacties
- Sociaal leren
- Agressie
- Vooroordelen
- Gehoorzaamheid
- Sociale invloeden
Het biologische wordt hier niet aan de kant gezet aangezien biologie een hele grote impact heeft op ons denken,
handelen en voelen.
Maar er zijn uiteraard veel meer aspecten/perspectieven die een impact hebben op het denken, handelen en voelen:
- De kracht van de situatie
- Cultuur = complexe mix van taal, waarden, tradities die ontwikkeld weren en worden door een groep mensen
die wordt gedeeld met anderen
- Holisme = visie waarbij de totaliteit altijd belangrijker is dan de som van meerdere delen. Alle perspectieven bij
elkaar geven een holistisch beeld van het menselijk gedrag.
3. Het veranderende beeld van de psychologie
Vroeger waren de verschillende aanhangers in conflict, nu bundelen ze hun krachten. Hybride vormen van psychologie:
evolutionaire ontwikkelingspsychologen (nu zijn er amper therapeuten die zich enkel aansluiten in 1 richting)
De neurowetenschappen zijn een pijler geworden in het vakgebied, omdat ze op celniveau heel wat kunnen bewijzen.
Bv onze cellen hebben emotie en dat onze emoties in onze cellen ingeprent worden.
Anderen geven heel veel aandacht aan cultuur.