Samenvatting van Inleiding Publiekrecht, leerjaar 1 HBO-Rechten, Saxion Enschede. Gebruikte boek: Inleiding in het Nederlandse recht, Verheugt. Staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht - H6,7,8,9.7 (vak afgerond met een 8)
Alles voor dit studieboek (160)
Geschreven voor
Saxion Hogeschool (Saxion)
HBO Rechten
Publiekrecht
Alle documenten voor dit vak (7)
2
beoordelingen
Door: julianvredegoor • 2 jaar geleden
Door: sanne199951 • 3 jaar geleden
Verkoper
Volgen
quinndejongh
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting inleiding publiekrecht
Staatsrecht
De trias politica in Nederland
Er is in de Nederlandse staatsmacht een scheiding verdeeld over drie functies. Van belang is vooral dat er
tussen de belangrijkste staatsorganen sprake is van een zeker machtsevenwicht (checks and balances). Het
doel van de trias politica is dat het onmogelijk is dat één orgaan vrijwel alle macht naar zich toe kan
trekken. Die doelstelling is in Nederland zeker bereikt. We bespreken nu kort de drie machten:
Wetgevende macht
- De regering en de Staten-Generaal (parlement) tezamen.
- Deze organen zijn bevoegd tot het maken van wetten, dat zijn algemeen verbindende
voorschriften. De regering bezit een zelfstandige bevoegdheid om wetgeving te maken, de rol van
de Staten-Generaal is daarbij controlerende.
Uitvoerende macht
- De regering (koning en ministers).
- Daarnaast is er de ministerraad, deze bestaat uit alle ministers en wordt voorgezeten door de
minister-president. Verder kennen we ook het kabinet. Daarmee worden de ministers en de
staatssecretarissen gezamenlijk bedoeld.
- Als de regering een besluit neemt, heet dit altijd een koninklijk besluit (KB):
o Als de regering zijn bestuurlijke bevoegdheid gebruikt, leidt dat gewoonlijk tot een beschikking
dit is een rechtsvaststelling ten aanzien van een individueel persoon.
o In tal van wetten is aan de regering de bevoegdheid verleend om binnen het kader van een wet
zelfstandig nadere regels te maken. Als de regering dat doet dan gebeurt dit in een
zogenoemde algemene maatregel van bestuur (AMvB).
Rechtsprekende macht
- De belangrijkste taak van de rechterlijke macht is de beslechting van geschillen op basis van
algemene regels, zoals deze zijn vastgelegd in de wetgeving.
- De onafhankelijkheid van de rechter is ook van belang, omdat aan hem een oordeel kan worden
gevraagd over de rechtmatigheid van daden van wetgeving of van bestuur. De rechter is ook niet
bevoegd om zelf wetgeving te maken. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ten opzichte
van de twee andere machten is met name gewaarborgd doordat de rechter in geen enkel opzicht
ondergeschikt is aan enig overheidsorgaan.
Nederland: een democratische rechtsstaat
De organisatie van de staat wordt staatsinrichting genoemd. Nederland is een democratische rechtsstaat.
Van de wijze waarop de Staat is ingericht zijn de hoofdkenmerken:
Democratie
Het volk regeert. Er zijn twee vormen van democratie.
- Een directe democratie: de beslissingen worden rechtstreeks door de burgers genomen.
- Representatieve democratie: de beslissingen worden tot stand gebracht via daartoe bij de
Grondwet aangewezen en vervolgens door de bevolking gekozen organen. Er is hier sprake van
vertegenwoordiging.
o Actief kiesrecht: het recht om leden van de vertegenwoordigende organen te kiezen.
o Passief kiesrecht: het recht om in zo’n orgaan te worden gekozen.
Nederland is een constitutionele monarchie: de plaats van de koning is omschreven en vastgelegd in
de Grondwet (de constitutie).
Rechtsstaat
Elk optreden van de overheid is onderworpen aan de regels van het recht. Het beginsel van de
rechtsstaat wordt ook wel de Rule of Law genoemd.
, Bij elk besluit dat een bestuursorgaan neemt, zijn de zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk
bestuur van toepassing. Zo moet een besluit zorgvuldig worden genomen door alle in aanmerking
komende belangen af te wegen (zorgvuldigheidsbeginsel). Tot het beginsel van de rechtsstaat behoort
ook het legaliteitsbeginsel. Dit houdt in dat elk overheidsoptreden moet berusten op een algemene
regel. Deze moet uiteindelijk te herleiden zijn tot de Grondwet. De bevoegdheid om zulke regels vast te
stellen heeft een overheidsorgaan gekregen door attributie en delegatie.
Parlementair stelsel
De verhoudingen tussen de regering en het parlement. De kern van het parlementaire stelsel is de
vertrouwensregel. Deze houdt in dat de regering het vertrouwen moet hebben van het parlement om
te kunnen regeren. Het recht van interpellatie (=de leden van beide Kamers kunnen aan ministers
mondeling of schriftelijk vragen om inlichting) en het rechts van enquête zijn twee in de Grondwet
vastgelegde rechten van het parlement.
Grondrechten
De grondrechten worden fundamenteel genoemd omdat ze de staatsmacht beperken ter wille van de
menselijke vrijheid en waardigheid. Ze komen voort uit het idee dat de mens meer is dan een lid van de
gemeenschap waartoe hij behoort, en dat de overheid dat dient te eerbiedigen. Verder zijn de
grondrechten onvervreemdbare rechten: ze kunnen niet aan een ander worden overgedragen of
opgegeven. In het Nederlandse recht zijn de grondrechten vastgesteld in hoofdstuk 1 GW. En in hoofdstuk
15 GW staat het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). Er zijn twee
typen grondrechten:
Klassieke grondrechten
- Vrijheidsrechten
Essentiële aspecten van het menselijke bestaan waarmee de overheid zich in beginsel niet heeft te
bemoeien.
- Politieke rechten
De vrije uitoefening van de democratische bevoegdheid van de burgers.
- Gelijkheidsrechten
Deze verbieden aan de overheid het maken van onderscheid tussen burgers op tal van terreinen:
‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.’
Grondrechten betreffen de relatie tussen overheid en burger. Het gaat daarbij om een verticale
verhouding.
Sociale grondrechten
Het gaat hierbij om het zo goed mogelijk verschaffen van:
- Werkgelegenheid
- Woongelegenheid
- Onderwijs
- Sociale zekerheid
- Volksgezondheid
De sociale grondrechten zijn ‘voorwerp van zorg der overheid’. De overheid moet streven naar
ontplooiing van de burgers door verwezenlijking van de sociale grondrechten. Bij sociale grondrechten
wordt van de overheid geëist om actief zorg te dragen voor de verwezenlijking van deze rechten,
meestal door het ter beschikking stellen van geld. Sociale grondrechten leggen aan de overheid de
plicht op zich zo veel mogelijk in te spannen om deze grondrechten te verwezenlijken door het treffen
van voorzieningen, terwijl bij klassieke grondrechten de overheid zich nu juist actief ingrijpen dient te
onthouden.
Bestuursrecht
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quinndejongh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.